Werken met de machine
11.2.2
Vullen van de spuitvloeistoftank via zuigaansluiting op het bedieningsveld
1. Bepaal de exacte watervulhoeveelheid (zie
hiervoor het hoofdstuk "Vul- en
navulhoeveelheden berekenen", op pagina
124).
2. Verbind de zuigslang via de snelkoppeling
met de vulaansluiting.
3. Leg de zuigslang in de aftapplaats.
4. Zet op het bedieningsveld de
omschakelkranen in de aangegeven stand:
4.1 Omschakelkraan
4.2 Omschakelkraan
4.3 Omschakelkraan
.
4.4 Omschakelkraan
4.5 Omschakelkraan
5. Pomp met ca. 540 omw./min. aandrijven.
6. Is de tank gevuld,
6.1 neem de zuigslang uit de aftapplaats
zodat de pomp de zuigslang geheel
leeg zuigt,
6.2 omschakelkraan
7. Sluit de vulopening volgens de
voorschriften met het klap- / schroefdeksel.
130
VOORZICHTIG
Beschadigingen door het overvol raken van de afgesloten
spuitvloeistoftank.
Houd het deksel bij het vullen beslist geopend!
Neem de desbetreffende voorschriften bij het vullen van de
spuitvloeistoftank via de zuigslang vanuit open waterreservoirs in acht
(zie hiervoor ook het hoofdstuk "Gebruik van de machine", op pagina
127).
0
F
in stand
.
0
E
in stand
.
D
(optie) in stand
B
in stand
.
A
in stand
.
A
in stand
Afb. 98
UF BAG0012.1 09.07