128 Bestuurdershulpsystemen ›
›
Om de regeling te hervatten, het gaspedaal intrap-
pen of de hendel in stand
Inhalen
Indien uw wagen naar de linker rijbaan wisselt en
geen voorligger wordt herkend, accelereert ACC tot
de ingestelde snelheid.
Statusweergave op het display van het instrumen-
tenpaneel
brandt - ACC is geactiveerd
brandt - Regeling is actief
Bij het starten van de regeling wordt de ingestelde
snelheid weergegeven.
brandt - ACC vertraagt niet voldoende
›
Het rempedaal intrappen.
Bediening
Met de hendel bedienen
ACC activeren (regeling inactief)
Regeling starten of weer herstellen / snel-
heid met sprongen van 1 km/h verhogen (te-
gen de veerdruk in)
Regeling onderbreken (tegen de veerdruk in)
ACC deactiveren
Snelheid met sprongen van 10 km/h verho-
gen
Snelheid met sprongen van 10 km/h verla-
gen
Afstandsniveau instellen
Regeling starten / snelheid in sprongen van
1 km/h verlagen
Regeling met de actuele snelheid starten
›
aantippen.
Of:
Automatische afstandsregeling (ACC)
›
Indien geen snelheid is opgeslagen, de hendel te-
zetten.
gen de veerdruk in stand
Afstandsniveau instellen
›
De schakelaar
Voor een tijdelijke acceleratie
›
Het gaspedaal intrappen.
De wagen accelereert, de regeling wordt tijdelijk on-
derbroken. Na het loslaten van het gaspedaal wordt
de regeling weer hervat.
Snelheidsregeling onderbreken
Na het intrappen van het rempedaal.
▶
Bij langdurig intrappen van het koppelingspedaal.
▶
Na een ESC-ingreep.
▶
Na de deactivering van de ASR.
▶
Regeling weer herstellen
›
Indien een snelheid is opgeslagen, de hendel tegen
de veerdruk in stand
De wagen wordt met de ingestelde snelheid gere-
geld. De ingestelde snelheid wordt op het display
van het instrumentenpaneel weergegeven.
Functiebeperking
WAARSCHUWING
Wees bijzonder attent en alert in de volgende situ-
▶
aties.
Regeling overeenkomstig het voertuig op de
naastgelegen rijstrook
Indien uw wagen bij een snelheid van meer dan 80
km/h sneller rijdt dan het voertuig op de naastgele-
gen rijstrook, kan het voorkomen dat uw wagen
overeenkomstig dit voertuig wordt geregeld.
tegen de veerdruk in stand
of
zetten.
Op het display verschijnt
de lijn
standsverschuiving aan-
geeft.
›
Met de schakelaar
afstandsniveau instel-
len.
zetten.
zetten.
, die de af-
A
het gewenste