k Het gegevensbereik voor statistische berekeningen opgeven
Via een speciaal instelscherm kunt u het gegevensbereik bepalen dat moet worden gebruikt
voor statistische berekeningen.
u Het gegevensbereik voor statistische berekeningen bepalen
1. Voer de statistische berekeningsgegevens in in de spreadsheet en selecteer vervolgens het
celbereik.
2. Druk op 6(g)2(CALC)6(SET).
• Er verschijnt een instelscherm zoals rechts
weergegeven.
• Het aantal kolommen dat u in stap 1 hebt geselecteerd, bepaalt welke informatie
automatisch wordt ingevoerd via het scherm voor het opgeven van het gegevensbereik
van statistische berekeningen.
Indien u dit aantal
kolommen selecteert:
• Hieronder worden alle instellingen op dit scherm beschreven.
Optie
1Var XCell
1Var Freq
2Var XCell
2Var YCell
2Var Freq
3. Als u het celbereik wilt wijzigen, markeert u met f en c de optie die u wilt wijzigen en
voert u het nieuwe celbereik in.
• Druk op 1(:) om een dubbele punt (:) in te voeren.
• Druk op 1(CELL) (bij 1Var XCell, 2Var XCell en 2Var YCell) of 2(CELL) (bij 1Var Freq
en 2Var Freq) om het huidige invoercelbereik te wijzigen.
4. Druk na het configureren van de gewenste instellingen op J of w.
Wordt deze informatie automatisch ingevoerd:
1
1Var XCell en 2Var XCell
2
1Var Freq en 2Var YCell
3
2Var Freq
Het hier opgegeven celbereik wordt gebruikt voor de waarden voor
x
variabele
en Frequency bij statistische berekeningen met één
variabele.
Het hier opgegeven celbereik wordt gebruikt voor de waarden voor
x
variabele
, variabele
met twee variabelen.
Beschrijving
y
en Frequency bij statistische berekeningen
9-30