Gebruikershandleiding
OPMERKING:
Andere handelingen die de injector uitschakelen, zoals de injectiespuit verwijderen, de
Uitschakelen knop indrukken en injectie-onderbreking, stoppen ook de KVO.
OPMERKING:
Indien tijdens KVO een occlusie ontstaat, zal het systeem dit detecteren nadat 4 of minder KVO-
bolussen niet afgegeven konden worden. (De occlusie wordt gedetecteerd na 1 minuut of korter
als de KVO-interval is ingesteld op 15 seconden of na 5 minuten of korter als de KVO-interval is
ingesteld op 75 seconden.) Zie
instellen van KVO-intervallen.
12.3 Starten van een injectie
WAARSCHUWING
Bloedvatgevaar - Kan tot ernstig letsel bij de patiënt leiden.
Volg de technieken van de instelling voor het beperken van extravasatie.
Om te bevestigen dat de vene goed is aangeprikt, kan een testinjectie met gering volume worden toegediend.
Het is aan te bevelen dat de operator in de beginfase van de injectie bij de patiënt blijft en de patiënt de instructie geeft
onmiddellijk te waarschuwen indien zich tijdens de injectie pijn of gevoelsverandering voordoet.
Controleer op extravasatie van contrastmiddel of zoutoplossing tijdens de injectie.
Stop de injectie en raadpleeg het betreffende instellingsbeleid voor behandeling als er extravasatie wordt geconstateerd.
1.
Druk op de injectorkop, op het werkstation of op de handschakelaar op Starten/Onderbreken.
OPMERKING:
Zie
"Hoofdstuk 7 - Systeemlampjes en indicatoren"
de systeemlampjes bij vrijgave, tijdens een injectie en/of tijdens een onderbreking.
OPMERKING:
Als het protocol een onderbrekingsfase bevat, onderbreekt het systeem de injectie totdat de
operator op de injectorkop, het werkstation of de handschakelaar op Starten/Onderbreken
drukt om het protocol te hervatten.
12.4 Uitstellen door apparaatbediener
Als de operator tijdens een injectiefase op Starten/Onderbreken drukt, onderbreekt het systeem de injectie totdat de
operator op de injectorkop, het werkstation of de handschakelaar op Starten/Onderbreken drukt om het protocol
te hervatten.
OPMERKING:
Indien een apparaatbediener een uitstelling instelt, wordt de Herinnering verstreken tijd stil gezet.
De Herinnering verstreken tijd begint wanneer de apparaatbediener het protocol weer start.
12.5 Afbreken van een injectie
Om de injectie op enig moment af te breken, drukt u op het werkstation of de injectorkop op de knop Afbreken. Een injectie
kan ook afgebroken worden als het injectorhoofd tijdens een injectie rechtop wordt gezet.
"Sectie 15.4 - Instellen vochttoediening"
voor een beschrijving van de werking van
12 - 63
voor informatie over het