Verlichting, ruitenwissers en -sproeiers ›
knippert sneller - Knipperlicht links uitgevallen
›
Het knipperlicht links controleren.
knippert niet bij aangekoppelde aanhangwa-
gen - Aanhangwagenknipperlicht uitgevallen
›
De aanhangwagenverlichting controleren.
Led-lampje of gloeilampje defect
brandt samen met
Op het display verschijnt informatie over het
betreffende lampje.
›
De hulp van een specialist inroepen.
Koplampen aan binnenzijde beslagen
In de koplamp kan vocht neerslaan. Dit is geen de-
fect.
Onjuiste werking van de automatische aansturing
rijverlichting
›
De voorruit bij de regen-lichtsensor reinigen.
Lichtbundel voor de wagen is duidelijk korter ge-
worden
Koplamp defect.
›
De hulp van een specialist inroepen.
Rijverlichting uitgevallen
Indien een melding over de uitgevallen rijverlichting
wordt weergegeven, werkt het licht in het noodpro-
gramma.
›
Voorzichtig verder rijden.
›
De hulp van een specialist inroepen.
Buitenverlichting COMING HOME,
LEAVING HOME
Werking
De functie COMING HOME schakelt het licht in na
het uitschakelen van het contact en het openen van
het bestuurdersportier. De verlichting wordt na het
aflopen van de ingestelde verlichtingsduur automa-
tisch uitgeschakeld.
De functie LEAVING HOME schakelt het licht in bij
het ontgrendelen van de wagen met de radiografi-
sche afstandsbediening.
Werkingsvoorwaarden
✓ Verslechterd zicht.
✓ De lichtschakelaar staat in de modus
Instellingen
De instelling van de functie vindt als volgt plaats in
het infotainment.
Buitenverlichting COMING HOME, LEAVING HOME
›
›
Door een zijwaartse vingerbeweging het beeld-
scherm met het menupunt Comfortlicht selecteren.
›
Het menupunt Comfortlicht selecteren en de instelling
uitvoeren.
Grootlichtassistent Light Assist
Werking
De grootlichtassistent schakelt het grootlicht auto-
matisch in en uit.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
Het grootlicht zo nodig handmatig in- of uitschake-
▶
len.
Werkingsvoorwaarden
✓ Het systeem is geactiveerd.
✓ De lichtschakelaar staat in de modus
✓ De rijsnelheid ligt boven 30 km/h (voor enkele
landen boven 60 km/h).
✓ Het dimlicht is ingeschakeld.
Bediening
Inschakelen
Uitschakelen
›
Het grootlicht handmatig in- of uitschakelen.
Instellingen
Activering/deactivering
De deactivering of activering van de functie vindt als
volgt plaats in het infotainment.
›
›
Door een zijwaartse vingerbeweging het beeld-
scherm met het menupunt Rijlicht selecteren.
›
Het menupunt Rijlicht selecteren en de functie acti-
.
veren/deactiveren.
Buiten aantippen.
›
De hendel in pijlrichting
drukken.
In het instrumentenpa-
neel brandt
.
Buiten aantippen.
51
.