Hierin zijn α , β en γ namen van variabelen (A tot Z).
Deze handeling heeft geen invloed op de inhoud van het geheugen voor de laatste matrix.
• De "Augment"-opdracht kan worden gebruikt voor het samenvoegen van twee vectoren in
één matrix.
u Een matrixkolom wegschrijven in een lijst
Gebruik de Mat→List-opdracht om een kolommatrix weg te schrijven in een lijst.
Mat→List (Mat X,
X = naam van de matrix (A tot Z)
m
= kolomnummer
n
= nummer van de lijst
Voorbeeld
k Matrixberekeningen
Via het menu met matrixopdrachten kunt u matrixberekeningen uitvoeren.
u Matrixopdrachten oproepen
1. Kies in het hoofdmenu de modus Run-Matrix.
2. Druk vervolgens op K om het optiemenu weer te geven.
3. Druk nu op 2(MAT/VCT) om het menu met matrixopdrachten te openen.
In deze paragraaf worden alleen de matrixopdrachten behandeld die dienen voor
matrixberekeningen.
• {Mat} ... {Mat-opdracht (om een matrix op te maken)}
• {Det} ... {Det-opdracht (om de determinant te berekenen)}
• {Trn} ... {Trn-opdracht (om matrices te transponeren)}
• {Identity} ... {Identity-opdracht (om een eenheidsmatrix op te maken)}
• {Ref} ... {Ref-opdracht (opdracht voor operaties op rijen)}
• {Rref} ... {Rref-opdracht (opdracht voor herleide operaties op rijen)}
In alle volgende voorbeelden wordt ervan uitgegaan dat de gegevens van de gebruikte
matrices reeds in het geheugen zijn opgeslagen.
) → List
m
n
Schrijf kolom 2 van de volgende matrix weg in lijst 1:
1
2
Matrix A =
3
4
5
6
K2(MAT/VCT)2(Mat→Lst)
1(Mat)av(A),c)
aK1(LIST)1(List)bw
1(List)bw
[OPTN]-[MAT/VCT]-[Mat
2-53
→
Lst]
[OPTN]-[MAT/VCT]