nl Individuele recepten
12 Individuele recepten
U heeft de mogelijk tot 50 individuele recepten met
een naam op te slaan, zodat u indien gewenst snel en
handig het recept weer kunt oproepen. U kunt een re-
cept vastleggen.
12.1 Recept vastleggen
U heeft de mogelijkheid om maximaal 5 opeenvolgen-
de fasen in te stellen en vast te leggen.
Draai de functiekeuzeknop op
1.
Druk op .
2.
Kies "Individuele recepten" met de draaiknop.
3.
Bevestig met
.
4.
Kies een vrije geheugenplaats met de draaiknop.
5.
Druk op
.
6.
Met de draaiknop de gewenste temperatuur instel-
7.
len.
a Het apparaat registreert de bereidingstijd.
8.
Zet om een volgende fase vast te leggen, de func-
tiekeuzeknop op de gewenste verwarmingsmethode
en stel de gewenste temperatuur in met de draai-
knop.
a Een nieuwe fase begint.
Druk wanneer het gerecht het gewenste kookresul-
9.
taat heeft bereikt, op .
Voer de naam in onder "ABC".
10.
→ "Naam invoeren", Pagina 20
Het apparaat begint pas met het vastleggen van
een fase, wanneer het apparaat de ingestelde tem-
peratuur heeft bereikt.
Elke fase moet minstens één minuut duren.
Tijdens de eerste minuut van een fase kunt u de
verwarmingsmethode of de temperatuur wijzigen.
Kerntemperatuur voor een fase invoeren
Steek de kerntemperatuursensor → Pagina 21 in
1.
de bus in de binnenruimte.
De verwarmingsmethode en de temperatuur instel-
2.
len.
Druk op
.
3.
Voer de gewenste kerntemperatuur in met de draai-
4.
knop en bevestig met
12.2 Recept programmeren
Draai de functiekeuzeknop op
1.
Druk op .
2.
Kies "Individuele recepten met de draaiknop en be-
3.
vestig met
.
Kies een vrije geheugenplaats met de draaiknop.
4.
Druk op
.
5.
Voer de naam in onder "ABC".
6.
→ "Naam invoeren", Pagina 20
Kies de eerste fase met .
7.
a Het display toont de aan het begin ingestelde ver-
warmingsmethode en temperatuur.
Wijzig indien nodig de verwarmingsmethode en de
8.
temperatuur met de draaiknop.
Kies de tijdinstelling met .
9.
Met de draaiknop de gewenste bereidingstijd instel-
10.
len.
Wanneer de bereiding is afgerond, beëindig dan
11.
met
de invoer, of kies met de volgende fase.
20
.
.
.
Opslaan met
of annuleren met
12.
verlaten.
Kerntemperatuur voor een fase invoeren
Opmerking: Voor fasen met geprogrammeerde kern-
temperatuur kunt u de bereidingstijd niet invoeren.
Druk op om de volgende fase te kiezen.
1.
De verwarmingsmethode en de temperatuur instel-
2.
len.
Druk op
.
3.
Voer de gewenste kerntemperatuur in met de draai-
4.
knop en bevestig met
12.3 Naam invoeren
Voer onder "ABC" de naam van het recept in.
1.
2.
Kies de letter met behulp van de draaiknop.
Een nieuw woord begint altijd met een hoofdletter.
Latijnse karakters, bijzondere tekens en getallen zijn
beschikbaar.
Druk kort op
om de cursor één positie naar
3.
rechts te verplaatsen.
4.
Druk lang op
om over te schakelen voor tre-
ma's en speciale tekens.
Druk tweemaal op
5.
Druk kort op
om de cursor één positie naar
6.
rechts te verplaatsen.
Druk lang op
om om te schakelen naar normale
7.
karakters.
Druk tweemaal op
8.
Druk op
om een karakter te wissen.
9.
Opslaan met
of annuleren met
10.
verlaten.
12.4 Recept starten
Draai de functiekeuzeknop op
1.
Druk op .
2.
Kies "Individuele recepten met de draaiknop en be-
3.
vestig met
.
Kies het gewenste recept met de draaiknop.
4.
Wanneer het recept een opgeslagen kerntempera-
5.
tuur bevat, steek dan de kerntemperatuursensor
→ Pagina 21 er in.
Start met .
6.
De tijdsduur loopt pas af wanneer het apparaat de
ingestelde temperatuur heeft bereikt.
U kunt de temperatuur met de draaiknop wijzigen
terwijl het recept afloopt. Door het wijzigen van de
temperatuur wijzigt u niet het opgeslagen recept.
a Het programma start.
a U kunt het verloop van de tijdsduur aflezen.
a Het display toont de instellingen van de fasen in de
weergavebalk.
12.5 Recept kiezen
U heeft de mogelijkheid om de instellingen van een op-
geslagen of geprogrammeerd recept te veranderen.
Draai de functiekeuzeknop op
1.
Druk op .
2.
Kies "Individuele recepten met de draaiknop en be-
3.
vestig met
.
en het menu
.
voor een nieuwe regel.
voor een nieuwe regel.
en het menu
.
.