32 Portieren, ruiten en achterklep ›
Modus voor de ventilatie/ontwaseming van de
vooruit
De toets
onder het infotainment indrukken, om de
modus in te schakelen.
Instellingen
Automatische voorruitverwarming
De voorruitverwarming schakelt automatisch in als
de voorruit kan beslaan.
›
De toets
onder de Climatronic indrukken
het infotainmentbeeldscherm aantippen, om de
voorruitverwarming in te schakelen.
›
Het menupunt voor de automatische voorruitver-
warming selecteren.
Probleemoplossing
Het controlelampje in de toets of onder de toets
knippert
De verwarming functioneert niet vanwege de te lage
acculadingstoestand.
Achterklep - handmatig bediend
Bediening
Openen
De openingsmogelijkheid door het indrukken van de
greep, wordt vanaf een snelheid van 5 km/h gedeac-
tiveerd. Na het stoppen en openen van een portier
wordt deze weer geactiveerd.
Sluiten
Achterklep - handmatig bediend
op
›
De greep indrukken en
de klep optillen.
›
De handgreep
vast-
A
pakken en de klep naar
beneden trekken.
VOORZICHTIG
Gevaar voor het openen van de klep tijdens het rij-
den!
Na het sluiten controleren of de klep goed is ver-
▶
grendeld.
Vertraagde achterklepvergrendeling instellen
Als de achterklep met de toets
wordt ontgrendeld, dan wordt de klep na het sluiten
automatisch weer vergrendeld.
De tijd waarna de achterklep na het sluiten automa-
tisch wordt vergrendeld, kan door een specialist
worden ingesteld.
Achterklep - elektrisch bediend
Bediening
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwondingen!
De klep alleen bedienen, indien zich geen personen
▶
of voorwerpen in het zwenkbereik bevinden.
VOORZICHTIG
Gevaar voor het openen van de klep tijdens het rij-
den!
Na het sluiten controleren of de klep goed is ver-
▶
grendeld.
LET OP
De klep tijdens de beweging niet handmatig slui-
▶
ten.
Voor de bediening van de klep controleren of zich
▶
geen voorwerpen in het zwenkbereik bevinden die
de klep zouden kunnen beschadigen. Eveneens
controleren of zich in de directe omgeving van de
wagen geen voorwerpen bevinden die het interieur
van de wagen en de getransporteerde voorwerpen
kunnen beschadigen.
Indien de klep bij het openen op een obstakel
stoot, stopt de beweging en klinkt een akoestisch
signaal.
Als de klep zelfstandig sluit (bv. door een laag
sneeuw) klinkt een onderbroken signaaltoon.
Greep in de klep
op de sleutel
›
De greep indrukken
om de klep te openen,
te sluiten of de bewe-
ging van de klep te
stoppen.
De openingsmogelijkheid
door het indrukken van
de greep, wordt vanaf
een snelheid van 5 km/h