Gebruikershandleiding
17.3.3.2 Spuitaansluiting
Figuur 17 - 4: Spuitaansluiting (1) en sensorvenster van de spuit (2)
Materiaal:
Schoon, zacht, pluisvrij doekje
Wattenstokje
Warm water
1.
Schakel de voeding naar de injector in.
2.
Trek beide zuigerstangen met behulp van de zuigerregelaars helemaal terug.
3.
Schakel de voeding naar de injector uit.
4.
Draai de injectorkop zodat u toegang hebt tot de spuitaansluiting.
5.
Maak alle binnenoppervlakken van de beide spuitaansluitingen ten minste 1 keer schoon met een schoon, zacht,
niet-pluizend doekje dat is bevochtigd met warm water (nat maar niet druipend) totdat u geen contrastmiddel of
ander vuil meer ziet.
6.
Controleer of alle spuitaansluitingen schoon zijn.
7.
Herhaal stap 5 tot en met 7 van de reinigingsinstructies als u nog contrastmiddel of ander vuil ziet, totdat u geen
vuil meer kunt zien.
2
1
17 - 93