Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikershandleiding
Grootte van injectieflacon: Selecteer een bestaande flacongrootte uit de lijst (3) of voeg een nieuwe
flacongrootte toe door Nieuwe toevoegen (4) en voer de flacongrootte (5) in. Selecteer Invoeren (6) om de
nieuwe flacongrootte aan de lijst toe te voegen. Selecteer de flacongrootte uit de lijst.
Dosering: Selecteer een bestaande dosering uit de lijst (3) of voeg een nieuwe dosering toe door Nieuwe
toevoegen (4) te selecteren en de dosering (5) in te voeren. Selecteer Invoeren (6) om de nieuwe dosering aan
de lijst toe te voegen. Selecteer de dosering uit de lijst.
Gewichtsbereik: voer het gewichtsbereik in dat is aangegeven op de bijsluiter van het contrastmiddel.
Minimumleeftijd: voer de minimumleeftijd in die is aangegeven op de bijsluiter van het contrastmiddel.
OPMERKING:
Een opgeslagen waarde kan uit de lijst worden verwijderd door middel van de X-knop. Selecteer Ja
in het berichtenvenster om de verwijdering als bevestiging. Als er een waarde wordt verwijderd,
worden ook alle opgeslagen contrastmiddellen verwijderd die waarde gebruiken.
4.
Zodra de naam van het contrastmiddel, concentratie, injectieflacongrootte en dosering zijn geselecteerd, verschijnt
de knop Opslaan (7) toets boven in het scherm. Bekijk de selecties in de koptekst en selecteer Opslaan om het
contrastmiddel op te slaan. Selecteer Ja in het berichtenvenster als bevestiging.
5.
Selecteer OK om alle wijzigingen op te slaan en configuratie van contrastmiddel te verlaten.
15.4.2.2 Het bewerken van een bestaand contrastmiddel
OPMERKING:
Bij gebruik van de op gewicht gebaseerde calculator voor dosering en indien de operator de
dosis verandert, zal uitsluitend de nieuwe dosis gebruikt worden voor de berekening en dit
heeft geen invloed op de gelabelde dosis die is opgeslagen met het contrasttype. Zie paragraaf
"Sectie 9.3.2 - Met behulp van de rekenmachine voor op gewicht gebaseerde dosering"
aanvullende informatie.
1.
Selecteer Contrastmiddellen op het Instellen van vloeistoftoediening scherm.
2.
Selecteer een opgeslagen Contrastmiddel (1) op het Contrastconfiguratie scherm en selecteer Bewerken (2).
Figuur 15 - 13: Selecteer een bestaande contrastmiddel om te bewerken
3.
Bewerk de informatie voor elk van de volgende punten door een tabblad aan de linkerzijde van het scherm te
selecteren en de parameters in te voeren (zie figuur 15 - 14):
Naam contrastmiddel: Selecteer een bestaande naam van een contrastmiddel uit de lijst (3) of voeg een naam
van een nieuw contrastmiddel door Nieuw toevoegen (4) te selecteren en het invoeren van de naam van het
contrastmiddel met behulp van het toetsenbord dat op het scherm verschijnt. Kies Invoeren om de naam van
het nieuwe contrastmiddel aan de lijst toe te voegen. Selecteer naam van het contrastmiddel in de lijst.
Concentratie: Selecteer een bestaande concentratie in de lijst (3) of voeg een nieuwe concentratie toe door
Nieuwe toevoegen (4) te selecteren en de concentratie (5) toe te voegen. Selecteer Invoeren (6) om de nieuwe
concentratie aan de lijst toe te voegen. Selecteer de concentratie in de lijst.
15 - 81
voor
Advertenties
Inhoudsopgave
