Constructie en werking van de spuitboom
6.2.3
Werken met gereduceerde werkbreedte (optie)
Voor de werkbreedtereductie van de
spuitboom is de speciale uitrusting
reductie van de Super-S-
spuitboom vereist. Per uitvouwcilinder
moeten 2 kogelkranen (Afb. 72/1 resp.
Afb. 72/1) bediend worden.
1. Klap spuitboomarmen omlaag.
2. Sluit de kogelkranen (Afb. 73/1) op de
buitenste scharnierpunten – voor de
reductie van de werkbreedte van 24 m tot
18 m.
Sluit de kogelkranen (Afb. 73/1) op de
binnenste armelementen – voor de reductie
van de werkbreedte tot 12 m.
3. Vouw spuitboom uit en werk met
gereduceerde werkbreedte.
6.3
Hydraulische hellingsverstelling (optie)
88
Afb. 72
Afb. 73
De spuitboom kan evenwijdig met de grond of de te bewerken
oppervlakte worden gezet met de hydraulische hellingverstelling bij
ongunstige terreinomstandigheden, zoals diepte spuitsporen of met
een wiel in de voor.
De weergave verschijnt op de bedieningsterminal.
De instelling gebeurt afhankelijk van de uitrusting via
•
+
de AMATRON
•
tractorregeleenheid 3 (natuurkleurig).
Zie bedieningshandleiding bedieningsterminal.
of
UF BAG0012.1 09.07