56
Stoelen, veiligheidssystemen
gericht kinderveiligheidssysteem op
alle zitplaatsen wanneer het kind
minder dan 13 kg weegt.
Geschikt zijn kinderveiligheidssyste‐
men die voldoen aan de geldende
UN ECE-regelgeving. Raadpleeg de
plaatselijke wetgeving en richtlijnen
voor het verplichte gebruik van
kinderveiligheidssystemen.
De volgende kinderveiligheidssyste‐
men worden aanbevolen voor de
volgende gewichtsklassen:
● Groep 0+:
Römer Baby-Safe Plus tegen de
rijrichting in geplaatst met of
zonder ISOFIX-voet voor kinde‐
ren tot 13 kg
● Groep I:
RÖMER Duo Plus ISOFIX met of
zonder ISOFIX en bevestigings‐
riem aan de bovenkant voor
kinderen van 9 kg tot 18 kg
● Groep II, Groep III:
Römer Kidfix XP met of zonder
ISOFIX voor kinderen van 15 kg
tot 36 kg
Het kind wordt beveiligd door de
veiligheidsgordel.
Het systeem mag alleen op de
buitenste zitplaatsen achterin
staan. De hoofdsteun moet
verwijderd zijn.
● Groep II, Groep III:
Graco Booster voor kinderen van
15 kg tot 36 kg
Het kind wordt beveiligd door de
veiligheidsgordel.
Het systeem mag op de passa‐
giersstoel voor of de zitplaatsen
achterin staan.
Het kinderveiligheidssysteem dat u
gaat monteren, moet geschikt zijn
voor het autotype.
Kinderzitje voorin: Zet de passagiers‐
stoel in de hoogste en in de lengte‐
richting in de achterste stand met de
rugleuning rechtop.
Kinderzitje achterin: Zet de voorstoel
van de auto naar voren en zet de
rugleuning rechtop zodat de benen
van het kind in het voorwaarts
gerichte of achterwaarts gerichte
kinderzitje de voorstoel van de auto
niet raken.
Volg de instructies van de fabrikant
van het kinderveiligheidssysteem
voor het installeren van het bijbeho‐
rende kinderveiligheidssysteem in de
auto.
Zie voor semi-universele of model‐
specifieke kinderveiligheidssystemen
(ISOFIX-kinderveiligheidssysteem of
versie voor veiligheidsgordel), de lijst
in de gebruikershandleiding van het
kinderveiligheidssysteem.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto
worden gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐
kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet wordt gebruikt, moet u vast‐
zetten met een veiligheidsgordel of
verwijderen.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet
beplakken of met andere materialen
afdekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.