230
ONDERHOUD
STARTHULP
VOORZICHTIG
Aanraken van spanningvoe-
rende onderdelen van het
ontstekingssysteem als de
motor draait
Stroomstoot
Bij draaiende motor geen
onderdelen van het ontste-
kingssysteem aanraken.
LET OP
Te hoge stroom bij starthulp
van de motorfiets
Kabelbrand of beschadiging
van de elektronica van de
motorfiets
De motorfiets niet via de
contactdoos, maar uitslui-
tend via de accupool met
hulp van een externe accu
starten.
LET OP
Contact tussen de pooltan-
gen van de startkabels en de
motorfiets
Gevaar voor kortsluiting
Startkabels met volledig ge-
ïsoleerde poolklemmen ge-
bruiken.
LET OP
Starten met hulp van een ex-
terne accu met een spanning
hoger dan 12 V
Beschadiging van de elektro-
nica van de motorfiets
De accu van het stroomle-
verende voertuig moet een
spanning van 12 V hebben.
De motorfiets neerzetten en
daarbij erop letten dat de on-
dergrond vlak en stevig is.
De berijders-buddyseat ver-
wijderen. (
Tijdens de starthulp de accu
niet van het boordnet losma-
ken.
De beschermkap 1 verwijde-
ren.
Met de rode startkabel de
pluspool 3 van de ontladen
accu met de pluspool van de
hulpaccu verbinden.
De zwarte startkabel op de
massapool van de hulpaccu
140)