56 Verlichting, ruitenwissers en -sproeiers ›
Ruitenwisserarmen van de ruit wegklappen via het
infotainment
›
In het infotainment het volgende menu selecteren.
Buiten Spiegels en wissers
›
Het menupunt voor de servicestand van de ruiten-
wisserarmen selecteren.
Of:
Buiten
›
Door een zijwaartse vingerbeweging het beeld-
scherm met het menupunt Spiegels en wissers selecte-
ren.
›
Het menupunt Spiegelen en wissers en vervolgens de ser-
vicestand van de ruitenwisserarmen selecteren.
Ruitenwisserbladen vervangen
VOORZICHTIG
Gevaar voor ongevallen!
De ruitenwisserbladen een- tot tweemaal per jaar
▶
vervangen.
›
De ruitenwisserarm van de ruit wegklappen.
drukken.
Deksel voor het bijvullen van de
ruitensproeiervloeistof
Deksel voor het bijvullen van de ruitensproeiervloeistof
›
De borging indrukken
en het wisserblad ver-
wijderen.
›
Het nieuwe wisserblad
aanbrengen tot deze
vastklikt.
›
De ruitenwisserarm op
de ruit terugklappen.
›
Het contact inschake-
len en de bedienings-
hendel naar beneden
Verwarming en airconditioning
Handbediende airconditioning
Waarop letten
We adviseren een verschil van max. 5 °C tussen de
▶
buitentemperatuur en de interieurtemperatuur aan
te houden.
We adviseren om het koelsysteem ongeveer 10
▶
minuten vóór het einde van de rit uit te schakelen
om geurvorming te voorkomen.
Een keer per jaar wordt een desinfectie van de air-
▶
conditioning aanbevolen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor condensvorming!
De ventilator altijd ingeschakeld laten.
▶
Werkingsvoorwaarden van de koelfunctie
✓ De buitentemperatuur is hoger dan 2 °C.
✓ De motor draait.
✓ De ventilator is ingeschakeld.
Overzicht van de bedieningselementen van de
handmatige airconditioning
›
onder het infotainment indrukken
fotainmentbeeldscherm aantippen, om de bedie-
ningsopties weer te geven.
Luchtuitstroomrichting instellen
A
Handbediende airconditioning in-/uitschakelen
B
Temperatuur instellen
C
Ventilatortoerental instellen
D
Koelfunctie in-/uitschakelen
Circulatiefunctie in-/uitschakelen
Overige instellingen van de handbediende aircon-
ditioning
Tijdens de werking van de airconditioning kan on-
der bepaalde omstandigheden het stationair toeren-
tal automatisch worden verhoogd.
op het in-