BLUETOOTH PAIRING
Pairing
Voordat twee Bluetooth-ap-
paraten verbinding met elkaar
kunnen maken, moeten ze el-
kaar herkend hebben. Deze
procedure van wederzijdse
herkenning noemt men "Pai-
ring". Eenmaal herkende ap-
paraten worden opgeslagen,
zodat de pairing alleen bij het
eerste contact uitgevoerd hoeft
te worden.
Bij sommige mobiele
eindapparaten, bijv. met
het besturingssysteem iOS,
moet voorafgaand aan het ge-
bruik de BMW Motorrad Con-
nected app worden geopend.
Bij de pairing zoekt het instru-
mentenpaneel binnen zijn ont-
vangstbereik naar andere voor
Bluetooth geschikte apparaten.
Opdat een tweede apparaat
herkend kan worden, moet aan
de volgende voorwaarden wor-
den voldaan:
de Bluetooth-functie van het
apparaat moet geactiveerd
zijn
het apparaat moet voor an-
dere "zichtbaar" zijn
andere voor Bluetooth ge-
schikte apparaten moeten uit-
geschakeld zijn (bijv. mobiele
telefoons en navigatiesyste-
men).
Raadpleeg de handleiding van
uw communicatiesysteem voor
de benodigde stappen.
Pairing uitvoeren
Het menu
Instellingen
Verbindingen
In het menu
kunnen Bluetooth-verbindin-
gen worden geconfigureerd,
beheerd en gewist. De vol-
gende Bluetooth-verbindingen
worden weergegeven:
Mobiel apparaat
Best. helm
Pass. helm
De verbindingsstatus voor
mobiele eindapparaten wordt
weergegeven.
Mobiel eindapparaat
verbinden
Pairing uitvoeren. (
Bluetooth-functie van het mo-
biele eindapparaat activeren
(zie handleiding van het mo-
biele eindapparaat).
Mobiel apparaat
ren en bevestigen.
Nieuw mobiel app. kopp.
selecteren en bevestigen.
Er wordt naar mobiele eindap-
paraten gezocht.
oproepen.
VERBINDINGEN
85)
selecte-
85
,