166
RIJDEN
tot sterke belastingswisselin-
gen leiden. BMW Motorrad
adviseert in deze rijsituaties
met koppelingsbediening te
schakelen.
In de volgende situaties vindt
geen schakelondersteuning
plaats:
Met bediende koppeling.
Schakelpedaal bevindt zich
niet in de uitgangspositie
Om een volgende schakelpro-
cedure met de schakelassis-
tent Pro te kunnen uitvoeren,
het schakelpedaal na de scha-
kelprocedure volledig ontlas-
ten.
Zie voor nadere informatie
over de schakelassistent Pro
het hoofdstuk "Techniek in
detail" (
200).
REMMEN
Hoe wordt de kortst
mogelijke remweg bereikt?
Bij het remmen verandert de
dynamische lastverdeling tus-
sen het voor- en achterwiel.
Hoe sterker wordt afgeremd,
hoe zwaarder het voorwiel
wordt belast. Hoe hoger de
wiellast, hoe groter de rem-
kracht die kan worden overge-
dragen.
Om de kortst mogelijke rem-
weg te bereiken, moet de voor-
wielrem krachtig en progres-
sief worden bediend. Daardoor
wordt de dynamische belas-
tingverhoging op het voorwiel
optimaal benut. Tegelijkertijd
moet ook de koppeling wor-
den bediend. Bij de vaak ge-
oefende "noodstop", waarbij
de remdruk zo snel mogelijk
en met alle kracht wordt opge-
wekt, kan de dynamische as-
lastverdeling de vertraging niet
volgen en kan de remkracht
niet volledig op de rijbaan wor-
den overgebracht.
Het blokkeren van het voorwiel
wordt door het BMW Motorrad
Integral ABS Pro verhinderd.
Noodstop
Als bij snelheden >50 km/h
sterk wordt afgeremd, worden
de achteropkomende verkeers-
deelnemers bovendien gewaar-
schuwd door het snel knippe-
ren van het remlicht.
Als daarbij tot <15 km/h wordt
afgeremd, wordt de alarmlicht-
installatie ingeschakeld. Vanaf
een snelheid van 20 km/h
wordt de alarmlichtinstallatie
automatisch weer uitgescha-
keld.