152 Wielen ›
Bandenspanning
Bandenspanning
Waarop letten
LET OP
De bandenspanning altijd aan de belading aanpas-
▶
sen.
De bandenspanning van alle banden ten minste
▶
eenmaal per maand en voor elke grote rit controle-
ren.
De bandenspanning controleren als de banden
▶
koud zijn. De verhoogde bandenspanning bij warme
banden zo mogelijk niet verminderen.
Na ieder wijzing van de bandenspanning de nieuwe
▶
waarden in de bandencontrole opslaan.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
Bij zeer snel bandenspanningsverlies moet worden
▶
geprobeerd om de wagen voorzichtig en zonder
heftige stuurbewegingen en zonder sterk remmen
tot stilstand te brengen.
Sticker met voorgeschreven
bandenspanningswaarden
De sticker met de voorgeschreven bandenspan-
ningswaarden bevindt zich aan de binnenzijde van de
tankklep.
van de goedgekeurde bandenmaten voor uw
wagen. Deze zijn opgenomen in de technische
wagendocumenten en in de conformiteitsverkla-
ring (het zgn. COC-document).
Bandenspanningswaarde voor de banden van de
D
vooras
Bandenspanningswaarde voor de banden van de
E
achteras
Voorgeschreven bandenspanningswaarde voor
F
het noodreservewiel
Bandencontrole
Werking
De bandenspanningscontrole geeft een verandering
in de bandenspanning aan.
Bandenspanning
A
voor halve belading
Bandenspanning
B
voor volle belading
Banddiameter in inch
C
Deze informatie
dient slechts als in-
formatie voor de
voorgeschreven
bandenspanning. Het
is geen opsomming
Waarschuwing bij een spanningsverandering
brandt
›
De wagen stilzetten.
›
De banden en de bandenspanningen controleren.
Banden met veranderde spanning weergeven
Het menupunt voor de weergave van de bandensta-
tus in het volgende menu selecteren.
Of:
Banden
Functiebeperking
Het systeem kan bij een zeer snel teruglopende ban-
denspanning niet waarschuwen, bv. bij een klapband.
De systeemfunctie kan bv. in de volgende situaties
beperkt zijn.
Ongelijkmatige belasting van de wielen, bv. bij het
▶
rijden met een aanhangwagen.
Sportieve rijstijl.
▶
Rijden op onverharde wegen.
▶
Gemonteerde sneeuwkettingen.
▶
Bandenspanningswaarden opslaan
Bandenspanningswaarden opslaan
›
De toets
onder het infotainment indrukken.
›
In het getoonde menu in het infotainment de func-
tietoets
aantippen.
›
Voor het overige de aanwijzingen op het beeld-
scherm opvolgen.
De bandenspanningswaarden in de volgende geval-
len opslaan.
Verandering van de bandenspanning.
▶
Wisselen van een of meerdere wielen.
▶
Positiewijziging van een wiel op de wagen.
▶
Altijd na 10.000 km of 1x per jaar.
▶
Probleemoplossing
Storing bandencontrole
knippert ongeveer 1 minuut en blijft daarna
branden
›
De wagen stoppen, het contact uitschakelen en de
motor starten.
Indien het symbool
na het starten van de motor
weer knippert, is er een systeemstoring.
›
Voorzichtig verder rijden, de hulp van een specialist
inroepen.