5.6.1
Cardanas aankoppelen
UF BAG0012.1 09.07
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken en stoten door ontbrekende vrije
ruimte bij het aankoppelen van de cardanas!
Koppel de cardanas aan de tractor voordat de machine aan de tractor
wordt aangekoppeld. Op deze wijze ontstaat de benodigde vrije
ruimte voor de veilige koppeling van de cardanas.
1. Rij de tractor zodanig tot bij de machine dat er een ruimte (ca.
25 cm) tussen tractor en machine overblijft.
2. Beveilig de tractor tegen onbedoeld starten en wegrollen, zie
hiervoor het hoofdstuk "Tractor tegen onbedoeld starten en
wegrollen beveiligen", vanaf pagina 108.
3. Controleer of de aftakas van de tractor is uitgeschakeld.
4. Reinig en smeer de aftakas van de tractor.
5. Schuif het sluitstuk van de cardanas zo ver op de aftakas van de
tractor totdat het sluitstuk voelbaar vastklikt. Raadpleeg bij het
koppelen van de cardanas de bijgeleverde gebruiksaanwijzing
van de cardanas en neem het toegestane aftakastoerental van
de machine in acht.
6. Beveilig de cardanasbeveiliging met de borgketting(en) tegen
het meedraaien.
6.1 Bevestig de borgketting(en) indien mogelijk in een rechte
hoek op de cardanas.
6.2 Bevestig de borgketting(en) zodanig dat een voldoende
groot zwenkbereik van de cardanas in alle
bedrijfstoestanden gegarandeerd is.
VOORZICHTIG
Borgkettingen mogen niet door bouwdelen van de tractor of de
machine gegrepen worden.
7. Controleer of rondom de cardanas in alle bedrijfstoestanden
voldoende vrije ruimte aanwezig is. Ontbrekende vrije ruimte
heeft beschadiging van de cardanas tot gevolg.
8. Zorg, indien nodig, voor voldoende vrije ruimte.
Opbouw en werking van de basismachine
55