Gebruikershandleiding
Naam
Zuigerbesturing
naar voren en
8
naar achteren
(Kant A of B)
9
Testinjectie
10
KVO
11
Inschakelen
12
Start/uitstellen
13
Afbreken
Handmatige
14
knoppen
Systeemstatusindica
15
toren
16
Attentielampje
17
ml
Icoon (Indien van
Beschrijving
toepassing)
Beweegt zuiger naar voren en naar achteren (variabele snelheid).
Brandt wanneer ingeschakeld.
Wanneer ingedrukt, wordt er een testinjectie gestart gebaseerd op
door de apparaatbediener ingestelde parameters. Wanneer deze
knippert, geeft dit aan dat de apparaatbediener een testinjectie
kan uitvoeren om de doorgankelijkheid van de aansluiting naar de
patiënt te bepalen.
De kop moet zo worden gericht dat de injectiespuiten naar beneden
wijzen en de Ik heb op lucht gecontroleerd bevestigd moet worden
om deze functie te kunnen gebruiken.
Wanneer ingedrukt, is de KVO (Keep Vein Open) functie geactiveerd.
Wanneer deze knippert, geeft dit aan dat de apparaatbediener KVO
kan starten om de doorgankelijkheid van de aansluiting naar de
patiënt te behouden.
De kop moet zo worden gericht dat de injectiespuiten naar beneden
wijzen en de Ik heb op lucht gecontroleerd bevestigd moet worden
om deze functie te kunnen gebruiken.
Wanneer ingedrukt, wordt het systeem ingeschakeld.
De kop moet zo worden gericht dat de injectiespuiten naar beneden
wijzen en de Ik heb op lucht gecontroleerd bevestigd moet worden
om deze functie te kunnen gebruiken.
Wanneer ingedrukt, wordt er een injectie gestart wanneer het
systeem is ingeschakeld. Als deze wordt ingedrukt tijdens een
injectie, wordt de injectie geblokkeerd.
Beëindigt de injectie en schakelt de injector uit.
Stelt de apparaatbediener in staat de zuiger handmatig te
verplaatsen wanneer de injector niet is ingeschakeld.
Ingeschakeld en injectiestatusindicatoren.
Gaat branden om de apparaatbediener te waarschuwen. Zie
"Hoofdstuk 7 - Systeemlampjes en indicatoren"
informatie.
Geeft vloeistof volume-eenheid weer, ongeacht de oriëntatie van het
injectorhoofd.
Hoge snelheid
Lage snelheid
6 - 31
voor meer