54 Verlichting, ruitenwissers en -sproeiers ›
Instelling van het helderheidsniveau voor de voor-
keuze-optie
Tabblad voor de instelling van de kleuren of het
A
helderheidsniveau
Instelling van het helderheidsniveau voor het
B
dashboard
Instelling van het helderheidsniveau voor de voe-
C
tenruimte
Instelling van het helderheidsniveau voor de por-
D
tieren
›
Het tabblad voor de instelling van het helderheids-
niveau selecteren.
›
Het gedeelte selecteren waarvoor het helderheids-
niveau moet worden ingesteld.
›
Het gewenste verlichtingsniveau met de schuif-
knop instellen.
Ruitenwissers en -sproeiers
Werkingsvoorwaarden
✓ Motorkap gesloten.
✓ Achterklep gesloten.
✓ Contact ingeschakeld.
Bediening
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
Bij lage temperaturen kan de ruitensproeiervloeistof
op de ruit bevriezen en het zicht naar voren beper-
ken.
De ruitensproeierinstallatie pas gebruiken als de
▶
ruit warm is.
Ruitenwissers en -sproeiers
Voorruit wassen en wissen
Snel wissen
Langzaam wissen
Afhankelijk van de uitrusting:
Intervalwissen
▶
Automatisch door de regensensor geregeld
▶
wissen
Uitschakelen
Tipwissen (tegen de veerdruk in)
A
Instelling van de wissnelheid voor de stand
Wassen en wissen (tegen de veerdruk in)
Afhankelijk van de uitrusting van de wagen kunnen
de ruitensproeiers van de voorruit na het starten van
de motor automatisch worden verwarmd.
Koplampen reinigen
Ingeschakelde koplampen worden bij de eerste keer
en na elke tiende keer wassen van de voorruit gerei-
nigd. De instelling van het reinigingsinterval kan door
een specialist worden uitgevoerd.
Achterruit wassen en wissen
Wassen en wissen van de ruit (tegen de veerdruk
in)
Wissen
Uitschakelen
Automatisch wissen van de achterruit
Wanneer het voorruitwissen zonder onderbreking
plaatsvindt, dan wordt automatisch de achterruit in
regelmatige intervallen gewist.