Startproblemen
Probleemoplossing
LET OP
Gevaar voor motorschade!
De wagen niet starten door deze aan te slepen.
▶
De motor slaat niet aan
›
Het contact uitschakelen.
›
30 s wachten en opnieuw starten.
›
Indien de motor niet aanslaat, starten met behulp
van de accu van een andere wagen
de hulp van een specialist inroepen.
De motor slaat niet aan, op het display verschijnt
een melding over de wegrijblokkering
›
De andere wagensleutel gebruiken.
›
Indien de motor niet aanslaat, de hulp van een spe-
cialist inroepen.
Met de startknop kan niet worden gestart, het sys-
teem heeft de sleutel niet herkend
›
De sleutel in de bekerhouder voorin leggen.
›
Op de startknop drukken.
›
Indien de motor niet aanslaat, de hulp van een spe-
cialist inroepen.
De sleutel kan mogelijk niet worden herkend als
de batterij in de sleutel bijna leeg is of als het signaal
wordt gestoord.
De motor kan niet met de startknop worden afge-
zet
›
De startknop ingedrukt houden of tweemaal druk-
ken.
De koelluchtventilator blijft draaien na het afzetten
van de motor
De koelluchtventilator kan na het afzetten van de
motor nog ongeveer 10 min doordraaien. Dit is geen
defect.
De motor maakt geluiden na de koude start
Het verhoogde werkingsgeluid wordt veroorzaakt
door het kortstondig verhoogde motortoerental. Dit
is geen defect.
Start-stopsysteem
Gebruiksdoel
Het start-stopsysteem vermindert schadelijke emis-
sies en de CO
-uitstoot en bespaart brandstof.
2
Als het systeem herkent dat bij het stoppen het
draaien van de motor niet nodig is, wordt de motor
afgezet en voor het wegrijden weer gestart.
Werking
Wagen met schakelbak
Een systeemgerelateerde uitschakeling van de mo-
tor vindt plaats bij het stoppen, bij het schakelen van
de versnellingshendel in de neutrale stand en bij het
loslaten van het koppelingspedaal.
Een systeemgerelateerd starten van de motor vindt
plaats wanneer het koppelingspedaal wordt inge-
trapt.
Wagen met automatische versnellingsbak
» Pagina 143
of
Een systeemgerelateerde uitschakeling van de mo-
tor vindt plaats wanneer wordt gestopt en het rem-
pedaal wordt bediend.
Een systeemgerelateerd starten van de motor vindt
plaats wanneer het gaspedaal wordt bediend. Bij ge-
deactiveerde Auto Hold functie vindt een systeem-
gerelateerd starten plaats na het loslaten van het
rempedaal.
Statusweergave op het display van het instrumen-
tenpaneel
- De motor is door het start-stopsysteem uit-
geschakeld
- De motor is door het start-stopsysteem niet
uitgeschakeld, omdat niet aan de werkings-
voorwaarden is voldaan
Werkingsvoorwaarden
Sommige voorwaarden zijn systeemgerelateerd en
kunnen niet worden beïnvloed of herkend. Daarom
kan het systeem in situaties, die voor de bestuurder
identiek zijn, verschillend reageren.
De bestuurder moet aan de volgende voorwaarden
voldoen.
✓ Het bestuurdersportier is gesloten.
✓ De bestuurder heeft de veiligheidsgordel omge-
gespt.
✓ De snelheid was na de laatste keer stoppen hoger
dan 4 km/h.
Instellingen
Automatische activering
Bij het starten van de motor.
▶
Door het selecteren van de rijmodus Eco
▶
na 118,
Systeem deactiveren/activeren
›
De toets
In het weergegeven menu in het infotainment kan de
functie worden gedeactiveerd of geactiveerd.
Starten en rijden ›
Startproblemen
Bediening.
onder het infotainment indrukken.
115
» Pagi-