De volgende opdrachten kunnen ook samen met kleuropdrachten worden gebruikt. Zie de
-
pagina's die tussen haakjes worden genoemd voor meer informatie.
"<tekst>" ("Tekstweergave", pagina 8-30), Locate (pagina 8-23), SetG-Color (pagina 8-33),
Plot/Line-Color (pagina 8-33)
• Kleuropdrachten kunnen ook worden gebruikt voor het tekenen van grafieken met functies
van Graph- of Statistics-modi in een programma. Zie "Grafieken in een programma" (pagina
8-32) en "Statistische berekeningen en grafieken in een programma" (pagina 8-36) voor
meer gegevens.
k Gebruik van Paint-opdrachten in een programma
Met Paint-opdrachten kunt u schaduwpartijen in grafieken aanbrengen. De volgende zijn de
twee paint-opdrachten.
ColorNormal, ColorLighter
• Paint-opdrachten worden via het hieronder afgebeelde dialoogvenster ingevoerd, dat
verschijnt als u drukt op !f(FORMAT)c(Paint Command).
De volgende toetsbewerking bijvoorbeeld levert de paint-opdracht ColorLighter op.
!f(FORMAT)c(Paint Command)c(Lighter)
• Zie voor meer informatie over syntaxis waarbij paint-opdrachten gebruikt kunnen worden
"Statistische berekeningen en grafieken in een programma" (pagina 8-36).
8-29