Gebruikershandleiding
7
Systeemlampjes en indicatoren
"Injectorhoofdlampjes en indicatoren"
"Lampjes van injectorstatus"
"Voedingsindicatoren werkstations"
"Lampje handschakelaar"
7.1 Injectorhoofdlampjes en indicatoren
De knoppen op het injectorhoofd branden of knipperen, afhankelijk van de hieronder vermelde voorwaarden:
Naam
Toets/icoon
+/- knoppen
Bedieningsknop
zuiger inschakelen
Zuigerbediening
vooruit en achteruit
(Kant A of B)
Inschakelknop
Attentielampje
Voorvulknop
Gedrag/Gebeurtenis
Brandt constant wit als er op knop A is gedrukt
Brandt constant wit als er op knop B is gedrukt.
Knippert als het spuitvolume moet worden verhoogd of verlaagd
Brandt continu wanneer bewegen van handmatige zuiger is ingeschakeld.
Wordt automatisch uitgeschakeld na tien seconden van inactiviteit.
Brandt wanneer ingeschakeld
Knippert om de apparaatbediener te laten weten wanneer de injector
is klaar om ingeschakeld te worden (Ik hebt gecontroleerd op lucht is
bevestigd, protocol wordt afgesloten van het scherm, injectorhoofd
wordt gekanteld naar beneden)
Brandt continu wanneer ingedrukt, wat aangeeft dat het systeem wordt
ingeschakeld
Knippert snel om apparaatbediener op de hoogte te brengen van de fout:
kop omhoog gekanteld na Test Injectie, KVO of inschakeltoets is ingedrukt
Brandt oranje tijdens Volledige uitschakeling van systeem of Uitschakeling
van injector
Brandt continu oranje wanneer de communicatie tussen het scherm en
het bedieningskastje is verbroken (geldt alleen voor het werkstation met
bedieningskastje)
Knippert oranje wanneer de communicatie tussen de injector en het
werkstation is verbroken
Brandt rood om apparaatbediener te waarschuwen voor een ernstige fout
Knippert langzaam om de apparaatbediener eraan te herinneren voor te
vullen als het injectorhoofd omhoog gekanteld is
Stopt automatisch met knipperen en brandt niet meer na 30 seconden
inactiviteit of als de zuiger handmatig wordt verplaatst
Knippert snel tijdens het voorvullen
7 - 33