118 Starten en rijden ›
Rijmodus van de wagen
›
De trekstang in de richting van de pijlen
losmaken.
›
De trekstang tot de aanslag uitgetrokken houden
en de knop
indrukken.
B
Rijmodus van de wagen
Gebruiksdoel
De rijmodus biedt de mogelijkheid om het rijgedrag
aan te passen aan de gewenste rijstijl.
Overzicht
De weergave van informatie over de geselecteerde
rijmodus vindt plaats in de statusbalk op het infotain-
mentbeeldscherm en op het digitale instrumenten-
paneel.
Modus Eco
De Eco-modus is geschikt voor een rustige rijstijl en
helpt bij het verminderen van het brandstofverbruik.
Modus Comfort
De Comfort-modus is geschikt voor het rijden op
wegen met slecht wegdek of voor lange snelwegrit-
ten.
Modus Normal
De Normal-modus is geschikt voor een normale rijst-
ijl.
Modus Sport
De Sport-modus is geschikt voor een sportieve rijst-
ijl.
Modus Individual
De Individual-modus biedt de mogelijkheid om be-
paalde wagensystemen individueel in te stellen.
Bediening
Rijmodus selecteren
›
De toets
indrukken.
In het infotainment verschijnt een rijmodusmenu.
en
1
2
Informatie over systeeminstellingen van de mo-
A
menteel geselecteerde modus / systeeminstel-
lingen bij geselecteerde Individual-modus
Rijmodusmenu
B
›
De betreffende functietoets
Probleemoplossing
Adaptieve onderstelregeling DCC ontregeld
brandt samen met
›
Voorzichtig verder rijden. De hulp van een spe-
cialist inroepen.
Zuinige rijstijl
Tips voor een zuinige rijstijl en beoordeling
van de zuinigheid
Tips voor een zuinige rijstijl
Onnodig accelereren en remmen vermijden.
▶
Op het schakeladvies letten.
▶
Volgas en te hoge snelheden voorkomen.
▶
Voorkomen van stationair draaien van de motor bij
▶
langere tijd stilstand.
De motor niet bij stilstand laten warmdraaien. Zo
▶
mogelijk direct na het starten van de motor wegrij-
den.
De voorgeschreven bandenspanning in acht ne-
▶
men
» Pagina
Onnodige ballast verwijderen.
▶
Voor het rijden het dakdragersysteem verwijderen,
▶
wanneer dit niet benodigd is.
Elektrische verbruikers alleen zo lang als nodig in-
▶
schakelen.
De ruiten tijdens het rijden niet geopend laten.
▶
Zuiniger rijtoestand
In de volgende situaties vindt een geringe verminde-
ring plaats van het brandstofverbruik.
strumentenpaneel gaat branden.
Het actief cilindermanagement heeft enkele cilin-
▶
ders van de motor tijdelijk gedeactiveerd (geldt
voor bepaalde motortypes).
aantippen.
B
152.
in het in-