Pagina 3
* Verwachte levensduur: De periode waarin een hulpmiddel, lot of partij apparaten na ingebruikname naar verwachting functioneel blijft. Ernstige incidenten in verband met dit apparaat moeten worden gemeld bij Bayer (radiology.bayer.com/contact) en bij de plaatselijk bevoegde Europese autoriteit (of, indien van toepassing, bij de regelgevende autoriteit in het land waar het incident heeft plaatsgevonden).
Pagina 6
MEDRAD® MRXperion 6 Het begrijpen van het injectorhoofd..............29 6.1 Injectorhoofdbesturing ................................29 6.2 Injectorhoofdonderdelen................................32 6.2.1 Handmatige knoppen..............................32 7 Systeemlampjes en indicatoren ................33 7.1 Injectorhoofdlampjes en indicatoren............................33 7.2 Lampjes van injectorstatus................................34 7.3 Voedingsindicatoren werkstations............................35 7.4 Lampje handschakelaar ................................35 8 Opstarten en afsluiten van het systeem ............37 8.1 Het systeem opstarten ................................37 8.2 Het systeem uitschakelen ................................38 8.2.1 Harde afsluiting ................................38...
Pagina 7
Gebruikershandleiding 12.3 Starten van een injectie ................................63 12.4 Uitstellen door apparaatbediener ............................63 12.5 Afbreken van een injectie.................................63 12.6 Injectievoortgang bekijken ..............................64 12.7 Herinneringen .....................................65 13 Het voltooien van een injectie ................67 13.1 Injectie voltooid..................................67 13.2 Injectie afgebroken ..................................68 13.3 Injectie voltooid afsluiten................................69 13.3.1 Het uitvoeren van een nieuwe injectie........................69 14 Het verwijderen van Wegwerpspuiten en Aansluitslang ......71 14.1 Het verwijderen van Wegwerpspuiten en Aansluitslang....................71...
Pagina 8
MEDRAD® MRXperion 17.4 Maandelijks ....................................96 17.4.1 Werkingscontrole................................96 17.5 Jaarlijks ......................................97 17.5.1 Injectiesysteem kalibreren ............................97 17.5.2 Controleren op lekstroom ............................97 18 Specificaties .....................99 18.1 Specificaties werkstation................................99 18.1.1 Afmetingen werkstation ..............................99 18.1.2 Aansluitingen op het werkstation........................... 100 18.1.3 Voedingsvereisten werkstation ..........................100 18.2 Specificaties werkstation met bedieningskastje ......................
Pagina 9
Gebruikershandleiding 19.7 Mobiele montageset ................................112 19.8 Gelijkstroomkabels scanruimte ............................112 19.9 Voorgevulde-spuitadapters (PFA) ............................112 20 Conformiteit met IEC 60601-1-2 / 2e, 3e en 4e editie........113...
Ter plekke bij de eerste installatie en aanvullende training op verzoek MEDRAD® MRXperion Snelle handleidingen Gebruiksaanwijzing voor injectiespuit (IFU) Neem contact op met Bayer of met uw plaatselijke Bayer-vertegenwoordiger als u een van deze informatiebronnen nodig hebt. 1.4 Contra-indicaties Geen bekend.
Het systeem is niet bedoeld om contrastmiddelen en/of zoutoplossing toe te dienen aan meer dan één patiënt uit dezelfde houder met zoutoplossing en Bayer wijst alle aansprakelijkheid of gevolgen van het gebruik van de dezelfde houder op meer dan één patiënt af.
Gebruikershandleiding 2 - 3 Symbolen "Productiesymbolen" "Symbolen voor verzender" "Aangemelde instantie" "Wettelijk Klassementen" "MR iconen en Indelingen" "Waarschuwingslabels en -symbolen" 2.1 Productiesymbolen Producent (ISO 15223-1, 5.1.1) Gemachtigde vertegenwoordiger in de Europese gemeenschap (ISO 15223-1, 5.1.2) Productiedatum (ISO 15223-1, 5.1.3) 2.2 Symbolen voor verzender Temperatuurbereik (ISO 15223-1, 5.3.7) Luchtvochtigheidsbereik (ISO 15223-1, 5.3.8) Atmosferisch drukbereik (ISO 15223-1, 5.3.9)
2 - 4 MEDRAD® MRXperion Droog bewaren (ISO 15223-1, 5.3.4) Breekbaar, voorzichtig hanteren (ISO 15223-1, 5.3.1) Onderdeelnummer Nettogewicht (ISO 7000, 1321B) Aantal (IEC TR 60878, 2794) 2.3 Aangemelde instantie Geeft aan dat dit hulpmiddel voldoet aan de vereisten van de Europese verordening 2017/745 betreffende medische hulpmiddelen.
Pagina 15
Geeft de gescheiden inzameling weer van elektrische en elektronische apparatuur per Richtlijn 2002/96/EG. Raadpleeg de volgende website voor meer informatie: www.weee.bayer.com Geeft aan dat dit product bepaalde toxische of gevaarlijke stoffen of elementen bevat en veilig kan worden gebruikt tijdens het gebruik beschermingstermijn van het milieu, aangeduid door het getal in het midden van het logo.
2 - 6 MEDRAD® MRXperion Duidt een aansluiting voor een handschakelaar aan. (IEC TR 60878, 5322) Duidt een aansluitpunt voor invoer aan. (IEC TR 60878, 5034) Duidt een aansluitpunt voor uitvoer aan. (IEC TR 60878, 5034) Duidt serviceassistentie aan. (IEC TR 60878, 0717) 2.5 MR iconen en Indelingen Het is aangetoond dat zich geen bekende gevaren voordoen in een bepaalde MR...
Pagina 17
Gebruikershandleiding 2 - 7 Voorzichtig: Verplaatsbaar gewicht- 43,4kg Veilige functioneringsbelasting 0,75kg Waarschuwing: Lees de waarschuwingen en ‘let op’-meldingen in de gebruiksaanwijzing die met elke doos wordt meegeleverd. (ISO 7010, W001) Attentie: Lees de waarschuwingen en ‘let op’-meldingen in de gebruiksaanwijzing die met elke doos wordt meegeleverd.
Ontkoppel het systeem van netspanning voordat u het schoonmaakt. Gebruik het systeem niet als er versleten of beschadigd bekabeling is opgemerkt. Neem contact op met Bayer voor vervanging. Gevaar op brand - Kan leiden tot ernstig letsel bij of overlijden van de patiënt en/of apparaatbediener.
Gebruik alleen niet-magnetisch gereedschap om voor het installeren van scanner-/magneetruimte-onderdelen. Verwijder de systeemonderdelen en accessoires volgens de plaatselijke voorschriften of neem contact op Bayer. De standaard bij het verplaatsen van het systeem niet hoger dan 45inches (114,3 cm) boven de vloer houden.
Gebruikershandleiding 3 - 11 LET OP Het systeem niet aanpassen of vervoeren als vloeistofhouders bevestigd zijn. Kan leiden tot licht of matig letsel bij patiënt en/of apparaatbediener. De vloeistofhouders en/of de houder kan vallen waardoor er letsel bij de patiënt en/of materiële schade kan ontstaan. Bevestig houders pas als het systeem stilstaat.
Gebruikershandleiding 4 - 13 Overzicht van het systeem "Systeemdiagram" "Het verplaatsen van het systeem" "Basis vochttoediening" "Kenmerken van de installatie van de injectiespuit" "Basisinformatica" "Programmeermodus" "Standaard met geïntegreerde infuuspaal gebruiken" WAARSCHUWING Kan leiden tot letsel bij patiënt en/of operator of tot beschadiging van de apparatuur. Het werkstation (bedieningsruimte-unit) is niet MR-veilig en dient niet voor gebruik in de scanruimte.
4 - 16 MEDRAD® MRXperion Draai om het injectorhoofdkolom te draaien de knop aan de onderkant van het injectorhoofdkolom tegen de klok in om deze te ontgrendelen. Draai het injectorhoofdkolom zodat het injectorhoofd boven de basis zit zoals aangegeven in figuur 4 - 3. Draai zodra het injectorhoofd op zijn plaats zit de knop naar rechts om de kolom te vergrendelen om te voorkomen dat het injectorhoofd om de kolom gaat draaien.
De druklimiet definieert de maximale vloeistofdruk die het systeem mag genereren tijdens de uitvoering van het protocol. De standaard maximale druklimiet is 325psi (2240 kPa) bij gebruik van de aanbevolen wegwerpinjectiespuiten van Bayer. De apparaatbediener kan ervoor kiezen om deze druk te beperken op basis van de gebruiksvoorwaarden van het protocol.
4 - 18 MEDRAD® MRXperion 4.3.7 Vloeistofdruk en drukbegrenzing De vloeistofdruk wordt gemeten door het systeem tijdens de uitvoering van een fase en zorgt ervoor dat het protocol druklimiet niet wordt overschreden. Vloeistofdruk hangt af van het volgende: Doorstroomsnelheid Viscositeit van de vloeistof Temperaturen van de vloeistof Bijgevoegde injectiespuiten en aansluitslang Soort/grootte van katheter...
Gebruikershandleiding 4 - 19 Het systeem is ontworpen met vier functies die de tijd en installatiestappen en het verwijderen van injectiespuiten uit het injectorhoofd verminderen. (Zie "Sectie 15.4 - Instellen vochttoediening" voor nadere informatie over de configuratie van deze functies.) Niet-roterende oriëntatie: Bij het installeren van een injectiespuit op het injectorhoofd, is uitlijnen niet nodig.
Pagina 30
Gevaar op elektrische schokken - Kan leiden tot licht of matig letsel bij patiënt en/of apparaatbediener. Alleen de stekker van het systeem in een directe AC-stopcontact steken. De stekker van netsnoeren van het systeem niet een in verlengsnoer of multi-stekkerdoos steken. Gebruik alleen goedgekeurde adapters en accessoires van Bayer.
Gebruikershandleiding 5 - 21 Uitleg over het scherm en het werkstation "Beginscherm" "Beschrijvingen werkstations" 5.1 Beginscherm Figuur 5 - 1: Beginscherm icoon (Indien van Naam Beschrijving toepassing) Toont het volume in de injectiespuiten. Een afbeelding van de injectiespuit wordt weergegeven als er geen injectiespuit aanwezig is.
Pagina 32
5 - 22 MEDRAD® MRXperion icoon (Indien van Naam Beschrijving toepassing) Faseknop Selecteer om een nieuw type fase in te voeren. (Nieuwe fase) Datum en tijd Toont de huidige datum en tijd. Resetten Reset het protocol naar de standaardfabrieksinstellingen. Geeft de totale geprogrammeerde volume weer per injectiespuit of het totale gecombineerde volume in beide injectiespuiten.
Pagina 33
Gebruikershandleiding 5 - 23 Figuur 5 - 2: Systeeminformatie Naam Icoon Beschrijving De icoon Injector identificeert verschillende staten van de injector: brandt niet wanneer het systeem in rusttoestand staat. Injectoricoon brandt geel en knippert als het systeem is ingeschakeld. brandt continu geel als het systeem aan het injecteren is. Injector Brandt geel wanneer in actieve communicatie is met injectorhoofd.
Pagina 34
Toegang tot de eGFR en op gewicht gebaseerde dosering rekenmachines. Calculator Rekenmachineknop verschijnt alleen in het Startmenu als een of meer rekenmachines zijn ingeschakeld. Geeft de contactgegevens voor Bayer weer en lanceert service-applicatie indien VirtualCare geïnstalleerd. Help Lanceert het Help-systeem.
Gebruikershandleiding 5 - 25 5.2 Beschrijvingen werkstations OPMERKING: Twee modellen van het Certegra® Workstation kunnen met het systeem werken. De knoppen en pictogrammen van de modellen verschillen enigszins. 5.2.1 Knoppen en pictogrammen werkstation Figuur 5 - 5: Werkstation, vooraanzicht Knop/ Knop/ Naam Beschrijving...
Pagina 36
Duidt de USB-aansluitingen aan. schermuitbreiding/overbrengen Poort 4, met gele omtrek, blijft naar tweede scherm aan. altijd aan. Uitsluitend bestemd voor gebruik door Bayer. Duidt een aansluiting aan die Duidt de invoer- en niet geldt voor de MEDRAD® uitvoeraansluitingen van MRXperion. Niet bestemd voor de glasvezelkabel aan.
Gebruikershandleiding 5 - 27 5.2.2 Knoppen en pictogrammen op werkstation met bedieningskastje Figuur 5 - 7: Werkstation met bedieningskastje OPMERKING: Het bedieningskastje en de pictogrammen van schermaansluitingen zijn niet afgebeeld. Zie "Sectie 18.2.2 - Aansluitingen bedieningskastje, werkstation met bedieningskastje" "Sectie 18.2.3 - Aansluitingen beeldscherm, werkstation met bedieningskastje"...
Gebruikershandleiding 6 - 29 Het begrijpen van het injectorhoofd "Injectorhoofdbesturing" "Injectorhoofdonderdelen" 6.1 Injectorhoofdbesturing OPMERKING: Zie voor nadere informatie over de functies van het lampje op de knop van de injectorkop "Sectie 7.1 - Injectorhoofdlampjes en indicatoren". Icoon (Indien van Naam Beschrijving toepassing) Injectiespuit A:...
Pagina 40
6 - 30 MEDRAD® MRXperion Icoon (Indien van Naam Beschrijving toepassing) Spuit niet aanwezig: Geeft streepjes weer. Volume-indicator Spuit aanwezig: Geeft het volume weer dat in de injectiespuit (Kant A of B) geladen is. Druk twee keer met injectorhoofd omhoog gericht: Vult Injectiespuit B (zoutoplossing) tot het weergegeven volume (Auto vullen).
Pagina 41
Gebruikershandleiding 6 - 31 Icoon (Indien van Naam Beschrijving toepassing) Beweegt zuiger naar voren en naar achteren (variabele snelheid). Brandt wanneer ingeschakeld. Hoge snelheid Zuigerbesturing Lage snelheid naar voren en naar achteren (Kant A of B) Wanneer ingedrukt, wordt er een testinjectie gestart gebaseerd op door de apparaatbediener ingestelde parameters.
6 - 32 MEDRAD® MRXperion 6.2 Injectorhoofdonderdelen 6.2.1 Handmatige knoppen Een apparaatbediener kan de handmatige knoppen gebruiken om te ontluchten, de doorgankelijkheid van de aansluiting naar de patiënt te controleren door de terugstroom van het bloed te controleren en om te helpen bij de correcte plaatsing van de katheter.
Gebruikershandleiding 7 - 33 Systeemlampjes en indicatoren "Injectorhoofdlampjes en indicatoren" "Lampjes van injectorstatus" "Voedingsindicatoren werkstations" "Lampje handschakelaar" 7.1 Injectorhoofdlampjes en indicatoren De knoppen op het injectorhoofd branden of knipperen, afhankelijk van de hieronder vermelde voorwaarden: Naam Toets/icoon Gedrag/Gebeurtenis Brandt constant wit als er op knop A is gedrukt +/- knoppen Brandt constant wit als er op knop B is gedrukt.
7 - 34 MEDRAD® MRXperion Naam Toets/icoon Gedrag/Gebeurtenis Geeft "--" aan als er geen injectiespuit is geïnstalleerd Geeft "--" wanneer injectiespuit is ingeschakeld, plunjer niet gekoppeld Volume scherm Geeft werkelijke volume wanneer Ik heb gecontroleerd op lucht wordt bevestigd, injectiespuit aangebracht en zuiger gekoppeld Voor toetsaanslagen die in het systeem zijn geprogrammeerd om te negeren, verschijnt "--"...
Gebruikershandleiding 7 - 35 7.3 Voedingsindicatoren werkstations Naam Toets/icoon Gedrag/Gebeurtenis Brandt niet wanneer het werkstation niet is aangesloten op een voedingsbron Voedingsindicator Brandt continu oranje tijdens de volledige uitschakeling van het systeem werkstation Brandt continu groen wanneer het systeem volledig is INGESCHAKELD Knippert groen tijdens het uitschakelen van de injector Brandt niet wanneer het werkstation met bedieningskastje niet is aangesloten op een voedingsbron...
Het scherm zal kort het systeemcommunicatiestatussen en softwareversies weergeven. OPMERKING: Neem als een communicatiefout wordt weergegeven, contact op met Bayer. Vervolgens zal het Veiligheidsscherm worden weergegeven. Lees de waarschuwingen op het Veiligheidsscherm en selecteer Continue (doorgaan). Het systeem wordt opgestart en het Home-scherm wordt weergegeven.
8 - 38 MEDRAD® MRXperion 8.2 Het systeem uitschakelen Het systeem biedt drie opties om het systeem uit te schakelen: Volledige uitschakeling van het systeem, Uitschakelen van injector en Herstarten van het systeem. Selecteer vanuit het startmenu Uitschakelen en selecteer vervolgens een uitschakeloptie of druk op het werkstation op de aan-uitknop.
Gebruikershandleiding 9 - 39 Rekenmachines "Rekenmachines inschakelen" "Instellingen rekenmachine" "De rekenmachines gebruiken" Het systeem omvat twee rekenmachines die kunnen worden gebruikt voor het bepalen van op gewicht gebaseerde doseringswaarden en eGFR-waarden. LET OP Kan leiden tot licht of matig letsel bij patiënt en/of apparaatbediener. eGFR-waarden zijn schattingen.
9 - 40 MEDRAD® MRXperion Figuur 9 - 1: Toegang tot Instellingen rekenmachine in het Instellingenmenu. De instellingen rekenmachine is ook toegankelijk via de knop Instellingen op het Rekenmachinescherm. Selecteer in het startmenu Calculator (Rekenmachine) (1). Selecteer de knop Instellingen (2). Figuur 9 - 2: Toegang tot Rekenmachine-instelling in het Rekenmachinescherm 9.2.1 Instellen van de eGFR-rekenmachine Toegang tot de Instellingen van de eGFR-rekenmachine via het tabblad eGFR (1) op het scherm Instellingen...
Pagina 51
Gebruikershandleiding 9 - 41 9.2.1.1 eGFR-formules inschakelen Vink het vakje naast een formulenaam aan om deze in te schakelen (3). Figuur 9 - 3: eGFR-formules inschakelen OPMERKING: eGFR-formules hebben bekende beperkingen. Ga naar de site met het beleid en richtlijnen voor het juiste gebruik van deze formules.
Pagina 52
9 - 42 MEDRAD® MRXperion OPMERKING: MDRD, Cockroft-Gault, Modified Cockroft-Gault en CKD-EPI rekenmachines zijn bedoeld om alleen worden gebruikt voor volwassenen met een leeftijd van 18 jaar of ouder. Schwartz aan het bed is bedoeld om alleen te worden gebruikt voor kinderen jonger dan 18 jaar. Alle formules zijn uitsluitend bestemd om te worden gebruikt met de patiëntleeftijden die overeenkomen met de bijsluiters van de contrastmiddelen.
Pagina 53
Gebruikershandleiding 9 - 43 9.2.1.2 Instellen uitvoerbereik tonen - Optioneel Het systeem biedt drie opties voor het configureren van het eGFR-scherm: Geen bereik Bereiken zonder kleuren Bereiken met door het systeem toegekende kleuren OPMERKING: Er zijn geen standaardbereikinstellingen voor de Cockcroft-Gault-formule. Alle andere formules hebben de standaardinstelling van 0 tot 30 ml/min/1,73 m voor Bereik 1.
9 - 44 MEDRAD® MRXperion De kleur van elk gebied zal variëren afhankelijk van het gekozen aantal bereiken. Raadpleeg de volgende tabel voor de kleuren van de bereiken: # reeksen: 2 reeksen 3 reeksen 4 reeksen 5 reeksen Selecteer wanneer de maximale waarden zijn toegewezen aan alle reeksen, OK om ze op te slaan en terug te keren naar het scherm Instellen rekenmachine.
Gebruikershandleiding 9 - 45 9.3.1 Met behulp van de eGFR-rekenmachine OPMERKING: De eGFR-rekenmachinefunctie die in dit systeem is bedoeld als een toepassing op punt van zorg. Ga naar de site met het beleid en richtlijnen voor het juiste gebruik van de rekenmachinefunctie. Figuur 9 - 8: Met behulp van de eGFR-rekenmachine Kiezen Kies Formule (1) om een formule voor de berekening te kiezen.
9 - 46 MEDRAD® MRXperion 9.3.2 Met behulp van de rekenmachine voor op gewicht gebaseerde dosering OPMERKING: De berekende waarde voor op gewicht gebaseerde dosering is voor referentie en wordt niet automatisch weergegeven in het geprogrammeerde protocol. De toepassing van het berekende volume is naar goeddunken van de apparaatbediener.
Gebruikershandleiding 10 - 47 Protocolmanagement "Aanmaken of bewerken van een protocol" "Een protocol opslaan" "Een bewaard protocol oproepen" WAARSCHUWING Bloedvatgevaar - Kan tot ernstig letsel bij de patiënt leiden. Controleer of de geprogrammeerde flowsnelheid voldoet aan de richtlijnen van de instelling. Zie "Sectie 18.9.2 - Prestaties maximale flowsnelheid".
Pagina 58
10 - 48 MEDRAD® MRXperion Selecteer twee van de drie parameters (3) (zie "Sectie 15.4.1 - Configureerbare opties van Vloeistofafgifte-Setup" voor nadere informatie) en voer de waarden op het toetsenblok in (4). De derde parameter wordt automatisch berekend. Figuur 10 - 2: Voer parameters in Selecteer Invoeren om de ingevoerde waarde te bevestigen of selecteer Annuleren om deze te negeren.
Pagina 59
Gebruikershandleiding 10 - 49 Desgewenst kunt u een herinnering instellen of aanpassen. Herinneringen zijn waarschuwingen die worden weergegeven na een door de apparaatbediener aangegeven hoe- veelheid tijd. Het systeem slaat herinneringen op als onderdeel van het protocol. Selecteer Herinneringen (1) op het beginscherm. Figuur 10 - 4: Herinneringen invoeren b.
10 - 50 MEDRAD® MRXperion Om de testinjectieparameters in te stellen of te wijzigen: Selecteer Testinjectie (1). Figuur 10 - 5: Testinjectieparameters bewerken b. Vink het selectievakje Inschakelen (2) aan om de testinjectiefunctie in te schakelen. Selecteer de parameter (3) die automatisch berekend moet worden. d.
Gebruikershandleiding 10 - 51 10.3 Een bewaard protocol oproepen Selecteer Protocolbeheer vanaf het beginscherm. Selecteer de gewenste regio of selecteer Alle weergeven (1). Selecteer de naam van het protocol (2). Selecteer OK (3). Het beginscherm geeft het geselecteerde protocol weer. Figuur 10 - 7: Protocol oproepen Zie voor bewerking van het protocol "Sectie 10.1 - Aanmaken of bewerken van een...
Gebruikershandleiding 11 - 53 Voorbereidingen voor injectie "Voorbereiding van controleruimte" "Voorbereiden van scanruimte" 11.1 Voorbereiding van controleruimte WAARSCHUWING Bloedvatgevaar - Kan tot ernstig letsel bij de patiënt leiden. Controleer of de geprogrammeerde flowsnelheid voldoet aan de richtlijnen van de instelling. Zie "Sectie 18.9.2 - Prestaties maximale flowsnelheid".
Pagina 64
Injectiespuiten zijn niet bedoeld voor gebruik als opslaghouders. Injectiespuiten niet gebruiken om vloeistoffen in op te slaan. Gebruik gevulde injectiespuiten onmiddellijk. Mechanisch gevaar - Lekkages of scheuren kunnen tijdens een injectie tot ernstig letsel bij de patiënt leiden. Gebruik uitsluitend door Bayer geleverde wegwerpartikelen of accessoires. Zie "Hoofdstuk 19 - Opties en accessoires" voor nadere informatie.
Gebruikershandleiding 11 - 55 LET OP Mechanisch gevaar - Kan licht of matig letsel bij patiënt en/of medewerkers tot gevolg hebben. Zorg dat de spuit goed in de voorkant van de injectorkop is vastgeklikt voordat u de injectie toedient. Als de spuit niet goed vastzit of draait, kan de spuit tijdens de injectie gaan lekken, beschadigd raken of losraken, waardoor mogelijk te weinig vloeistof wordt toegediend en de spuit een projectiel kan worden..
11 - 56 MEDRAD® MRXperion 11.2.2 Het vullen van een injectiespuit: Automatisch of handmatig OPMERKING: Als u een vrouwelijke/vrouwelijke-adapter (FFA) gebruikt om vloeistof uit een voorgevulde injectiespuit te laden, sluit u de FFA aan op de punt van de injectiespuit in plaats van een naald voor de volgende stappen.
Gebruikershandleiding 11 - 57 Om handmatig de injectiespuit te vullen: Druk op de knop Zuigerbesturing inschakelen om de zuigerbesturing te activeren en omgekeerd zuigerbesturing te gebruiken om de injectiespuit te vullen met de gewenste hoeveelheid vloeistof. U kunt ook de handmatige knop gebruiken. OPMERKING: Zuigerbesturing inschakelen schakelt na 10 seconden inactiviteit uit.
11 - 58 MEDRAD® MRXperion Controleer of de slang vrij is van overtollige lucht. OPMERKING: Draai indien nodig aan de handmatige knoppen of herhaal de bovenstaande voorvulstappen om de vloeistof verder naar voren te bewegen en eventueel resterende lucht te verwijderen. Bevestig dat het vloeistofkanaal is onderzocht en vrij is van overtollige lucht door te drukken op de Ik heb op lucht gecontroleerd - Bevestigingsknop op het injectorhoofd.
Gebruikershandleiding 12 - 59 Inschakelen en injecteren "Volume-indicator toevoegen" "Inschakelen van de injector" "Starten van een injectie" "Uitstellen door apparaatbediener" "Afbreken van een injectie" "Injectievoortgang bekijken" "Herinneringen" OPMERKING: Controleer of het protocol juist is voorafgaand aan het vergrendelen van het protocol. 12.1 Volume-indicator toevoegen Wanneer het geprogrammeerde totale volume dat geïnjecteerd moet worden groter is dan het restvolume in de injectiespuiten, dan geeft het beginscherm de melding "Volume-indicatoren toevoegen"...
12 - 60 MEDRAD® MRXperion 12.2.1 Het inschakelen vanuit de controleruimte Selecteer Inschakelen op het scherm. OPMERKING: Als de laatste zuigerbeweging een terugtrekkende beweging was of als een injectiespuit vereist door het protocol niet aanwezig is, zal het systeem niet ingeschakeld kunnen worden en zal dit aan de apparaatbediener medegedeeld worden.
Gebruikershandleiding 12 - 61 Het systeem genereert een aangepast protocol gebaseerd op het beschikbare restvolume. Selecteer Ja om het door het systeem aangepaste protocol te aanvaarden. Het systeem gaat verder met het inschakelproces. Zie "Sectie 12.3 - Starten van een injectie".
12 - 62 MEDRAD® MRXperion Het systeem blijft ingeschakeld totdat aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, Een apparaatbediener selecteert Uitschakelen op het scherm. Een operator drukt op de injectorkop of het werkstation op de knop Afbreken. Een apparaatbediener activeert een van de besturingen van het injectorhoofd anders dan Start / uitstellen of KVO. het injectorhoofd is rechtop gezet.
Gebruikershandleiding 12 - 63 OPMERKING: Andere handelingen die de injector uitschakelen, zoals de injectiespuit verwijderen, de Uitschakelen knop indrukken en injectie-onderbreking, stoppen ook de KVO. OPMERKING: Indien tijdens KVO een occlusie ontstaat, zal het systeem dit detecteren nadat 4 of minder KVO- bolussen niet afgegeven konden worden.
12 - 64 MEDRAD® MRXperion 12.6 Injectievoortgang bekijken Tijdens een injectie geeft het systeem het volgende weer: Figuur 12 - 5: Injectie bekijken Spanningsgrafiek De grafiek toont de druk waargenomen door het systeem tijdens een injectie. Fase Het systeem wijst elke fase aan als deze begint. Herinneringen Geeft het aantal ingestelde herinneringen aan.
Gebruikershandleiding 12 - 65 12.7 Herinneringen Een dialoogvenster Herinnering wordt weergegeven nadat de geprogrammeerde tijd van de Herinnering is verstreken. OPMERKING: Als een testinjectiefase wordt uitgevoerd, begint de herinnering verstreken tijd met het begin van de eerste fase na de testinjectie. Na de testinjectie stelt het systeem de injectie uit totdat de apparaatbediener op Start/uitstellen drukt op het injectorhoofd.
Gebruikershandleiding 13 - 67 Het voltooien van een injectie "Injectie voltooid" "Injectie afgebroken" "Injectie voltooid afsluiten" 13.1 Injectie voltooid Wanneer een injectie voltooid is: Het scherm Injectie Voltooid geeft een overzicht van de injectie en de totale hoeveelheid overgebrachte vloeistof. De verstreken tijd van de injectie wordt steeds verhoogd totdat een apparaatbediener het scherm Injectie Voltooid afsluit.
13 - 68 MEDRAD® MRXperion Selecteer Grafiek om een grafische weergave van de injectie te zien. Figuur 13 - 2: Injectie voltooid - Grafiek Selecteer de pijl links of rechts (1) om door de injectiegeschiedenis te bladeren. (Als de hele injectiegeschiedenis binnen de grafiek past, worden geen pijlen weergegeven.) Een grafische weergave (2) van de fasen en druklimieten van de voltooide injectie wordt weergegeven totdat het Injectie voltooid-scherm wordt verlaten.
Gebruikershandleiding 13 - 69 13.3 Injectie voltooid afsluiten 13.3.1 Het uitvoeren van een nieuwe injectie OPMERKING: Afhankelijk van hoe de Vloeistofafgifte-instellingen zijn geconfigureerd, kan het protocol worden gereset na de injectie. De standaardinstelling is dat het systeem het vorige protocol voor de volgende injectie gebruikt.
Gebruikershandleiding 14 - 71 Het verwijderen van Wegwerpspuiten en Aansluitslang 14.1 Het verwijderen van Wegwerpspuiten en Aansluitslang WAARSCHUWING Gevaar op biologische verontreiniging - Kan leiden tot ernstig letsel of overlijden van de patiënt en/of apparaatbediener. Voer flessen/zakken voor contrastmiddel en zoutoplossing en wegwerponderdelen na gebruik op de juiste manier af (zie het etiket van het wegwerponderdeel voor specifieke informatie);...
Gebruikershandleiding 15 - 73 Geavanceerde configuraties "Systeeminstellingen" "Instellingen rekenmachine" "Protocolmanagerinstellingen" "Instellen vochttoediening" "Help" "Vloeistof A" 15.1 Systeeminstellingen Systeeminstellingen stelt de beheerder in staat de instellingen die van invloed zijn op het totale systeem te configureren. Kies na het starten van het menu Setup, selecteer dan Systeem-Setup. Figuur 15 - 1: Instellingscategorieën (Systeem-Setup) Selecteer een optie in Systeeminstellingen of ga naar het volgende scherm voor extra opties.
15 - 74 MEDRAD® MRXperion De parameter instellen voor de geselecteerde optie. Figuur 15 - 3: Optie Parameters voor Audioniveau scherm - Systeemconfiguratie Selecteer OK. Selecteer Ja om te bevestigen en sla de wijzigingen op. 15.1.1 Configureerbare opties in Systeeminstellingen Configureerbare optie Beschrijving Taal...
Gebruikershandleiding 15 - 75 15.3 Protocolmanagerinstellingen Met de Protocolmanagerinstellingen kan de apparaatbediener de volgorde en de weergave van de protocollen beheren die zijn opgeslagen in de protocolmanager. Voor het opstellen of bewerken van een protocol, zie "Sectie 10.1 - Aanmaken of bewerken van een protocol".
15 - 76 MEDRAD® MRXperion 15.3.2 Protocollijst opnieuw indelen Ga naar SETUP > SETUP PROTOCOLBEHEER en selecteer het protocol dat u wilt verplaatsen. Selecteer Omhoog of Omlaag. Figuur 15 - 6: Protocollijst opnieuw indelen 15.3.3 Protocol naar een nieuwe regio verplaatsen Ga naar SETUP >...
Gebruikershandleiding 15 - 77 15.3.5 Naam van een regio wijzigen Ga naar SETUP > SETUP PROTOCOLBEHEER en selecteer de regio waarvan u de naam wilt wijzigen. Selecteer NAAM WIJZIGEN. Figuur 15 - 8: Naam van een regio wijzigen Voer de naam in met behulp van het toetsenbord dat verschijnt en selecteer Invoeren. Selecteer OK, selecteer vervolgens Ja in het bevestigingsvenster om wijzigingen op te slaan.
Pagina 88
15 - 78 MEDRAD® MRXperion Selecteer een optie voor Instellen vochttoediening (1) of ga verder naar het volgende scherm voor extra opties (2). Figuur 15 - 10: Instelscherm (Vloeistofafgifte-Setup) De parameter instellen voor de geselecteerde optie. Figuur 15 - 11: Optie Parameters (Vloeistofafgifte-Setup) Selecteer OK.
Gebruikershandleiding 15 - 79 15.4.1 Configureerbare opties van Vloeistofafgifte-Setup Configureerbare optie Beschrijving Stelt de injectiespuit in die gebruikt voor het voorvullen van de leiding. Selecteer A om Voorvulbron Injectiespuit A (contrast) te configureren als voorvulbron. Selecteer B om Injectiespuit B (zoutoplossing) te configureren als voorvulbron.
15 - 80 MEDRAD® MRXperion 15.4.2 Instellen soort contrastmiddel 15.4.2.1 Een nieuw soort contrastmiddel toevoegen OPMERKING: Het systeem bevat geen informatie over het contrastmiddel op het productiemoment. De operator moet de lijst van contrastmiddelen creëren door nieuwe contrasttypes toe te voegen. Raadpleeg de meest recente doseringsinformatie van de fabrikant van de bijsluiter wanneer u contrastmiddelen toevoegt.
Gebruikershandleiding 15 - 81 Grootte van injectieflacon: Selecteer een bestaande flacongrootte uit de lijst (3) of voeg een nieuwe flacongrootte toe door Nieuwe toevoegen (4) en voer de flacongrootte (5) in. Selecteer Invoeren (6) om de nieuwe flacongrootte aan de lijst toe te voegen. Selecteer de flacongrootte uit de lijst. Dosering: Selecteer een bestaande dosering uit de lijst (3) of voeg een nieuwe dosering toe door Nieuwe toevoegen (4) te selecteren en de dosering (5) in te voeren.
15 - 82 MEDRAD® MRXperion Grootte van injectieflacon: Selecteer een bestaande flacongrootte uit de lijst (3) of voeg een nieuwe flacongrootte toe door Nieuwe toevoegen (4) en voer de flacongrootte (5) in. Selecteer Invoeren (6) om de nieuwe flacongrootte aan de lijst toe te voegen. Selecteer de flacongrootte uit de lijst. Dosering: Selecteer een bestaande dosering uit de lijst (3) of voeg een nieuwe dosering toe door Nieuwe toevoegen (4) te selecteren en de dosering (5) in te voeren.
15.5 Help Vanuit het Help-scherm kunnen apparaatbedieners van toepassing zijnde octrooi-informatie, gelicentieerde functies en de softwareversie van hun systeem bekijken. Informatie met betrekking tot de handleiding en Bayer is ook terug te vinden op de Help-scherm. 15.5.1 Toegang tot het Help-systeem Open de systeeminstellingen door Start menu (1) te openen.
15 - 84 MEDRAD® MRXperion 15.6 Vloeistof A Bij selectie van Vloeistof A worden de als laatste voor vloeistof A ingevoerde waarden weergegeven. Druk op OK om opnieuw te selecteren of op Annuleren om nieuwe waarden te kiezen. Zie de handleiding voor Certegra®-applicaties en werkstationaccessoires.
Gebruikershandleiding 16 - 85 Systeemmeldingen Het systeem toont berichten op het scherm als zich omstandigheden of gebeurtenissen voordoen. Er zijn drie type basismeldingen: Type 1 berichten Type 2 berichten Type 3 berichten 16.1 Type 1 Berichten Type 1 berichten geeft informatie over de huidige status van het systeem en verdwijnen automatisch. Deze berichten worden meestal weergegeven in de rechterbenedenhoek van het scherm.
Het injectiesysteem niet gebruiken als er een foutmelding wordt weergegeven die niet gecorrigeerd kan worden en/of het systeem niet goed werkt, gebruik dan niet het inspuitsysteem. Bel Bayer voor assistentie. Type 3 berichten zijn berichten van systeemstoringen en vereisen dat het systeem wordt losgekoppeld van de stroom toevoer.
Risico voor de werking - Ernstig letsel of overlijden kan het gevolg zijn wanneer het injectiesysteem niet volgens de instructies van Bayer wordt onderhouden. Het systeem werkt mogelijk niet volgens de specificaties als het niet is gekalibreerd of onderhouden volgens de instructies van Bayer. MEDEDELING Elektromechanisch gevaar - kan leiden tot beschadiging van de uitrusting.
17 - 88 MEDRAD® MRXperion 17.1 Als zoutoplossing of contrastmiddel gemorst is MEDEDELING Elektromechanisch gevaar - kan leiden tot beschadiging van de uitrusting. Gebruik geen reinigingsmiddelen met quaternaire ammoniumverbindingen (bijv. dimethyl (ethylbenzyl) ammoniumchloride) zoals reinigingsmiddelen van het merk Sani-Cloth, CaviWipes en ZEP en/of ethylalcohol zoals Lysol en Clorox op de zuigerstang of de spuitaansluiting.
Gebruikershandleiding 17 - 89 Schakel de voeding naar de injector uit. Reinig de oppervlakken van de injectorkop (behalve de zuigerstangen en spuitaansluiting; zie Figuur 17 - 3: De zuigerstang van de injector) met een schoon, zacht, niet-pluizend doekje dat is bevochtigd met warm water (nat, maar niet druipnat) ten minste 1 minuut tot ze zichtbaar schoon zijn.
17 - 90 MEDRAD® MRXperion Frequentie: Dagelijks en bij zichtbare verontreiniging Materiaal: Schoon, zacht, pluisvrij doekje Warm water Reinigingsmiddel: Gebruik in de Verenigde Staten Sani-Cloth® Plus Germicidal Disposable Cloth (EPA-registratienr. 9480-6) of CaviWipes™ Disinfecting Towelettes (EPA-registratienr. 46781-8), tenzij hierboven anders vermeld. Gebruik in alle andere landen Sani-Cloth®...
Als defecten worden geconstateerd, repareert u het systeem of neemt u voor service contact op met de plaatselijke Bayer-vestiging of de erkende dealer in uw regio. Gebruik het systeem niet voordat het probleem is opgelost. Als op enig oppervlak van het apparaat zichtbare verontreiniging aanwezig is, volgt u het hieronder beschreven reinigingsproces voordat u de systeem gebruikt.
17 - 92 MEDRAD® MRXperion 17.3.3 De zuigerstangen en spuitaansluiting reinigen MEDEDELING: Elektromechanisch gevaar - kan leiden tot beschadiging van de uitrusting. Gebruik geen reinigingsmiddelen met quaternaire ammoniumverbindingen zoals Sani-Cloth Plus, CaviWipes en/of ethylalcohol zoals Lysol op de zuigerstang of de spuitaansluiting. Frequentie: Dagelijks 17.3.3.1 Zuigerstangen Figuur 17 - 3: De zuigerstang van de injector...
Gebruikershandleiding 17 - 93 17.3.3.2 Spuitaansluiting Figuur 17 - 4: Spuitaansluiting (1) en sensorvenster van de spuit (2) Materiaal: Schoon, zacht, pluisvrij doekje Wattenstokje Warm water Schakel de voeding naar de injector in. Trek beide zuigerstangen met behulp van de zuigerregelaars helemaal terug. Schakel de voeding naar de injector uit.
17 - 94 MEDRAD® MRXperion 17.3.4 Het onderstel en de bodemplaat reinigen MEDEDELING: Elektromechanisch gevaar - kan leiden tot beschadiging van de uitrusting. Gebruik geen chloorbleekmiddel of gelijkwaardige producten op het onderstel. Frequentie: Dagelijks Materiaal: Schoon, zacht, pluisvrij doekje Warm water Reinigingsmiddel: Gebruik in de Verenigde Staten Sani-Cloth®...
Gebruikershandleiding 17 - 95 17.3.5 Het scherm van het werkstation reinigen Frequentie: Dagelijks MEDEDELING Elektromechanisch gevaar - kan leiden tot beschadiging van de uitrusting. Spuit geen schoonmaakmiddelen rechtstreeks op het scherm van het werkstation. Spuit geen water of reinigingsoplossingen op het achteroppervlak van het werkstation. Gebruik geen reinigingsmiddelen met fenol.
Eenmaal per maand moet het hele systeem grondig worden geïnspecteerd en gereinigd en moet een werkingscontroleprogramma worden uitgevoerd. Koppel het systeem voor reiniging los van de netvoeding. Als een defect wordt geconstateerd, voert u een reparatie uit of belt u Bayer voor onderhoud. Gebruik het systeem niet voordat het probleem is opgelost. 17.4.1 Werkingscontrole Een basiscontrole van de werking van het systeem moet deel uitmaken van het reguliere onderhoud.
Neem contact op met uw plaatselijke Bayer-vestiging of een erkende dealer in uw regio voor nadere informatie. Raadpleeg het achterblad van deze handleiding voor adresgegevens en telefoon- en faxnummers.
Gebruikershandleiding 18 - 99 Specificaties "Specificaties werkstation" "Specificaties werkstation met bedieningskastje" "Specificaties injector (scanruimte-unit)" "Omgevingsspecificaties" "Capaciteit van het systeem" "Warmteproductie (bij benadering)" "Beveiliging tegen toediening van te hoge of te lage doses" "Prestaties vloeistofafgifte" "Vloeistofprestaties systeem" "Knoppen voor vooruit en achteruit" "Specificaties netsnoer"...
Invoer- en uitvoeraansluitingen glasvezelkabel met het systeem. Aansluiting geldt niet voor de MEDRAD® MRXperion. Niet bestemd voor gebruik Aansluitpunt handschakelaar met het systeem. Servicepoorten - niet afgebeeld (uitsluitend voor gebruik door Bayer) 18.1.3 Voedingsvereisten werkstation 100-240 VAC 50-60 Hz 1,3 A...
18.2.2 Aansluitingen bedieningskastje, werkstation met bedieningskastje Pictogram Beschrijving Pictogram Beschrijving Duidt de ethernetaansluiting aan Duidt de aansluiting voor de (uitsluitend bestemd voor gebruik handschakelaar aan. door Bayer). Duidt de invoer- en Duidt de ethernetaansluiting aan uitvoeraansluitingen van (voor aansluiting op het scherm). de glasvezelkabel aan.
Duidt aansluiting aan die niet geldt voor de MEDRAD® MRXperion. Niet bestemd voor gebruik met het systeem. 18.2.3 Aansluitingen beeldscherm, werkstation met bedieningskastje OPMERKING: De weergegeven beeldschermaansluitingen zijn uitsluitend bestemd voor gebruik door Bayer. Pictogram Pictogram (indien van Beschrijving (indien van...
18.4.4 EMI/RFI Het injectiesysteem is geclassificeerd als apparatuur van groep 1, klasse A in overeenstemming met de vereisten van IEC 60601-1-2. Door Bayer geleverde accessoires voldoen aan deze norm. 18.4.5 Bescherming tegen binnendringende vloeistoffen Conform IEC 60601-1 is de unit in de scanruimte geclassificeerd als druppelbestendige apparatuur. De onderdelen van...
18 - 106 MEDRAD® MRXperion 18.5 Capaciteit van het systeem OPMERKING: Sommige systeemfuncties veranderen als er een voorgevulde-spuitadapter (PFA) is geïnstalleerd. Raadpleeg de handleiding voor de MEDRAD® MRXperion voorgevulde-spuitadapter voor nadere informatie. SPUIT A: wegwerpbaar 65 ml SPUIT B: wegwerpbaar 115 ml 0,5 ml tot max.
Nauwkeurigheid flowsnelheid KVO 1 ml/s +/- 0,2 ml/s 18.9 Vloeistofprestaties systeem De prestaties van het injectiesysteem zijn getest met gebruikmaking van door Bayer geleverde wegwerpartikelen en de katheters in tabel 18 - 2. 18.9.1 Factoren van invloed op de flowsnelheid Het vermogen van een injector om druk op te wekken, is slechts één van de factoren die van invloed zijn op de maximale...
Individuele resultaten kunnen verschillen. De resultaten van de prestaties voor de maximale flowsnelheid werden bereikt met de onderdelen en omstandigheden die in deze paragraaf worden beschreven. Andere onderdelen en/of omstandigheden kunnen tot andere resultaten leiden. Tabel 18 - 2: Maximale flowsnelheid in steady-state met 96-inch LPCT van Bayer Katheter 20 gauge...
Voordat u het werkstation afvoert, moet deze informatie van de vaste schijf in het systeem worden verwijderd. Neem contact op met Bayer of een bevoegde lokale dealer voor nadere informatie. Raadpleeg het achterblad van deze handleiding voor contactgegevens.
Het systeem is bestemd voor aansluiting met de onderstaande specifieke hulpmiddelen en mag niet worden gebruikt met andere medische hulpmiddelen of andere technologieën voor medische hulpmiddelen. OPMERKING: De gebruiksspecificaties, opties, accessoires en beschikbare functies kunnen per land verschillen. Raadpleeg uw plaatselijke vertegenwoordiger van Bayer en landspecifieke bedieningsinstructies. 19.1 MEDRAD® MRXperion MR-injectiesysteem Cataloognummer MEDRAD® MRXperion MR-injectiesysteem MRXP 200 19.2 Spuitsets voor het MEDRAD®...
IEC 60601-1-2 / 2e, 3e en 4e editie. WAARSCHUWINGEN Voor een goede werking mogen alleen accessoires en opties worden gebruikt die zijn geleverd door Bayer en die specifiek bestemd zijn voor het systeem. Andere, niet door Bayer goedgekeurde accessoires en opties kunnen schade aan het apparaat veroorzaken en kunnen leiden tot een toename in de emissies of een afname van de immuniteit van het systeem.
Pagina 124
20 - 114 MEDRAD® MRXperion LET OP Het systeem kan de vrijgave annuleren of dienst weigeren als het wordt blootgesteld aan sterke magnetische velden. Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur kan het systeem beïnvloeden. Aanbevolen tussenafstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en het systeem Het systeem is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen worden beheerst.
Pagina 125
Bedieningshandleiding 20 - 115 Leidraad en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische immuniteit Het systeem is bedoeld voor gebruik in de hieronder aangegeven elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van het systeem dient ervoor te zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest Testconformiteitsniveau IEC 60601 Elektromagnetische omgeving - leidraad...
Pagina 126
20 - 116 MEDRAD® MRXperion Leidraad en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische immuniteit Het systeem is bedoeld voor gebruik in de hieronder aangegeven elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van het systeem dient ervoor te zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest Testconformiteitsniveau IEC 60601 Elektromagnetische omgeving - leidraad...
Pagina 128
Based on 3038591 Rev. M Bayer behoudt zich het recht voor op elk gewenst moment en zonder voorafgaande kennisgeving of verplichting de in dit document beschreven specificaties en kenmerken te wijzigen of de productie van het beschreven product of de beschreven service te staken. Neem contact op met de bevoegde vertegenwoordiger van Bayer voor de meest recente informatie.