Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

48 Verlichting, Ruitenwissers En -Sproeiers; Buitenverlichting - Skoda OCTAVIA 2019 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

48 Verlichting, ruitenwissers en -sproeiers ›
Verlichting, ruitenwissers en -
sproeiers

Buitenverlichting

Werking
Het licht werkt bij ingeschakeld contact, voor zover
niet anders is aangegeven.
Dagrijverlichting
De dagrijverlichting zorgt voor de verlichting van het
gebied vóór de wagen.
Bij wagens voor bepaalde markten zorgt dit ook
voor de verlichting van de achterzijde van de wagen.
Werkingsvoorwaarden
✓ De lichtschakelaar staat in de modus
Licht automatisch in-/uitschakelen
Het licht wordt automatisch in- of uitgeschakeld op
basis van de gegeven lichtomstandigheden en het
gebruik van de wagen (stilstand/rijden).
Enkele van de volgende lichtfuncties worden auto-
matisch in-/uitgeschakeld
Dim- en stadslicht.
Dagrijverlichting.
Werkingsvoorwaarden
✓ De lichtschakelaar staat in de modus
De automatische aansturing van het dim- en stads-
licht wordt aangegeven door het branden van het
symbool
in de lichtschakelaar.
Dimlicht bij regen automatisch in-/uitschakelen
Werkingsvoorwaarden
✓ De lichtschakelaar staat in de modus
✓ De functie is geactiveerd.
✓ De ruitenwissers vóór zijn langer dan 30 s inge-
schakeld.
De automatische aansturing rijverlichting wordt aan-
gegeven door het branden van het symbool
lichtschakelaar.
Full led-koplampen
Als de lichtschakelaar in de modus
de koplampen voor de best mogelijke lichtbundel
voor de wagen.
De functie dynamic cornering light zorgt voor de
best mogelijke verlichting van de bocht.
CORNER-functie
De CORNER-functie is bedoeld voor het afslaan of
manoeuvreren (bv. bij het inparkeren).
De functie verlicht de directe omgeving van de voor-
zijde van de wagen in rijrichting.
Werkingsvoorwaarden
✓ Het knipperlicht is ingeschakeld of de voorwielen
zijn sterk ingedraaid.
Buitenverlichting
✓ Het dimlicht is ingeschakeld.
✓ In de omgeving van de wagen is het zicht ver-
slechterd.
✓ De mistlampen zijn niet ingeschakeld.
✓ De rijsnelheid is lager dan 40 km/h.
Als geen licht is ingeschakeld
Het branden van het controlelampje
mentenpaneel geeft dit aan dat het nodig is om het
licht in te schakelen.
brandt
Het licht inschakelen.
Bediening
.
Lichtmodi
.
paneel weergegeven.
Het menu met beschikbare lichtmodi varieert afhan-
kelijk van de gegeven lichtomstandigheden en het
gebruik van de wagen (stilstand/rijden).
- Automatische modus
.
Automatisch in-/uitschakelen van het dimlicht,
stadslicht of de dagrijverlichting.
In de lichtschakelaar brandt
Indien ook het dimlicht automatisch ingeschakeld
is, brandt in de schakelaar ook
in de
- Dimlicht
Inschakelen van het dimlicht.
In de lichtschakelaar brandt
staat, zorgen
- Stadslicht
Inschakelen van het stadslicht.
In de lichtschakelaar brandt
Het stadslicht kan alleen bij stilstand of tijdens
het rijden met een snelheid van max. 10 km/h
over een afstand van max. 100 m worden inge-
schakeld. Bij het overschrijden van een van de
waarden vindt de automatische aansturing van
de rijverlichting plaats.
- Licht uitgeschakeld
Uitschakelen van het licht.
in het instru-
Met de schakelaar
kan de lichtmodus wor-
den gekozen.
De schakelaar
her-
haaldelijk indrukken en
de gewenste modus
kiezen.
De gekozen modus
wordt op het display
van het instrumenten-
.
.
.
.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave