Benzinemotoren
A
- contact uitgeschakeld, motor afgezet, de stuurinrichting kan worden geblokkeerd
1
A
- contact ingeschakeld
2
A
- motor starten
3
Dieselmotoren
A
- onderbreking van de brandstoftoevoer, contact uitgeschakeld, motor afgezet, de
1
stuurinrichting kan worden geblokkeerd
A
- motor voorgloeien, contact ingeschakeld
2
Tijdens het voorgloeien mogen er geen grotere elektrische verbruikers zijn inge-
schakeld - anders wordt de autoaccu onnodig belast.
A
- motor starten
3
Voor alle auto's geldt:
A
Stand
1
Voor het blokkeren van de stuurinrichting terwijl de contactsleutel uit het slot is
genomen moet het stuurwiel worden verdraaid tot de blokkeerpen hoorbaar in de
vergrendeling valt. In principe moet u altijd de stuurinrichting blokkeren (op slot
zetten) als u uw auto verlaat. Zo wordt een eventuele diefstal van uw auto bemoeilijkt
.
A
Stand
2
Als de contactsleutel niet of slechts met moeite in deze stand kan worden gedraaid,
draai dan het stuurwiel iets heen en weer - de stuurblokkering wordt daardoor ontlast.
A
Stand
3
In deze stand wordt de motor gestart. Gelijktijdig worden het ingeschakelde dim- of
grote licht of andere elektrische verbruikers met een hoog verbruik kortstondig uitge-
schakeld. Na het loslaten van de sleutel keert de contactsleutel weer terug in stand
Elke keer als de motor weer moet worden gestart, moet de contactsleutel in stand
worden teruggedraaid. De startherhalingsblokkering in het contactslot voorkomt dat
de startmotor bij draaiende motor in de starterkrans grijpt en daardoor wordt bescha-
digd.
Bediening
Veiligheid
stand
branden van de controlelampjes aangegeven. Als dit niet het geval is, kan
onverwacht het stuurwiel worden vergrendeld - kans op ongevallen!
gekomen. Het stuurwielslot kan direct aangrijpen - kans op ongevallen!
de sleutel uit het contactslot. Dat geldt vooral als er kinderen in de auto achter-
blijven. De kinderen zouden anders de motor kunnen starten of elektrische
systemen (bijv. elektrische ruitbediening) kunnen inschakelen - kans op onge-
lukken of letsel!
Motor starten
Algemeen
U kunt de motor alleen maar met de originele contactsleutel starten.
aantrekken.
dan alleen maar de motor rond te draaien.
motor kunnen worden beschadigd.
Na het starten van de koude motor kan er even sprake zijn van extra motorgeluid,
omdat er eerst oliedruk moet worden opgebouwd in de hydraulische klepstoters. Dat
is een normaal effect en heeft dan ook geen enkele betekenis.
A
.
2
A
1
Als de motor niet aanslaat ...
Als starthulp kunt u de accu van een andere auto gebruiken bladzijde 177.
Alleen auto's met een schakelbak kunnen worden aangesleept. De sleepafstand mag
niet meer dan 50 meter bedragen bladzijde 180.
Aanwijzingen voor het
Gebruikvoorschriften
rijden
ATTENTIE!
Tijdens het rijden met een stilstaande motor moet de contactsleutel altijd in
A
(contact ingeschakeld) staan. Deze stand wordt door het gaan
2
Haal de contactsleutel pas uit het contactslot als de auto tot stilstand is
Als u de auto verlaat - ook al is het maar voor even - neem dan in ieder geval
Voor het starten de versnellingshendel in de vrijstand plaatsen en de handrem
Tijdens het starten het koppelingspedaal geheel intrappen - de startmotor hoeft
Zodra de motor aanslaat, de contactsleutel direct loslaten - anders zou de start-
Raad en daad
Wegrijden en rijden
91
Technische gegevens