UF BAG0012.1 09.07
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, vastgrijpen, naar binnen trekken en
stoten als de machine onbedoeld loskomt van de tractor!
•
Gebruik de daartoe bestemde inrichtingen om de tractor en
machine in overeenstemming met de voorschriften aan elkaar te
koppelen.
•
Let er bij het aankoppelen van de machine op de
driepuntshydraulica van de tractor op dat de
aanbouwcategorieën van tractor en machine met elkaar
overeenkomen.
Pas absoluut de cat. II trekstangpennen van de machine met
behulp van verloopmoffen voor cat. III aan als uw tractor een
driepuntshydraulica van de cat. III bezit.
•
Gebruik alleen de bijgeleverde topstang en trekstangpennen
voor het koppelen van de machine (originele pennen).
•
Controleer elke keer bij het aankoppelen van de tractor of de
bouten van de topstang en trekstang zich in goede staat
bevinden. Vervang bouten van de topstang en trekstang met
duidelijke slijtagesporen.
•
Borg de bouten van de topstang en trekstang in de
koppelingspunten van het driepuntsaanbouwframe met een
lunspen tegen onbedoeld losgaan.
•
Controleer visueel of top- en trekstanghaken correct zijn
vergrendeld voordat u wegrijdt.
WAARSCHUWING
Gevaar voor uitval van de energietoevoer tussen tractor en
machine door beschadigde voedingskabels!
Let bij het aansluiten van de voedingskabels op het verloop van de
voedingskabels. De voedingskabels
•
moeten bij alle bewegingen van de aangekoppelde machine
soepel meedraaien zonder spanning, knikken of wrijving.
•
mogen niet langs onderdelen schuren.
1. Beveilig de machine tegen onbedoeld wegrollen als de machine
van een neerzetinrichting is voorzien; zie hiervoor het hoofdstuk
"Transportinrichting", pagina 72.
2. Controleer de machine bij het aankoppelen altijd op duidelijk
zichtbare gebreken. Raadpleeg hiervoor het hoofdstuk
"Verplichtingen van de chauffeur", pagina 10.
3. Bevestig de kogelhulzen over de top- en trekstangpennen in de
koppelingspunten van het driepuntsaanbouwframe.
UF 1501 / 1801 met werkbreedtes vanaf 21 meter beslist
aansluitpunt van topstang cat. III gebruiken!
4. Beveilig de topstangpen met de lunspen tegen onbedoeld
losraken.
5. Beveilig de kogelhulzen telkens met de lunspen tegen
onbedoeld losraken.
6. Stuur personen weg uit de gevarenzone tussen tractor en
machine voordat u naar de machine rijdt.
Machine aan- en afkoppelen
113