Reinigen, service en onderhoud
13.7
Instellingen van de uitgeklapte spuitboom
Evenwijdig met de grond richten
Bij uitgevouwen, correct ingestelde spuitboom
moeten alle spuitdoppen dezelfde, parallelle
afstand tot de grond hebben.
Is dit niet het geval, bij ontgrendelde
trillingsdemping de uitgevouwen spuitboom door
middel van tegengewichten (Afb. 133/1) richten.
Bevestig de tegengewichten op de juiste
plaatsen aan de spuitboomarm.
Horizontaal richten
In rijrichting gezien moeten alle armsecties van
de spuitboom in één lijn liggen. Het kan
noodzakelijk zijn horizontaal te richten
●
na langdurig gebruik
●
of hard contact van de spuitboom met de
grond.
Inwendige spuitboomarm
1. Draai contramoer van de stelschroef
(Afb. 134/1) los.
2. Draai de stelschroef zo lang tegen de
aanslagen totdat de inwendige
spuitboomarm in één lijn ligt ten opzichte
van het middenstuk van de spuitboom.
3. Contramoer vastdraaien.
Uitwendige spuitboomarm
1. Draai de bouten (Afb. 133/2) van de
bevestigingsstrip (Afb. 133/3) los. Het
richten gebeurt direct op de kunststof klem
(Afb. 133/4) door de slobgaten van de
bevestigingsstrip.
2. Richt armsectie.
3. Draai bouten (Afb. 133/2) vast.
170
Afb. 133
Afb. 134
UF BAG0012.1 09.07