120 Starten en rijden ›
Sleepoog en afslepen
Sleepoog en afslepen
Sleepoog
Afdekkap voor verwijderen
Afdekkap achter verwijderen
Sleepoog inbouwen
Na het afslepen
›
Het sleepoog eruit schroeven.
›
De afdekkap aanbrengen.
Wagen afslepen
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
De sleepkabel mag niet verdraaid zijn.
▶
Bij het afslepen met een snelheid van maximaal
▶
50 km/h rijden.
›
Op de afdekkap druk-
ken en deze verwijde-
ren.
›
Op de afdekkap druk-
ken en deze verwijde-
ren.
›
Het sleepoog erin
schroeven.
›
De wielsleutel of een
vergelijkbaar voorwerp
door het sleepoog ste-
ken.
›
Het sleepoog vast-
draaien.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
Voor het afslepen een gevlochten kabel van syn-
▶
thetische vezels gebruiken. Geen gewonden sleep-
kabel gebruiken.
LET OP
De afsleepkabel tijdens het afslepen steeds strak
▶
houden.
Een sleepafstand van 50 km niet overschrijden.
▶
LET OP
Gevaar voor schade aan de versnellingsbak!
Als er geen versnellingsbakolie meer in de versnel-
▶
lingsbak zit, mag de wagen alleen met opgetilde
vooras worden afgesleept of met een bergings-
voertuig worden vervoerd.
Wagens met automatische versnellingsbak mogen
▶
niet met opgetilde achteras worden afgesleept.
Waarom moet de sleepkabel of trekstang worden
bevestigd
Aan het voorste sleepoog.
▶
Aan het achterste sleepoog.
▶
Aan de stang met kogelkop van de af fabriek inge-
▶
bouwde trekhaak.
Aanwijzingen voor de bestuurder van de slepende
wagen
›
Langzaam en zonder schokken wegrijden.
›
Pas gas geven als de kabel gespannen is.
Aanwijzingen voor de bestuurder van de afge-
sleepte wagen
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
Bij afgezette motor werken de rembekrachtiger en
de stuurbekrachtiging niet. Bovendien bestaat het
gevaar dat het stuurslot vergrendelt.
Indien geen motorstart mogelijk is, het contact in-
▶
schakelen!
›
De versnellingshendel in de neutrale stand resp. de
keuzehendel in de stand zetten.