u Rekenkundige bewerkingen met matrices
Voorbeeld 1
Tel matrix A en matrix B op (Matrix A + Matrix B):
Matrix A =
K2(MAT/VCT)1(Mat)av(A)+
1(Mat)al(B)w
Vermenigvuldig de twee matrices uit voorbeeld 1 met elkaar (Matrix A ×
Voorbeeld 2
Matrix B):
K2(MAT/VCT)1(Mat)av(A)*
1(Mat)al(B)w
• De twee matrices moeten dezelfde dimensies hebben om ze te kunnen optellen of aftrekken.
Als dat niet het geval is, verschijnt een foutmelding.
• Voor een vermenigvuldiging (Matrix 1 × Matrix 2) moet het aantal kolommen in Matrix 1 gelijk
zijn aan het aantal rijen in Matrix 2. Als dat niet het geval is, verschijnt een foutmelding.
u Determinant
Voorbeeld
Bereken de determinant van de volgende matrix:
Matrix A =
K2(MAT/VCT)3(Det)1(Mat)
av(A)w
• Alleen van een vierkante matrix kan de determinant berekend worden (hetzelfde aantal rijen
en kolommen). Als u probeert de determinant voor een niet-vierkante matrix te berekenen,
verschijnt een foutmelding.
• De determinant van een 2 × 2-matrix wordt als volgt berekend.
a
a
11
12
| A | =
= a
a
a
21
22
• De determinant van een 3 × 3-matrix wordt als volgt berekend.
a
a
a
11
12
13
a
a
a
| A | =
21
22
23
a
a
a
31
32
33
1
1
2
1
1
2
3
4
5
6
−1 −2
0
a
– a
a
11
22
12
21
= a
a
a
+ a
a
a
+ a
11
22
33
12
23
31
[OPTN]-[MAT/VCT]-[Mat]/[Identity]
2
3
Matrix B =
2
1
a
a
– a
a
a
– a
13
21
32
11
23
32
12
2-54
[OPTN]-[MAT/VCT]-[Det]
a
a
– a
a
a
21
33
13
22
31