24
Instrumenten en controlelampjes
Portier- en achterklepwaarschuwing
De portier- en achterklepwaarschuwing licht op wanneer tenminste een portier of de
achterklep niet gesloten is. Het symbool geeft het geopend portier of de geopende
achterklep weer.
Het symbool dooft zodra de portieren en de achterklep geheel zijn gesloten.
Bij een geopend portier en een snelheid boven de 6 km/h klinkt nog een extra waar-
schuwingssignaal, een pieptoon.
Auto-Check-Control
Toestand auto
De Auto-Check-Control controleert de staat van bepaalde functies en autocompo-
nenten. De controle vindt bij ingeschakeld contact continu plaats, zowel bij stilstaande
auto alsook tijdens het rijden.
Functiestoringen, dringend noodzakelijke reparaties, onderhoudswerkzaamheden of
andere meldingen worden op het display van het instrumentenpaneel weergegeven.
Deze indicaties zijn al naargelang de prioriteit ingedeeld in rode en gele lichtsymbolen.
De rode symbolen geven een gevaar aan (prioriteit 1) terwijl de gele een waarschu-
wing aangeven (prioriteit 2). Daarnaast verschijnen als aanvulling op de symbolen
aanwijzingen voor de bestuurder bladzijde 26.
Controleer de aangegeven storingmeldingen zo snel als mogelijk is. Als meerdere
storingmeldingen gelijktijdig aanwezig zijn, verschijnen de symbolen na elkaar en
blijven steeds ca. 2 seconden zichtbaar.
Na 10 seconden of na het indrukken van de tuimelschakelaar
afb. 25
verdwijnen de storingmeldingen van het display en worden onder CAR
STATUS (VOERTUIGSTATUS) opgeslagen.
Als in het menu de melding CAR STATUS (VOERTUIGSTATUS) knippert, is er minstens
één storingmelding aanwezig. Als er meerdere storingmeldingen zijn, gaat op het
display bijv. STATUS 1/2 (STATUS 1/2) branden. De indicatie betekent dat de eerste
van in totaal twee meldingen wordt weergegeven.
Bedien de tuimelschakelaar
op te vragen.
Als er een storing optreedt, klinkt naast de weergave van het symbool en de tekst ook
een waarschuwingssignaal:
Prioriteit 1 - drie waarschuwingstonen
Prioriteit 2 - één waarschuwingstoon
Rode symbolen
Een rood symbool geeft een gevaar aan.
Als op het display een rood symbool verschijnt, moet u als volgt handelen:
– Stoppen.
– Zet de motor af.
– Controleer de aangegeven functies.
– Doe, in geval van nood een beroep op de vakkundige hulp van uw Škoda-dealer.
Betekenis van de rode symbolen:
Als er een rood symbool verschijnt, weerklinken drie opeenvolgende waarschuwings-
A
bladzijde 23,
A
tonen. Het symbool knippert totdat de storing is opgeheven.
Als er sprake is van meerdere functiestoringen met prioriteit 1, dan verschijnen deze
symbolen na elkaar en zijn ze steeds gedurende circa 2 seconden zichtbaar.
A
, om de afzonderlijke storingmeldingen een voor een
A
Storingen in het remsysteem
Koelvloeistofpeil te laag/koelvloeistoftempera-
tuur te hoog
Motoroliedruk te laag
bladzijde 33
bladzijde 29
bladzijde 30