Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

In de lichtschakelaar brandt geen groen controle-
lampje.
Na het inschakelen van het contact wordt auto-
matisch de modus
ingesteld.
Grootlicht
Het grootlicht werkt bij ingeschakeld dimlicht.
brandt het controlelampje
inschakelen - het controlelampje brandt
VOORZICHTIG
Gevaar voor ongevallen!
Met het grootlicht niet andere verkeersdeelnemers
verblinden.
Knipperlicht
Knipperlicht - Comfortknipperen
Met het comfortknipperen kan driemaal met het
knipperlicht worden geknipperd zonder dat de hen-
del omhoog of omlaag hoeft te worden bewogen.
De bedieningshendel naar boven of naar beneden
aantippen.
De betreffende knipperlichten knipperen driemaal.
De hendel in de tegengestelde richting aantippen
om het knipperen voortijdig te beëindigen.

Mistlicht

Verlichting, ruitenwissers en -sproeiers ›
Grootlicht inschake-
A
len - in het instru-
mentenpaneel
brandt het controle-
lampje
Grootlicht uitscha-
B
kelen - in het instru-
mentenpaneel
/ grootlichtsignaal
Rechterknipperlicht
A
inschakelen - in het
instrumentenpaneel
knippert het contro-
lelampje
Linkerknipperlicht
B
inschakelen - in het
instrumentenpaneel
knippert het contro-
lelampje
Schakelaar voor mis-
tlampen/mistachterlicht
Mistlampen - in het
A
instrumentenpaneel
brandt het controle-
lampje
Mistachterlicht - in
B
het instrumentenpa-
neel brandt het con-
trolelampje
De betreffende schakelaar (voor mistlampen/
mistachterlicht) inschakelen.
Het mistachterlicht brandt niet als een accessoire
is aangesloten op het aanhangwagenstopcontact.
Alarmlichten
Voor het in- of uitschakelen de toets
delste gedeelte van de dashboard indrukken.
Als bij ingeschakelde alarmlichten het knipperlicht
wordt ingeschakeld, worden de alarmlichten tijdelijk
uitgeschakeld en knippert alleen het knipperlicht aan
de betreffende wagenzijde.
Het automatisch inschakelen van de alarmlichten kan
bij een heftige remmanoeuvre gebeuren. De alarm-
lichten worden bij het wegrijden of accelereren auto-
matisch uitgeschakeld.
Parkeerlicht aan één zijde
Met het eenzijdige parkeerlicht kan één zijde van de
geparkeerde wagen worden verlicht door het betref-
fende stadslicht in te schakelen.
Bij ingeschakeld parkeerlicht klinkt na het openen
van het bestuurdersportier een akoestisch waar-
schuwingssignaal. Na enkele seconden of na het slui-
ten van het bestuurdersportier stopt het waarschu-
wingssignaal.
Parkeerlicht aan beide zijden
Met het parkeerlicht aan beide zijden kan de gepar-
keerde wagen worden verlicht door het stadslicht in
te schakelen.
Het contact inschakelen.
De lichtmodus
kiezen.
Het contact uitschakelen.
De wagen vergrendelen.
Het licht kan vanwege een te geringe acculadings-
toestand automatisch uitschakelen. Als het parkeer-
licht aan beide zijden bij uitgeschakeld contact wordt
ingeschakeld, wordt het licht niet automatisch uitge-
schakeld.
Bij ingeschakeld parkeerlicht klinkt na het uitschake-
len van het contact en het openen van het bestuur-
dersportier een akoestisch waarschuwingssignaal.
Na enkele seconden of na het sluiten van het be-
stuurdersportier stopt het waarschuwingssignaal.
Buitenverlichting
49
in het mid-
Stadslicht rechts in-
A
schakelen
Stadslicht links in-
B
schakelen
Het contact uitschake-
len.
De hendel in de betref-
fende stand zetten.
De wagen vergrende-
len.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave