Gebruikershandleiding
13.3 Injectie voltooid afsluiten
13.3.1 Het uitvoeren van een nieuwe injectie
OPMERKING:
Afhankelijk van hoe de Vloeistofafgifte-instellingen zijn geconfigureerd, kan het protocol worden
gereset na de injectie. De standaardinstelling is dat het systeem het vorige protocol voor de
volgende injectie gebruikt.
1.
Selecteer Dezelfde Patiënt.
a.
De apparaatbediener keert terug naar het beginscherm.
b. Zie
"Sectie 10.1 - Aanmaken of bewerken van een protocol"
herhaal de stappen in
2.
Selecteer Nieuwe patiënt.
a.
Het volgende bericht wordt weergegeven. Koppel de patiënt los, verwijder injectiespuiten uit de injector en druk
op OK.
b. De apparaatbediener keert terug naar het beginscherm.
c.
Zie
"Hoofdstuk 11 - Voorbereidingen voor injectie"
"Sectie 12.2 - Inschakelen van de
voor verdere instructies.
voor het maken of bewerken van een protocol, of
injector".
13 - 69