•
Zorg ervoor dat de USB-stuurprogramma´s niet zijn uitgeschakeld in
Apparaatbeheer van Windows.
•
Als u een computer met Windows gebruikt en de computer de printer niet kan
vinden, voert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software (util\ccc
\uninstall.bat op de installatie-cd) uit. Hiermee verwijdert u het stuurprogramma
volledig. Start de computer opnieuw op en installeer het printerstuurprogramma
opnieuw.
Controleer of aan de installatievereisten wordt voldaan
•
Zorg ervoor dat u de installatie-cd met de juiste HP-software voor uw
besturingssysteem gebruikt.
•
Zorg ervoor dat u alle andere programma's afsluit voordat u de HP-software
installeert.
•
Als het pad naar het cd-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste
stationsaanduiding hebt opgegeven.
•
Als de computer de installatie-cd in de cd-rom-drive niet herkent, bekijk dan of de
installatie-cd is beschadigd. U kunt het printerstuurprogramma downloaden van de
HP-website (www.hp.com/support).
Opmerking Als u alle problemen hebt verholpen, moet u het
installatieprogramma opnieuw uitvoeren.
Netwerkproblemen oplossen
Algemene netwerkproblemen oplossen
•
Als u de HP-software niet kunt installeren, moet u het volgende controleren:
Alle kabelverbindingen tussen de computer en de printer in orde zijn.
Het netwerk functioneert en de netwerkhub is ingeschakeld.
Alle toepassingen moeten zijn afgesloten of uitgeschakeld voor computers met
Windows, inclusief eventuele antivirusprogramma's, antispywareprogramma's
en firewalls.
Zorg ervoor dat de printer op hetzelfde subnet is geïnstalleerd als de
computers die gebruikmaken van de printer.
Als het installatieprogramma de printer niet kan vinden, drukt u de
netwerkconfiguratiepagina af en voert u handmatig het IP-adres in het
installatieprogramma in. Zie De netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer
informatie.
•
Als u een computer met Windows gebruikt, moet u controleren of de
netwerkpoorten die in het stuurprogramma van de printer zijn gemaakt,
overeenkomen met het IP-adres van de printer:
Druk de netwerkconfiguratiepagina van de printer af.
Klik op Start, en vervolgens op Printers of Printers en faxapparaten.
-of-
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer, kies
Eigenschappen en open het tabblad Poorten.
Installatieproblemen oplossen
155