Inhoudsopgave
Advertenties
17 - 96
17.4 Maandelijks
Eenmaal per maand moet het hele systeem grondig worden geïnspecteerd en gereinigd en moet een werkingscontroleprogramma
worden uitgevoerd. Koppel het systeem voor reiniging los van de netvoeding. Als een defect wordt geconstateerd, voert u een
reparatie uit of belt u Bayer voor onderhoud. Gebruik het systeem niet voordat het probleem is opgelost.
17.4.1 Werkingscontrole
Een basiscontrole van de werking van het systeem moet deel uitmaken van het reguliere onderhoud. Controle op een juiste
werking van het systeem draagt bij aan vroegtijdige ontdekking van problemen die in het normale dagelijkse gebruik
wellicht niet zouden worden opgemerkt. De hieronder uiteengezette procedure beschrijft een serie voorgestelde handelingen
die de normale functies van het systeem omvatten. Lees de onderstaande procedure zorgvuldig door alvorens de controle te
beginnen. Neem contact op met een vertegenwoordiger van Bayer als problemen worden geconstateerd.
OPMERKING:
Problemen die zich tijdens deze procedure of andersoortige procedures voordoen, moeten worden
opgelost voordat het systeem weer voor behandeling van patiënten wordt ingezet.
Systeemetiketten
Verzeker u ervan dat alle veiligheids- en waarschuwingsetiketten op hun plaats zitten en goed leesbaar zijn.
Opstarten
1.
Schakel het systeem in.
2.
Controleer of het veiligheidsscherm wordt weergegeven.
3.
Druk op Doorgaan om de meldingen in het veiligheidsscherm te bevestigen.
4.
Controleer of alle vensters en indicatoren goed functioneren.
5.
Controleer of de
"Sectie 7.1 - Injectorhoofdlampjes en indicatoren"
lampjes moeten tijdens het opstarten knipperen.
Programmeren
Controleer wanneer het hoofdscherm wordt weergegeven of de volgende bedieningselementen goed functioneren:
1.
Beweeg de zuigerstangen helemaal naar voren en naar achteren met behulp van de knop 'Beweeg zuiger' en de
zuigerregelaars vooruit/achteruit.
2.
Controleer of Automatisch voorwaarts en Automatisch terugtrekken zijn geactiveerd.
3.
Voer het volgende protocol in en vergrendel het:
Fase 1:
Fase 2:
Fase 3:
Fase 4:
Fase 5:
4.
Installeer de Bayer-spuiten en controleer of de zuiger automatisch aan de spuitplunjers wordt gekoppeld en deze
helemaal naar voren beweegt.
5.
Voer een automatische vulling uit.
6.
Geef vrij en begin een injectie.
7.
Activeer in een van de fasen de functie ONDERBREKEN ten minste tien seconden door halverwege de injectie op de
knop Start/Pauze te drukken.
Flowsnelheid
Spuit A:
10 ml/s
Spuit B:
2,5
PAUZE
Spuit A:
5,0
Spuit B:
0,1
op de injectorkop goed functioneren. Alle
Volume
20 ml
10
5 seconden
10
1
MEDRAD® MRXperion
Advertenties
Inhoudsopgave
