Advertenties
108
GEBRUIK
ONDERSTELINSTELLING
(DSA)
Demping instellen
met Dynamic Suspension Ad-
justment
SU
De demping kan tijdens
het rijden worden inge-
steld.
Het contact inschakelen.
(
97)
Functie
Demping
multischakelaar toewijzen
(
79).
Gewenste instelling uitvoeren.
De demping kan afhankelijk
van de rijmodus in verschil-
lende settings 1 worden inge-
steld.
In de rijmodi ECO, RAIN, ROAD,
DYNAMIC en DYNAMIC PRO
kan uit de volgende settings
worden gekozen:
Road
aan de
Dynamic
In de rijmodi ENDURO en
ENDURO PRO is de setting
actief.
Enduro
De dempingseigenschappen
van de settings kunnen voor
een verdere individualisering in
5 standen worden aangepast.
Voor het aanpassen van het
Settings menu
,
gen
Assist
roepen.
Setting
Road
selecteren en het
Enduro
menu
Dempingsconfigu-
oproepen.
ratie
De instelling
teren om de demping te ver-
minderen.
De instelling
ren om de demping te verho-
gen.
Rijhoogte instellen
met Adaptieve hoogterege-
ling
SU
Het contact inschakelen.
(
97)
Functie
Rijhoogte
multischakelaar toewijzen
(
79).
Gewenste instelling uitvoeren.
Instellin-
,
op-
Demping
,
of
Dynamic
of
selec-
-1
-2
of
selecte-
+1
+2
aan de
Advertenties
