Advertenties
8. Invoer- en uitvoertermen van
testen, betrouwbaarheidsinterval en
kansverdelingsfuncties
In dit hoofdstuk worden de invoer- en de uitvoertermen besproken die werken met testen,
betrouwbaarheidsinterval en kansverdelingsfuncties.
k Invoertermen
Data ...................................gegevenstype
Test) ...........testvoorwaarde van het gemiddelde van de populatie (" ≠
Z
(1-Sample
Test) .........testvoorwaarde voor de gemiddelde waarde van de steekproef (" ≠
Z
(2-Sample
1
Test) ..........testvoorwaarde voor de verhouding van de steekproef (" ≠
Z
Prop (1-Prop
Test) ..............testvoorwaarde voor de verhouding van de steekproef (" ≠
p
Z
(2-Prop
1
Test) ............testvoorwaarde van het gemiddelde van de populatie (" ≠
t
(1-Sample
Test) ..........testvoorwaarde voor de gemiddelde waarde van de steekproef (" ≠
t
(2-Sample
1
β & ρ (LinearReg
Test) .........testvoorwaarde voor de standaardafwijking van de populatie (" ≠
F
(2-Sample
1
.......................................verondersteld gemiddelde van de populatie
0
.........................................standaardafwijking van de populatie ( > 0)
.......................................standaardafwijking van de populatie van de steekproef 1 (
1
.......................................standaardafwijking van de populatie van de steekproef 2 (
2
List .....................................lijst met de gegevens (List 1 tot 26)
List1 ...................................lijst met de gegevens die u wilt gebruiken voor steekproef 1 (List 1
List 2 ...................................lijst met de gegevens die u wilt gebruiken voor steekproef 2 (List 1
voor een test met twee grenzen, "<
ondergrens, ">
" staat voor een test met twee grenzen, "<
2
een ondergrens waarbij steekproef 1 kleiner is dan steekproef 2,
">
" voor een test met een bovengrens waarbij steekproef 1
2
groter is dan steekproef 2.)
voor een test met twee grenzen, "<
ondergrens, ">
voor een test met twee grenzen, "<
ondergrens waarbij steekproef 1 kleiner is dan steekproef 2, ">
voor een test met een bovengrens waarbij steekproef 1 groter is
dan steekproef 2.)
voor een test met twee grenzen, "<
ondergrens, ">
" staat voor een test met twee grenzen, "<
2
een ondergrens waarbij steekproef 1 kleiner is dan steekproef 2,
">
" voor een test met een bovengrens waarbij steekproef 1
2
groter is dan steekproef 2.)
Test) ....testvoorwaarde voor de ρ -waarde (" ≠ 0" staat voor een test met
t
twee grenzen, "< 0" voor een test met een ondergrens, "> 0" voor
een test met een bovengrens.)
staat voor een test met twee grenzen, "<
ondergrens waarbij steekproef 1 kleiner is dan steekproef 2, ">
voor een test met een bovengrens waarbij steekproef 1 groter is
dan steekproef 2.)
tot 26)
tot 26)
" voor een test met een bovengrens.)
0
p
p
" voor een test met een bovengrens.)
0
p
" voor een test met een bovengrens.)
0
6-66
" voor een test met een
0
" voor een test met
2
" voor een test met een
0
" voor een test met een
2
" voor een test met een
0
" voor een test met
2
" voor een test met een
2
" staat
0
p
" staat
0
p
" staat
2
p
"
2
" staat
0
"
2
"
2
> 0)
1
> 0)
2
Advertenties
