136 Motor, uitlaatsysteem en brandstof ›
Koelvloeistof
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Koud bereik
A
›
Hoge motortoerentallen voorkomen.
Bereik bedrijfswarme motor
B
Bereik te hoge temperatuur
C
Vloeistofpeil controleren en bijvullen
Controlevoorwaarden
✓ De wagen staat op een horizontale ondergrond.
✓ De motor is afgezet en afgekoeld.
Vloeistofpeil controleren
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de motorruimte!
De koelvloeistof niet bijvullen tot boven het ge-
▶
markeerde gebied. De koelvloeistof kan anders bij
opwarming uit het koelsysteem worden gedrukt.
LET OP
In het reservoir moet altijd een geringe hoeveelheid
koelvloeistof aanwezig zijn.
Bij een leeg reservoir geen koelvloeistof bijvullen.
▶
Niet verder rijden! De hulp van een specialist inroe-
▶
pen.
Bijvullen
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar!
Het koelsysteem staat onder druk.
De vuldop van het koelvloeistofexpansiereservoir
▶
niet openen, zolang de motor warm is. De motor la-
ten afkoelen.
Koelvloeistof
Het vloeistofpeil moet in
het gemarkeerde gebied
liggen.
›
Indien het vloeistofpeil
onder de
marke-
ring ligt, koelvloeistof
bijvullen.
›
Een doek op de dop van het reservoir leggen en de
dop voorzichtig losschroeven.
›
Koelvloeistof bijvullen die aan de voorgeschreven
specificatie voldoet.
›
De dop vastdraaien, tot deze vergrendelt.
Specificatie
Voor het bijvullen het koelvloeistofconcentraat
G12evo (TL 774 L) gebruiken.
LET OP
Gevaar voor beschadiging van het koelsysteem en de
motor!
Antivries die niet voldoet aan de voorgeschreven
specificatie kan de bescherming tegen corrosie aan-
zienlijk verminderen.
Probleemoplossing
Koelvloeistofpeil te laag
brandt samen met
Melding controle koelvloeistofpeil noodzakelijk
›
Het koelvloeistofpeil controleren.
Het koelvloeistofpeil is in orde:
›
De zekering voor de koelluchtventilator controle-
ren en deze zo nodig vervangen
kering
vervangen.
De zekering is in orde, het controlelampje brandt op-
nieuw:
›
Niet verder rijden! De hulp van een specialist inroe-
pen.
Koelvloeistoftemperatuur te hoog
brandt samen met
Melding motor oververhit
›
Niet verder rijden.
›
De motor afzetten en laten afkoelen.
›
Na het uitgaan van het controlelampje verder rij-
den.
Motorstoring
brandt samen met
›
Niet verder rijden!
›
De motor afzetten en de hulp van een specialist in-
roepen.
Er is geen koelvloeistof met de juiste specificatie
beschikbaar
›
Gedestilleerd of gedemineraliseerd water bijvullen.
›
De juiste mengverhouding van de koelvloeistof zo
snel mogelijk door een specialist laten corrigeren.
Er is voor het bijvullen ander water gebruikt dan ge-
destilleerd of gedemineraliseerd water:
›
De koelvloeistof door een specialist laten verver-
sen.
» Pagina 144, Ze-