6.1.4
Eénzijdig werken met rechterspuitboomarm
UF BAG0012.1 09.07
De spuitboom is volledig uitgeklapt.
1. Bedien tractorregeleenheid 2 (2 x groen) totdat
→
de linkerspuitboomarm volledig is opgevouwen.
De trillingsdemping vergrendelt automatisch vóór het opvouwen van
de linkerspuitboomarm.
2. Bedien tractorregeleenheid 1 (geel).
→
Stel de spuithoogte van de spuitboom zodanig in dat de
spuitboom zich op minstens 1 m afstand van de bodem bevindt.
→
De automatische transportbeveiliging vergrendelt de
samengevouwen linkerspuitboomarm.
3. Schakel de secties van de linkerspuitboomarm uit.
4. Rij bij het spuiten met een duidelijk verlaagde snelheid.
5. Ontgrendel de automatische transportbeveiliging weer voordat
de linkerspuitboomarm weer wordt uitgevouwen. Zie hiervoor het
hoofdstuk "Transportbeveiliging ontgrendelen", pagina 79.
Na het éénzijdige spuiten:
6. Bedien tractorregeleenheid 2 (1 x groen) totdat
→
ingeklapte spuitboomarmen weer volledig uitklappen.
→
de trillingsdemping ontgrendelt.
7. Schakel alle secties weer in.
Constructie en werking van de spuitboom
83