11. Herhaal de stappen, indien nodig, voor de andere printkoppen.
12. Trek de printkopvergrendeling helemaal naar voren en druk deze omlaag, zodat
de grendel op de juiste manier wordt vastgezet. Mogelijk moet u enige druk
uitoefenen om de grendel vast te zetten.
13. Sluit de bovenste klep.
14. Als het bericht op het bedieningspaneel blijft staan, herhaal dan de
reinigingsprocedure voor de printkop die overeenstemt met het bericht.
15. Als het bericht op het bedieningspaneel blijft staan, vervang dan de printkop die
overeenstemt met het bericht.
16. Wacht tot de initialisatie van de printkoppen is voltooid en de testpagina's zijn
afgedrukt. Als de pagina's niet worden afgedrukt, start u het uitlijningsproces
handmatig. Zie De printkoppen uitlijnen voor meer informatie.
De printkoppen vervangen
Opmerking Als u wilt weten welke inktpatronen bestemd zijn voor gebruik met
uw printer, raadpleegt u Benodigdheden.
Vervang de printkoppen alleen wanneer de status van de printkoppen aangeeft dat
de printkoppen moeten worden vervangen. Zie De status van de printkoppen
controleren voor meer informatie.
1. Open de bovenklep.
2. Raak Printkoppen vervangen aan op het bedieningspaneel van de printer. Wacht
tot de wagen stilstaat.
3. Til de printkopgrendel omhoog.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
111