Remmen
Waarop letten
WAARSCHUWING
Problemen en defecten van het remsysteem kunnen
de remweg van de wagen verlengen!
GEVAAR
Gevaar voor een storing van de rembekrachtiger!
Tijdens het remmen met een wagen met schakel-
▶
bak, ingeschakelde versnelling en in een laag toe-
rentalbereik, moet het koppelingspedaal worden
ingetrapt.
GEVAAR
Gevaar voor oververhitting van de remmen!
Het rempedaal niet intrappen als niet hoeft te wor-
▶
den geremd.
Indien de standaard gemonteerde voorspoiler is
▶
beschadigd, zorg dan voor luchttoevoer naar de
voorremmen.
Remvloeistofpeil controleren
Controlevoorwaarden
✓ De wagen staat op een horizontale ondergrond.
✓ Motor afgezet.
Controle
Een te laag remvloeistofpeil wordt in het instrumen-
tenpaneel door het branden van
Toch raden wij aan het remvloeistofpeil regelmatig
via het reservoir te controleren.
WAARSCHUWING
Gevaar voor weigerende remmen!
Als het vloeistofpeil binnen korte tijd duidelijk daalt
of tot onder de
markering zakt, kan het remsys-
teem lek zijn.
Niet verder rijden! De hulp van een specialist inroe-
▶
pen.
Specificatie
De remvloeistof moet voldoen aan de norm
VW 501 14. Deze norm voldoet aan de vereisten van
de norm FMVSS 116 DOT4.
Het vloeistofpeil moet in
het gemarkeerde gebied
liggen.
›
Indien het peil onder de
markering ligt, niet
verderrijden.
›
Geen vloeistof bijvul-
len.
›
De hulp van een speci-
alist inroepen.
weergegeven.
Starten en rijden ›
Vervangen
De remvloeistof door een specialist laten verversen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor weigerende remmen!
Indien de termijn voor het verversen van de rem-
vloeistof wordt overschreden, kan er tijdens krachtig
remmen dampbelvorming in het remsysteem optre-
den.
Probleemoplossing
Remvloeistofpeil te laag
brandt
›
Niet verder rijden! De hulp van een specialist
inroepen.
Storing remsysteem en antiblokkeersysteem
brandt samen met
›
Niet verder rijden! De hulp van een specialist
inroepen.
Remblokken versleten
brandt
›
Met de nodige voorzichtigheid naar de
dichtstbijzijnde specialist rijden.
Verminderde remwerking
Vochtige, bevroren, met zout verontreinigde of ge-
corrodeerde remmen kunnen de remwerking beïn-
vloeden.
›
De remmen reinigen door meerdere malen te rem-
men als de verkeersomstandigheden dit toelaten.
Bij afgezette motor werkt de rembekrachtiger niet
›
Het rempedaal krachtiger intrappen.
Elektronische parkeerrem
Bediening
WAARSCHUWING
Gevaar voor blokkering van de toetsen!
De greep voor de vingers voor de toets
▶
leeg blijven.
Handmatig inschakelen
Remmen
121
moet
›
Aan de toets
trek-
ken en deze vasthou-
den.
De volgende symbolen
gaan branden.
in de toets.
▶
in het instrumen-
▶
tenpaneel.