Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

100
Passieve veiligheid
Zet de meegevoerde bagage goed vast  bladzijde 65, 'Bagageruimte beladen'.
Controleer of er geen voorwerpen zijn die de bediening van de pedalen kunnen
beïnvloeden.
Stel de spiegel, de voorstoel en de voorstoel op uw lichaamsgrootte af.
Wijs uw passagiers erop dat zij de hoofdsteunen aanpassen aan hun lichaams-
grootte.
Bescherm kinderen door middel van een geschikt kinderzitje en een juist gedragen
veiligheidsgordel  bladzijde 119, 'Veilig vervoer van kinderen'.
Neem de juiste zitpositie in  bladzijde 100, 'Juiste zitpositie'. Attendeer uw
passagiers erop dat ook zij een goede zithouding aannemen.
Doe de veiligheidsgordel op de juiste wijze om. Wijs ook uw passagiers erop dat zij
de veiligheidsgordel op de juiste wijze moeten dragen  bladzijde 106, 'Hoe worden
veiligheidsgordel goed gedragen?'.
Wat beïnvloedt de rijveiligheid?
De rijveiligheid wordt in hoge mate bepaald door de rijstijl en het
gedrag van alle inzittenden.
Als bestuurder bent u voor uzelf en uw passagiers verantwoordelijk. Als uw rijveiligheid
wordt beïnvloed brengt u niet alleen uzelf maar ook de andere verkeersdeelnemers in
gevaar. Let dan ook op de volgende aanwijzingen.
Laat uw aandacht niet van het verkeer afleiden, bijv. door passagiers of door een
telefoongesprek.
Neem nooit plaats achter het stuur als uw rijvaardigheid, bijv. door medicamenten,
alcohol, drugs of iets dergelijks wordt beïnvloedt.
Houdt u zich aan de verkeersregels en de voorgeschreven snelheden.
Pas de rijsnelheid steeds aan de staat van het wegdek, alsmede aan de verkeers-
en weersomstandigheden aan.
Las tijdens een lange rit regelmatig een pauze in - uiterlijk om de twee uur.

Juiste zitpositie

Juiste zithouding van de bestuurder
De juiste zitpositie van de bestuurder is belangrijk voor veilig en
ontspannen rijden.
Voor uw eigen veiligheid en om de kans op letsel bij een aanrijding te verkleinen advi-
seren wij de volgende instelling:
Stel het stuurwiel zo af dat de afstand tussen het stuurwiel en het borstbeen
 afb.
minstens 25 cm bedraagt
106.
Stel de bestuurdersstoel in lengterichting zodanig in dat de pedalen met licht
gebogen knie geheel kunnen worden ingetrapt.
Afb. 106 De juiste afstand van
de bestuurder ten opzichte van
het stuurwiel
Afb. 107 De juiste instelling van
de hoofdsteun van de
bestuurder

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave