Inhoudsopgave
Advertenties
1. Spuitvloeistof volgens de voorschriften
conform de aanwijzingen van de fabrikant
van het gewasbeschermingsmiddel
aanmaken en mengen. Zie hiervoor het
hoofdstuk "Spuitvloeistof aanmaken", op
pagina 122.
2. Stel de gewenste roerstand in (algemene
roerstand "2"). Zie hiervoor het hoofdstuk
"Roerwerk", pagina 65.
3. Schakel de bedieningsterminal in.
4. Klap de spuitboom uit; zie hiervoor pagina
75.
5. De werkhoogte van de spuitboom (afstand
tussen doppen en gewas) afhankelijk van
gebruikte doppen volgens de spuittabel
instellen.
F
6. Omschakelkraan
E
7. Omschakelkraan
D
8. Omschakelkraan
B
9. Omschakelkraan
A
10. Omschakelkraan
10.1 Omschakelkraan
gemiddelde roerstand.
+
11. AMATRON
/ AMASPRAY
de waarde "gewenste hoeveelheid" voor de
vereiste dosering in resp. controleer de
opgeslagen waarde.
+
AMASET
: handbediening HB: Stel de
gemiddelde spuitdruk in.
12. De pomp met pompbedrijfstoerental (min.
350 omw./min.) aandrijven.
13. Trekker in passende versnelling schakelen
en wegrijden.
14. Schakel de spuitfunctie via de
bedieningsterminal in.
Naar het veld rijden met ingeschakeld roerwerk
UF BAG0012.1 09.07
0
in stand
.
0
in stand
.
(optie) in stand
.
in stand
.
in stand
.
C
in een
+
: Voer
1. Spuitfunctie uitschakelen.
2. Aftakas inschakelen.
3. Gewenste roerstand instellen.
Wijkt deze roerstand af van de roerstand die tijdens het spuiten moet
worden gebruikt, dan de roerstand voor het spuiten terugzetten!
Afb. 105
Werken met de machine
141
Advertenties
Inhoudsopgave
