Download Print deze pagina

Casio fx-CG50 Gebruiksaanwijzing pagina 194

Verberg thumbnails Zie ook voor fx-CG50:

Advertenties

13. Functieanalyse
k Coördinaten op een grafieklijn aflezen
Met de functie Trace kunt u een aanwijzer langs een grafiek verplaatsen en de coördinaten op
het scherm aflezen.
1. Kies in het hoofdmenu de modus Graph .
2. Teken de grafiek.
3. Druk op !1(TRACE) om een aanwijzer in het midden van de grafiek weer te geven.*
4. Gebruik d en e om de aanwijzer langs de grafiek te
verplaatsen naar het punt waar u de coördinaten wilt
weergeven.
Als er meerdere grafieken worden weergegeven, drukt
u op f en c om tussen deze grafieken te schakelen
x
langs de
-as van de huidige aanwijzerpositie.
• Op dit moment worden de coördinaatwaarden voor de aanwijzer onder aan het scherm en
rechts (of links) van de aanwijzer weergegeven. Daarnaast worden aanvullende lijnen van
de aanwijzer naar de
• U kunt de aanvullende lijnen verbergen door op !c te drukken. Als u verborgen lijnen
opnieuw wilt weergeven, drukt u op !f.
5. U kunt de aanwijzer ook verplaatsen door te drukken op v om het pop-upvenster te
openen en een
Het pop-upvenster wordt ook weergegeven als u een
Druk op !1(TRACE) om een Trace-bewerking af te sluiten.
1
*
De aanwijzer is niet zichtbaar in de grafiek als die zich op een punt buiten het
weergavegebied van de grafiek bevindt of als zich een fout als gevolg van ontbrekende
waarden voordoet.
• U kunt de weergave van de coördinaten op de aanwijzerlocatie uitschakelen door "Off" te
kiezen voor de optie "Coord" in het configuratiescherm.
• Hieronder ziet u hoe coördinaten worden weergegeven voor elk functietype.
Grafiek met poolcoördinaten
Parametrische grafiek
Grafiek voor ongelijkheden
x
y
-as en
-as weergegeven.
x
-waarde in te voeren.
x
-waarde rechtstreeks invoert.
(Y≥ ≥ , Y≤, X≥, X≤)
(Y>, Y<, X>, X<)
5-54
1

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fx-cg50 auFx-cg20Fx-cg20 auFx-cg10