Hoofdstuk 9
Oplossing:
•
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de
telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet
worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de printer en het
andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is
aangegeven.
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-
Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt u
een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke
verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires
verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u
een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
•
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten
op de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de printer en
controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact
op met de telefoonmaatschappij voor service.
•
Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als
de printer. U kunt de printer bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als de
hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt van dezelfde telefoonlijn van
de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-mailen of te surfen op
internet.
•
Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces. Controleer of
op het display of op de computer een foutmelding wordt weergegeven met
informatie over het probleem en de manier waarop u het kunt oplossen. In
geval van een fout kan de printer pas faxberichten verzenden of ontvangen
wanneer de foutsituatie is opgelost.
130
Een probleem oplossen
1
2
LINE-poort