Afb. 78/...
(1) Spuitdophouder.
(2) Drievoudige spuitdopkop.
(3) Membraan. Daalt de druk in de spuitleiding
onder ca. 0,5 bar, dan drukt het
veerelement (4) het membraan op de
membraanzitting (5) in de 3-weg
spuitdophouder. Hierdoor wordt het
nadruppelen bij het uitschakelen van de
spuitdoppen bij een uitgeschakelde
spuitboom vermeden.
(4) Veerelement.
(5) Membraanzitting.
(6) Wartelmoer, houdt het complete
membraanventiel in de 3-weg
spuitdophouder.
(7) Spuitdopfilter; standaard 50 gaatjes/inch.
(8) Rubber afdichting.
(9) Bajonetaansluiting.
(10) Bajonetkap rood.
(11) Bajonetkap groen.
(12) Bajonetkap zwart.
(13) Bajonetkap geel.
(14) O-ring.
(15) O-ring.
6.5.4
Randspuitdoppen, elektrisch (optie)
6.5.5
Schakeling eindspuitdop, elektrisch (optie)
UF BAG0012.1 09.07
Afb. 78
Met de schakeling voor de randspuitdoppen wordt vanuit de tractor de
laatste spuitdop uitgeschakeld en een randspuitdop 25 cm verder
naar buiten (precies op de perceelgrens) elektrisch ingeschakeld.
Met de schakeling voor de eindspuitdop worden twee of drie van de
buitenste spuitdoppen aan de perceelranden bij de slootkant vanuit
de tractor elektrisch uitgeschakeld.
Constructie en werking van de spuitboom
93