3. Druk op x of voer de volgende bewerking uit: 2(Edit) – 4:Select Figure.
• Hierdoor wordt het gehele object geselecteerd.
u Een bepaald object deselecteren
1. Als een functiepictogram zich in de rechterbovenhoek van het scherm bevindt, druk dan op
J of op o om de functie te deselecteren.
2. Verplaats de aanwijzer naar het object dat u wilt deselecteren.
• Hierdoor worden de k-tekens gemarkeerd. Het object begint nu te knipperen. Merk op
dat het object niet knippert als het een punt is en er een k markering op het punt wordt
weergegeven.
3. Druk op w.
• Hierdoor wordt het object gedeselecteerd, waardoor de k-teken(s) verdwijnen.
u Alle objecten op het scherm selecteren
Voer de volgende bewerking uit: 2(Edit) – 2:Select All.
u Alle objecten op het scherm deselecteren
Druk op o of voer de volgende bewerking uit: 2(Edit) – 3:Deselect All.
→
14-20