Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Opel Vivaro 2013 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor Vivaro 2013:
Inhoudsopgave

Advertenties

OPEL VIVARO
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Opel Vivaro 2013

  • Pagina 1 OPEL VIVARO Gebruikershandleiding...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud Inleiding ......... 2 Kort en bondig ....... 6 Sleutels, portieren en ruiten ..19 Stoelen, veiligheidssystemen ..34 Opbergen ........55 Instrumenten en bedieningsorganen ...... 60 Verlichting ........79 Klimaatregeling ......84 Rijden en bediening ..... 93 Verzorging van de auto ....115 Service en onderhoud ....
  • Pagina 4: Inleiding

    Inleiding Inleiding...
  • Pagina 5 Opel Service Partner aan. u de informatie die u zoekt kunt vin‐ Deze informatie is beschikbaar in de den. Elke Opel Service Partner biedt u eer‐ kopjes "Service en onderhoud" en steklas service tegen redelijke prij‐ ■ Met behulp van het trefwoordenre‐...
  • Pagina 6 Het niet naleven "zie pagina". van deze richtlijnen kan levensge‐ We wensen u vele uren autorijplezier. vaar inhouden. Adam Opel AG 9 Waarschuwing Teksten met de vermelding 9 Waarschuwing wijzen op een mogelijk gevaar voor ongelukken of verwondingen. Het niet naleven van deze richtlijnen kan tot ver‐...
  • Pagina 7 Inleiding...
  • Pagina 8: Kort En Bondig

    Kort en bondig Kort en bondig Auto ontgrendelen Ontgrendelen met handzender Ontgrendelen met sleutel Basisinformatie Toets c indrukken (of ingedrukt hou‐ den) om de auto te ontgrendelen. Sleutel in het slot van de bestuurders‐ Handzender 3 19, centrale vergren‐ deur omdraaien. Open de portieren deling 3 21, bagageruimte 3 26.
  • Pagina 9 Kort en bondig Stoelverstelling Rugleuning voorstoelen Zithoogte Zitpositie Trek aan de hendel, stel de rugleu‐ Hendel omhoogtrekken en meer of ning in en laat de hendel los. Stoel minder gewicht op stoel aanbrengen hoorbaar laten vastklikken. Bij het om deze hoger of lager te zetten. Aan handgreep trekken, stoel ver‐...
  • Pagina 10: Hoofdsteunverstelling

    Kort en bondig Hoofdsteunverstelling Veiligheidsgordel Spiegelverstelling Binnenspiegel Hoofdsteun tot op de gewenste Veiligheidsgordel afrollen en in gor‐ hoogte omhoog- of omlaagbrengen. delslot vastklikken. De veiligheidsgor‐ del mag niet gedraaid zitten en moet Om verblinding te verminderen, de Hoofdsteunen 3 34. strak tegen het lichaam aanliggen.
  • Pagina 11 Kort en bondig Stuurwiel instellen Buitenspiegels Elektrisch verstelbare buitenspiegels Handmatig verstellen Desbetreffende buitenspiegel selec‐ Hendel omlaag bewegen, stuurwiel teren en verstellen. instellen, hendel omhoog bewegen Spiegel in gewenste richting draaien. Bolle buitenspiegels 3 29, Elektri‐ en goed vergrendelen. Buitenspiegels 3 29. sche verstelling 3 30, Inklapbare Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande buitenspiegels 3 30, Verwarmde...
  • Pagina 12 Kort en bondig Overzicht instrumentenpaneel...
  • Pagina 13 Kort en bondig Asbak ........64 Voorruitwissers, Geautomatiseerde voorruitsproeiers ....61 versnellingsbak, Bekerhouders ....... 56 winter- en beladingsmodus ... 99 Achterruitwisser, achter‐ Zekeringenkast ....130 ruitsproeier ......62 Cruise control en snel‐ Vaste ventilatieopeningen ..91 heidsbegrenzer ....105 Tripcomputer ......76 Zijdelingse luchtroosters ..
  • Pagina 14: Rijverlichting

    Kort en bondig Rijverlichting 27 Hulpverwarming ....87 Mistlampen en mistachterlicht 28 Ontgrendelingshandgreep motorkap ......116 Lichtschakelaar draaien Lichtschakelaar draaien = Mistlampen > = Uit >r = Mistlampen en mistachter‐ = Zijmarkeringslichten licht 9P = Dimlicht of grootlicht = Mistlampen >...
  • Pagina 15: Lichtsignaal, Grootlicht En Dimlicht

    Kort en bondig Lichtsignaal, grootlicht en Richtingaanwijzers Alarmknipperlichten dimlicht hendel = rechter richtingaanwij‐ Bediening met toets ¨. omhoog Hendel naar u toe trekken. Alarmknipperlichten 3 81. hendel = linker richtingaanwij‐ Grootlicht 3 80, lichtsignaal 3 80. omlaag Richtingaanwijzers 3 81.
  • Pagina 16: Voorruit- En Koplampsproeiers

    Kort en bondig Claxon Wis-/wasinstallatie Voorruit- en koplampsproeiers Voorruitwissers Hendel naar u toe trekken. j indrukken. kort = wisser maakt één slag K = intervalschakeling trekken = langzaam lang = wisser maakt enkele = snel trekken slagen en er wordt sproeiervloeistof tegen Voorruitwissers 3 61, wisserbladen de voorruit gespoten...
  • Pagina 17 Kort en bondig Klimaatregeling Achterruitwisser en Ruiten ontwasemen en achterruitsproeier ontdooien Verwarmbare achterruit, verwarmbare buitenspiegels Aan hendel draaien. Luchtverdeling op V. 0 = uit Draaiknop voor temperatuur in hoog‐ Ü-knop indrukken om verwarming in e = wisser ste stand zetten. te schakelen.
  • Pagina 18 Kort en bondig Versnellingsbak Handgeschakelde versnellingsbak Geautomatiseerde 3 96. versnellingsbak Handgeschakelde versnellingsbak = neutrale stand = rijstand = hogere versnelling Achteruit: vanuit stilstand = lagere versnelling 3 seconden na het bedienen van het = wisselen tussen automati‐ koppelingspedaal de ring op de scha‐ sche en handgeschakelde kelpook omhoogtrekken en de ver‐...
  • Pagina 19: Voordat U Wegrijdt

    Kort en bondig Voordat u wegrijdt Motor starten Motor starten 3 94. Voor het wegrijden controleren ■ Bandenspanning en -staat 3 132, 3 161, ■ Motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 117, ■ Ruiten, spiegels, buitenverlichting en kentekenplaat: vrij van vuil, sneeuw of ijs en gebruiksklaar, ■...
  • Pagina 20 Kort en bondig Parkeren Bovendien de voorwielen naar de stoeprand toedraaien. ■ Handrem altijd zonder indrukken ■ De auto vergrendelen en het dief‐ van de ontgrendelingsknop stevig stalalarmsysteem 3 27 activeren aantrekken. Op een aflopende of met de toets e op de handzender. oplopende helling zo stevig moge‐...
  • Pagina 21: Sleutels, Portieren En Ruiten

    Sleutels, portieren en ruiten Sleutels, portieren en Sleutels, sloten Handzender ruiten Sleutels Reservesleutels Sleutels, sloten ......19 Het sleutelnummer staat op de sleutel of op een afneembaar label. Portieren ........25 Bij het bestellen van reservesleutels Antidiefstalbeveiliging ....27 moet het sleutelnummer worden ver‐ Buitenspiegels ......
  • Pagina 22: Batterij Van De Handzender Vervangen

    Sleutels, portieren en ruiten Afstandsbediening met zorg behan‐ Batterij (type CR 2016) vervangen, delen, vochtvrij houden, beschermen hierbij op de juiste plaatsing letten. tegen hoge temperaturen en onnodig De twee helften van de behuizing op gebruik vermijden. elkaar plaatsen en erop letten dat ze goed vastklikken.
  • Pagina 23: Centrale Vergrendeling

    Sleutels, portieren en ruiten Boutje terugplaatsen en aanhalen. Ontgrendelen met handzender met Ontgrendelen met handzender met twee toetsen drie toetsen Centrale vergrendeling Ontgrendelt en vergrendelt de voor‐ deuren, zijschuifdeuren, bagage‐ ruimte en tankklep. Met de handzender met drie toetsen worden de voorportieren en de zij‐ schuifdeuren/bagageruimte onafhan‐...
  • Pagina 24: Auto Vergrendelen

    Sleutels, portieren en ruiten ■ Toets c indrukken: Voordeuren en Vergrendelen met handzender met Vergrendelen met handzender met zijschuifdeuren worden ontgren‐ twee toetsen drie toetsen deld. Toets c indrukken en inge‐ drukt houden: Alle deuren en de bagageruimte worden ontgrendeld. ■...
  • Pagina 25: Centrale Vergrendelingstoets

    Sleutels, portieren en ruiten Laadruimte Bagageruimte vergrendelen en Centrale vergrendelingstoets ontgrendelen met handzender met Alle deuren, de bagageruimte en de Bagageruimte vergrendelen en drie toetsen tankklep worden vanuit de passa‐ ontgrendelen met handzender met giersruimte vergrendeld of ontgren‐ twee toetsen deld.
  • Pagina 26: Automatisch Vergrendelen

    Sleutels, portieren en ruiten Bij deurvangers dient de bagage‐ Deactivering Het kinderslot voor de schuifdeur zit ruimte met de hand te worden ge‐ achter op de schuifdeur. Met ingeschakeld contact y op de opend door de sleutel in het slot te centrale vergrendelingstoets gedu‐...
  • Pagina 27 Sleutels, portieren en ruiten Portieren Achterdeuren Medeweggebruikers attent maken op de auto door een gevarendrie‐ Om de linker achterdeur te openen Schuifdeur hoek te gebruiken of andere ap‐ aan de buitenste handgreep trekken. paratuur zoals aanbevolen door De deur wordt van de binnenkant ge‐ het verkeersreglement in uw land.
  • Pagina 28: Algemene Tips Voor De Achterklepbediening

    Sleutels, portieren en ruiten Na ontgrendeling met de handzen‐ Algemene tips voor de 9 Waarschuwing der, de knop van achterklep indruk‐ achterklepbediening ken en de achterklep helemaal ope‐ Ver openslaande deuren goed nen. 9 Waarschuwing vastzetten bij maximale opening. De achterklep is ook van de binnen‐ Geopende deuren kunnen door de kant te openen door de binnenste ont‐...
  • Pagina 29: Antidiefstalbeveiliging

    Sleutels, portieren en ruiten Antidiefstalbeveiliging Diefstalalarmsysteem Inschakelen Het anti-diefstalalarmsysteem wordt Vergrendelingssysteem samen met de centrale vergrendeling bediend. 9 Waarschuwing Het bewaakt: ■ Portieren, achterklep, motorkap Niet inschakelen als er zich perso‐ ■ Passagiersruimte nen in de auto bevinden! Ontgren‐ delen van de binnenzijde is niet ■...
  • Pagina 30: Uitschakelen

    Sleutels, portieren en ruiten keld. De alarmknipperlichten knippe‐ ren eenmaal ter bevestiging van de uitschakeling. Let op Indien het alarm is afgegaan, zal de alarmsirene niet uitschakelen als de auto wordt ontgrendeld. Om de si‐ rene uit te schakelen, moet u het contact inschakelen.
  • Pagina 31: Startbeveiliging

    Sleutels, portieren en ruiten Buitenspiegels Indien de accu van de auto wordt los‐ Als de motor niet kan worden gestart, gekoppeld of de stroomvoorziening contact uitschakelen en sleutel eruit wordt onderbroken, zal de alarmsi‐ trekken, ongeveer 2 seconden wach‐ Bolle vorm rene afgaan.
  • Pagina 32: Elektrische Verstelling

    Sleutels, portieren en ruiten Inklappen Verwarmd De onderste spiegels zijn niet te ver‐ stellen. Elektrische verstelling Voor de veiligheid van voetgangers Om in te schakelen toets Ü indruk‐ klappen de buitenspiegels bij aansto‐ ken. ten vanaf een bepaalde kracht weg uit De verwarming werkt bij een draai‐...
  • Pagina 33 Sleutels, portieren en ruiten Binnenspiegel Ruiten ken worden bevestigd. Anders is het mogelijk dat gegevens over ongeval‐ len niet worden geregistreerd. Handmatige dimfunctie Voorruit Stickers op de voorruit Warmtereflecterende voorruit Plak rondom de achteruitkijkspiegel De warmtereflecterende voorruit geen stickers, zoals tolvignetten of heeft een coating die zonnestralen soortgelijke stickers, op de voorruit.
  • Pagina 34: Achterruitverwarming

    Sleutels, portieren en ruiten Achterste zijramen Achterruitverwarming Elektrische ruitbediening is mogelijk bij ingeschakeld contact. Schuiframen zijkant Om in te schakelen toets Ü indruk‐ Druk de schakelaar van de betref‐ ken. fende ruit in om de ruit te openen of Om te openen de pal omhoogtrekken De verwarming werkt bij een draai‐...
  • Pagina 35 Sleutels, portieren en ruiten Afdekkingen van eventueel in de zon‐ nekleppen aanwezige make– upspiegels tijdens het rijden gesloten houden.
  • Pagina 36: Stoelen, Veiligheidssystemen

    Stoelen, veiligheidssystemen Stoelen, Hoofdsteunen ten (bij zeer kleine personen de hoofdsteun juist in de laagste stand veiligheidssystemen zetten). Stand Instellen 9 Waarschuwing Hoofdsteunen ......34 Voorstoelen ........35 Alleen met correct ingestelde hoofdsteunen rijden. Achterbank ........38 Veiligheidsgordels ....... 41 Airbagsysteem ......
  • Pagina 37: Voorstoelen

    Stoelen, veiligheidssystemen Voorstoelen Hoofdsteun verwijderen ■ Met schouders zo ver mogelijk te‐ gen de rugleuning zitten. De hoek van de rugleuning zo instellen dat u Stoelpositie het stuurwiel met licht gebogen ar‐ men kunt vastpakken. Bij het ver‐ 9 Waarschuwing draaien van het stuurwiel, contact blijven houden tussen schouders Alleen met een correct ingestelde...
  • Pagina 38 Stoelen, veiligheidssystemen Stoelverstelling Aan handgreep trekken, stoel ver‐ Zithoogte schuiven, handgreep loslaten. 9 Gevaar Rugleuning voorstoelen Altijd op minstens 25 cm afstand van het stuurwiel zitten zodat de airbag veilig in werking kan treden. 9 Waarschuwing Stoelen nooit tijdens het rijden ver‐ stellen, omdat ze ongecontroleerd kunnen bewegen.
  • Pagina 39: Verwarming

    Stoelen, veiligheidssystemen Armsteun Verwarming Lendensteun Lendensteun met draaiknop naar Armsteun naar wens afstellen. Op de knop ß voor de respectieve‐ wens afstellen. lijke stoel drukken. Voor uitschakeling ■ Armsteun stapsgewijs tot op de ge‐ dezelfde knop ß nogmaals indruk‐ Aan draaiknop draaien voor meer of wenste hoogte omhoogbrengen.
  • Pagina 40: Achterbank

    Stoelen, veiligheidssystemen Achterbank De stoelverwarming werkt bij een draaiende motor. Zitplaatsen tweede zitrij Om lange voorwerpen onder de stoe‐ len op te kunnen bergen kan de dek‐ plaat onder de middelste stoel wor‐ den losgemaakt. Er bij het opklappen of verwijderen van de achterste zitbank voor zorgen dat de armsteunen helemaal om‐...
  • Pagina 41: Opklapbare Achterbank

    Stoelen, veiligheidssystemen Achterinstap Opklapbare achterbank Bank optillen en opklappen totdat het bankframe in positie valt. Bij sommige modellen kan de laad‐ ruimte vergroot worden door de ach‐ 9 Waarschuwing terbank op te klappen. Bij het opklappen van de bank voorzichtig zijn – oppassen voor bewegende delen.
  • Pagina 42 Stoelen, veiligheidssystemen Bank geleidelijk laten zakken zodat Achterbank ontgrendelen door de pal 9 Waarschuwing de achterste steunen omlaag kunnen op de linker en rechter bankbevesti‐ klappen. De bank helemaal laten zak‐ gingen omlaag te drukken en naar vo‐ Uitneembare stoelen zijn zwaar! ken en ervoor zorgen dat de achterste ren te schuiven.
  • Pagina 43: Veiligheidsgordels

    Stoelen, veiligheidssystemen Veiligheidsgordels Gordelverklikker X 3 70. 9 Waarschuwing Gordelkrachtbegrenzers Veiligheidsgordel vóór elke rit om‐ De gordelkrachtbegrenzers van de doen. voorstoelen beperken de krachten die Inzittenden die geen gebruik ma‐ inwerken op de inzittenden, doordat ken van de veiligheidsgordel bren‐ de gordels tijdens een botsing gelei‐...
  • Pagina 44: Vastmaken

    Stoelen, veiligheidssystemen Geactiveerde gordelspanners door Gordel uit de oprolautomaat trekken, 9 Waarschuwing een werkplaats laten vervangen. Gor‐ zonder te verdraaien voor u langs ha‐ delspanners worden slechts eenmaal len en de gesp in het slot steken. De gordel niet over harde of breek‐ geactiveerd.
  • Pagina 45: Demonteren

    Stoelen, veiligheidssystemen Hoogte zo instellen dat de gordel over Veiligheidsgordels van 9 Waarschuwing de schouder loopt. Gordel mag niet achterbank langs de hals of bovenarm lopen. De veiligheidsgordel zal bij een Tweepuntsveiligheidsgordel Niet instellen tijdens het rijden. aanrijding niet goed werken als de onderste sluiting niet goed beves‐...
  • Pagina 46: Gebruik Van De Veiligheidsgordel Tijdens De Zwangerschap

    Stoelen, veiligheidssystemen Airbagsysteem Gebruik van de Elke airbag treedt slechts eenmaal in werking. Geactiveerde airbags veiligheidsgordel tijdens de onmiddellijk laten vervangen door zwangerschap Het airbagsysteem bestaat uit een een werkplaats. aantal aparte systemen, afhankelijk Geen aanpassingen in het airbag‐ van de ingebouwde uitrusting. systeem aanbrengen, anders ver‐...
  • Pagina 47: Zijdelings Airbagsysteem

    Stoelen, veiligheidssystemen Zijdelings airbagsysteem Ook is er een waarschuwingsetiket aan de zijkant van het instrumenten‐ bord, dat bij een geopend voorste passagiersportier zichtbaar is, of op de zonneklep van de passagier voor. Het frontairbagsysteem treedt in wer‐ king bij een voldoende krachtige aan‐ rijding.
  • Pagina 48: Airbag Deactiveren

    Stoelen, veiligheidssystemen Let op De opgeblazen airbags vangen de Op de voorstoelen alleen stoelhoe‐ schok op waardoor het gevaar voor zen gebruiken die voor de auto zijn letsel aan het hoofd bij een zijdelingse goedgekeurd. De airbags niet afdek‐ aanrijding aanzienlijk afneemt. ken.
  • Pagina 49: Kinderveiligheidssystemen

    Stoelen, veiligheidssystemen Kinderveiligheidssyste‐ 9 Gevaar Levensgevaar voor kinderen in een kinderveiligheidssysteem te‐ Wij bevelen het Opel kinderveilig‐ zamen met een geactiveerde air‐ heidssysteem aan dat specifiek voor bag op de passagiersstoel voorin. montage in uw auto geschikt is. Levensgevaar voor volwassenen...
  • Pagina 50 Stoelen, veiligheidssystemen Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ werking treden van de airbags het kant van de auto uit- en instappen. leven van het kind in gevaar bren‐ Wanneer het kinderzitje niet in ge‐ gen. bruik is, het met een veiligheidsgordel Dit is vooral van belang wanneer vastzetten of uit de auto verwijderen.
  • Pagina 51: Inbouwposities Kinderveiligheidssystemen

    Stoelen, veiligheidssystemen Inbouwposities kinderveiligheidssystemen Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem Voorstoelen - alle varianten Enkele stoel - passagierszijde voorin Bijrijdersbank - passagierszijde voorin zonder airbag met airbag middelste buitenste middelste buitenste Gewichts- of leeftijdsgroep zonder airbag met airbag zitplaats zitplaats zitplaats...
  • Pagina 52 Stoelen, veiligheidssystemen Combi - achterbank Bank op 2e zitrij Bank op 3e zitrij 3)4) Bestuurderszijde Passagierszijde Gewichts- of leeftijdsgroep buitenste zitplaats Midden buitenste zitplaats Buitenste zitplaats Midden Groep 0: tot 10 kg of ca. 10 maanden U, < U, < Groep 0+: tot 13 kg of ca.
  • Pagina 53 Stoelen, veiligheidssystemen Tour - achterbank Bank op 2e zitrij Bank op 3e zitrij 3)4) Bestuurderszijde Passagierszijde Gewichts- of leeftijdsgroep buitenste zitplaats Midden buitenste zitplaats Buitenste zitplaats Midden Groep 0: tot 10 kg of ca. 10 maanden U, < U, < Groep 0+: tot 13 kg of ca.
  • Pagina 54: Isofix-Maatklasse En Zitgelegenheid

    Stoelen, veiligheidssystemen = Geschikt voor universele veiligheidssystemen in deze gewichts- en leeftijdscategorie bij gebruik van een driepunts‐ veiligheidsgordel. UF = Geschikt voor universele voorwaarts gerichte veiligheidssystemen in deze gewichts- en leeftijdscategorie bij gebruik van een driepuntsveiligheidsgordel. = Geschikt voor ISOFIX-kinderveiligheidssysteem met bevestigingsbeugels en verankeringspunten, voor zover aan‐ <...
  • Pagina 55: Toegestane Mogelijkheden Voor De Bevestiging Van Een Isofix-Kinderveiligheidssysteem Gewichtsklasse

    Stoelen, veiligheidssystemen Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem Gewichtsklasse Maatklasse Bevestiging Voorstoelen Bank op 2e zitrij Bank op 3e zitrij Bestuurderszijde Passagierszijde buitenste zitplaats Midden buitenste zitplaats Groep 0: tot 10 kg E ISO/R1 Groep 0+: tot 13 kg E ISO/R1 ISO/R2 ISO/R3...
  • Pagina 56 Stoelen, veiligheidssystemen ISOFIX- Toegestane montageplaatsen voor ogen. Daarbij moet de bijbehorende ISOFIX -kinderveiligheidssystemen gordel tussen de glijstangen van de kinderveiligheidssystemen worden in de tabellen gemarkeerd hoofdsteun lopen. met <, IL en IUF. ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie worden in Top-Tether- de tabel aangeduid met IUF.
  • Pagina 57: Opbergen

    Opbergen Opbergen Opbergruimten Handschoenenkastje Opbergvakken Opbergruimten ......55 9 Waarschuwing Bagageruimte ......56 Berg geen zware of scherpe ob‐ Dakdragersysteem ....... 58 jecten in de opbergruimten op. An‐ Beladingsinformatie ..... 58 ders kan de klep van de opberg‐ ruimte open gaan en kunnen de inzittenden bij krachtig remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslingerende voor‐...
  • Pagina 58 Opbergen Bagageruimte Bekerhouders Opbergruimte plafond Afdekking laadruimte Leg niets op de hoedenplank. Demonteren Aan beide uiteinden van het instru‐ Niet meer dan 30 kg aan spullen in dit mentenpaneel zitten bekerhouders. opbergvak bewaren. Om de bekerhouders te gebruiken de asbak verwijderen. Opbergen voorin Afdekking optillen en uit de zijgelei‐...
  • Pagina 59: Monteren (Achter Voorstoelen Of Achterste Zitrij)

    Opbergen Bevestigingsrails ■ middelste pen van het veranke‐ De sjorogen zijn bedoeld voor het ringspunt losmaken en ervoor zor‐ vastzetten van artikelen tegen weg‐ en-haken gen dat de pen in positie zit en dat schuiven, bijv. met sjorbanden of een het verankeringspunt goed ver‐...
  • Pagina 60: Verbanddoos

    Opbergen Dakdragersysteem Beladingsinformatie Dakdrager ■ Zware voorwerpen zo ver mogelijk vooraan en gelijkmatig verdeeld in Om veiligheidsredenen en ter vermij‐ de laadruimte plaatsen. Bij stapel‐ ding van dakschade wordt geadvi‐ bare voorwerpen de zwaarste voor‐ seerd de voor uw auto goedgekeurde werpen onderaan leggen.
  • Pagina 61 Opbergen toelaatbare totaalgewicht van de ringen met een standaarddak en auto (zie typeplaatje 3 152) en het 210 kg voor uitvoeringen met een hoog dak (geldt niet voor uitvoerin‐ EU-leeggewicht van de auto. gen met een zogeheten platform‐ Noteer de gegevens van uw auto in cabine).
  • Pagina 62: Instrumenten En Bedieningsorganen

    Instrumenten en bedieningsorganen Instrumenten en Bedieningsorganen Stuurbedieningsknoppen bedieningsorganen Stuurwielverstelling Bedieningsorganen ...... 60 Waarschuwingslampen, meters en controlelampen ....... 65 Informatiedisplays ......74 Boordinformatie ......75 Tripcomputer ........ 76 Tachograaf ........78 De cruisecontrol en de snelheidsbe‐ grenzer werken via de toetsen op het stuurwiel.
  • Pagina 63: Wis-/Wasinstallatie Voorruit

    Instrumenten en bedieningsorganen Claxon Wis-/wasinstallatie voorruit Automatische wisfunctie met regensensor Voorruitwissers j indrukken. K = automatische wisfunctie met De claxon klinkt ongeachte de stand regensensor K = intervalschakeling van de contactschakelaar. = langzaam De regensensor registreert de hoe‐ = snel veelheid neerslag op de voorruit en Knoppen op stuurkolom stuurt automatisch de wissnelheid...
  • Pagina 64: Voorruitsproeiers

    Instrumenten en bedieningsorganen Achteruitwisser/-sproeier Instelbare gevoeligheid regensensor Voorruitsproeiers Aan stelwiel draaien om de gevoelig‐ heid in te stellen: geringe = stelwiel omlaag‐ gevoeligheid draaien hoge = stelwiel omhoog‐ gevoeligheid draaien Hendel naar u toe trekken. Er wordt Draaien: sproeiervloeistof tegen de voorruit 0 = uit gespoten.
  • Pagina 65: Bestuurdersinformatiecentrum

    Instrumenten en bedieningsorganen Buitentemperatuur Klok Bestuurdersinformatiecentrum: De klokfunctie weergeven door de knop aan het uiteinde van de wisser‐ hendel meerdere malen in te druk‐ ken. Wanneer de tijd knippert (na ca. 2 seconden), de knop ingedrukt hou‐ den: ■ Uren knipperen, ■...
  • Pagina 66: Elektrische Aansluitingen

    Instrumenten en bedieningsorganen Elektrische aansluitingen Aansteker Bij aansluiting van elektrische acces‐ soires terwijl de motor stilstaat, raakt de accu ontladen. Het maximaal op‐ genomen vermogen mag niet meer bedragen dan 120 watt. Geen acces‐ soires aansluiten die stroom leveren, zoals bijv. laadtoestellen of accu's. Aangesloten elektrische accessoires moeten wat betreft de elektromagne‐...
  • Pagina 67: Waarschuwingslampen, Meters En Controlelampen

    Instrumenten en bedieningsorganen Waarschuwingslam‐ Verplaatsbare asbak Let op In bepaalde omstandigheden (bijv. pen, meters en op steile aflopende hellingen) kan de controlelampen rijsnelheid de ingestelde grens over‐ schrijden. Snelheidsmeter Kilometerteller Asbak voor gebruik op verschillende plaatsen in de auto. Voor gebruik, deksel openen.
  • Pagina 68 Instrumenten en bedieningsorganen Bij weergegeven dagteller terugzet‐ Bij een volle tank branden alle streep‐ Voorzichtig ten door de knop aan het uiteinde van jes, met uitzondering van het streepje de ruitenwisserhendel gedurende en‐ voor een te laag brandstofpeil (het Als de naald in het rode gebied kele seconden met ingeschakeld con‐...
  • Pagina 69: Peilsensor Motorolie

    Instrumenten en bedieningsorganen Service-display Let op Als het oliepil bij het inschakelen van Om er zeker van te zijn dat het juiste het contact juist is, verschijnt korte tijd Na het inschakelen van het contact, brandstofpeil wordt weergegeven, het bericht OLIEPEIL CORRECT op kan de resterende afstand tot aan de moet het contact worden uitgescha‐...
  • Pagina 70: Service-Display Terugzetten

    Instrumenten en bedieningsorganen Versnellingsbakdisplay Controlelampen Service-display terugzetten Na de onderhoudsbeurt moet het ser‐ De beschreven controlelampen zijn vice-display worden gereset. Afstand niet in alle auto's aanwezig. Deze be‐ vóór onderhoudsbeurt selecteren op schrijving geldt voor alle instrument‐ het service-display van het bestuur‐ uitvoeringen.
  • Pagina 71 Instrumenten en bedieningsorganen Controlelampen in de instrumentengroep...
  • Pagina 72: Richtingaanwijzers

    Instrumenten en bedieningsorganen Richtingaanwijzers 9 Waarschuwing 9 Waarschuwing O knippert groen. Veiligheidsgordel vóór elke rit om‐ Oorzaak van de storing onmiddel‐ Knippert bij ingeschakelde richting‐ doen. lijk door een werkplaats laten ver‐ aanwijzer of alarmknipperlichten. helpen. Inzittenden die geen gebruik ma‐ Snel knipperen: richtingaanwijzer of ken van de veiligheidsgordel bren‐...
  • Pagina 73: Service-Indicatie

    Instrumenten en bedieningsorganen Storingsindicatielamp Kan oplichten in combinatie met een 9 Gevaar ander controlelampje of een melding Z brandt of knippert geel. op het bestuurdersinformatiecen‐ Levensgevaar voor kinderen in Brandt na het inschakelen van het trum. Onmiddellijk de hulp van een een kinderveiligheidssysteem te‐...
  • Pagina 74: Antiblokkeersysteem (Abs)

    Instrumenten en bedieningsorganen Bij de melding DEFECT het bestuurdersinformatiecentrum. Brandt tijdens het rijden REMSYSTEEM op het bestuurders‐ Onmiddellijk de hulp van een werk‐ Het systeem wordt uitgeschakeld. informatiecentrum is er een storing in plaats inroepen. Ook verschijnt het bericht ANTISLIP- het remsysteem.
  • Pagina 75 Instrumenten en bedieningsorganen Voorverwarming wordt geactiveerd. 1. Koppelingspedaal intrappen. Brandt wanneer het peil in de brand‐ Werkt alleen bij lage buitentempera‐ stoftank te laag is. Onmiddellijk bijt‐ 2. Versnellingsbak in neutrale stand turen. anken 3 111 zetten, keuzehendel in stand N zetten.
  • Pagina 76: Informatiedisplays

    Instrumenten en bedieningsorganen Informatiedisplays Triple-Info-Display Brandt bij ingeschakeld mistachter‐ licht 3 82. Toont de tijd, buitentemperatuur en Driver Information Center informatie over het infotainment-sys‐ Cruise control teem. m, U brandt groen. m brandt groen als een bepaalde snelheid wordt opgeslagen. U brandt groen als het systeem aan Snelheidsbegrenzer U brandt geel.
  • Pagina 77: Boordinformatie

    Instrumenten en bedieningsorganen Boordinformatie Geluidssignalen blijft A in beeld. De storing wordt daarna opgeslagen in het on board- systeem. Bij het starten van de motor of Er verschijnen berichten op het be‐ tijdens het rijden: Storingsmeldingen stuurdersinformatiecentrum en het controlelampje A of C op de instru‐ ■...
  • Pagina 78: Tripcomputer

    Instrumenten en bedieningsorganen Tripcomputer Bij het parkeren van de auto en/ contact het bericht OIL op het be‐ stuurdersinformatiecentrum. Oliepeil of het openen van het controleren 3 117. bestuurdersportier: De boordcomputer geeft informatie Het bericht voor het oliepeil wordt al‐ over rijgegevens die voortdurend ge‐...
  • Pagina 79 Instrumenten en bedieningsorganen ■ Actieradius Momentaan verbruik Geeft de gemiddelde snelheid sinds de laatste reset aan. De waarde verschijnt na het bereiken ■ Afgelegde weg van een snelheid van 30 km/u. De meting kan op ieder gewenst mo‐ ■ Gemiddelde snelheid ment opnieuw gestart worden.
  • Pagina 80: Tachograaf

    Instrumenten en bedieningsorganen Tachograaf Onderbreking van de voeding Als de voeding werd onderbroken of de accuspanning te laag is gezakt, zullen de waarden opgeslagen in de boordcomputer verloren gaan. De tachograaf is te bedienen zoals aangegeven in de geleverde gebrui‐ kershandleiding.
  • Pagina 81: Verlichting

    Verlichting Verlichting Rijverlichting Automatische verlichting Lichtschakelaar Rijverlichting ........ 79 Binnenverlichting ......82 Verlichtingsfuncties ...... 83 Bij het activeren van de automatische verlichting terwijl de motor draait, schakelt het systeem in functie van Lichtschakelaar draaien: het omgevingslicht tussen de dagrij‐ = Uit lichten en de koplampen.
  • Pagina 82: Grootlicht

    Verlichting Grootlicht Koplampreikwijdte Om te deactiveren de handeling her‐ halen. instellen Om veiligheidsredenen wordt geadvi‐ seerd de automatische verlichting ge‐ Koplampreikwijdte handmatig activeerd te houden. instellen Dagrijlicht Dagrijlichten maken de auto overdag beter zichtbaar. De lichten branden automatisch wanneer het contact is ingeschakeld.
  • Pagina 83: Koplampinstelling In Het Buitenland

    Verlichting Koplampinstelling in het Richtingaanwijzers Bij het wisselen van rijstrook de hen‐ del slechts tot aan de eerste aanslag buitenland bewegen. Bij het loslaten van de hen‐ del springt deze terug naar de uit‐ Het asymmetrische dimlicht biedt gangspositie. meer zicht op de rand van de weg aan de passagierskant.
  • Pagina 84 Verlichting Binnenverlichting De mistlampen vóór werken alleen Wanneer de voordeuren worden ge‐ wanneer het contact en de koplam‐ sloten, dooft de instapverlichting na pen zijn ingeschakeld. ca. 20 seconden. De verlichting dooft direct als het contact wordt ingescha‐ keld. Mistachterlicht Binnenste ring naar >r draaien.
  • Pagina 85: Leeslampen

    Verlichting Verlichtingsfuncties Te bedienen door de lens in een van Deze handeling kan tot viermaal wor‐ de 3 standen te kantelen, te weten: den herhaald tot een maximale duur van 2 minuten. Omgevingsverlichting ■ Aan De verlichting wordt onmiddellijk uit‐ ■...
  • Pagina 86: Klimaatregeling

    Klimaatregeling Klimaatregeling Klimaatregelsystemen De verwarming werkt pas optimaal als de motor de normale bedrijfstem‐ peratuur heeft bereikt. Verwarmings- en ventilatiesysteem Luchtdebiet Klimaatregelsystemen ....84 Luchtdebiet instellen door de ventila‐ Luchtroosters ....... 91 torknop in de gewenste stand te zet‐ Onderhoud ........92 ten.
  • Pagina 87: Airconditioning

    Klimaatregeling ■ Verwarming achterruit Ü inschake‐ Koeling (AC) Wanneer de omgevingslucht warm len. en zeer vochtig is, kan de voorruit aan Wordt bediend met knop AC en werkt de buitenkant aandampen wanneer alleen wanneer de motor draait en de ■ Zijdelingse luchtroosters openen er koude lucht naartoe stroomt.
  • Pagina 88: Verwarming Achterin

    Klimaatregeling Verwarming achterin Aanjagerschakelaar airconditioning achterin De hoeveelheid lucht wordt bepaald door de aanjager. De luchttempera‐ De aanjager van de verwarming ach‐ tuur is in te stellen met de tempera‐ De aanjager van de airconditioning ter in de passagiersruimte onder‐ tuurregeling op het instrumentenpa‐...
  • Pagina 89: Hulpverwarming

    Klimaatregeling De aanjager kent 3 snelheden: Uitschakelen indien niet noodzakelijk. Timer De verwarming stopt meteen na de 0 = uit geprogrammeerde werktijd. Deze 3 = hoge snelheid werkt ook niet meer als er te weinig brandstof in de tank zit. Hulpverwarming Tijdens de werking wordt vermogen van de voertuigaccu gebruikt.
  • Pagina 90 Klimaatregeling 4 r Volgende- = Selecteert signaalaanduiding en SENd verschij‐ functies in de nen kort in de display, gevolgd door knop menubalk en de temperatuur. past waarden aan. 9 Waarschuwing 5 OK knop = Bevestigt se‐ lectie. Schakel tijdens het bijtanken zo‐ wel de afstandsbediening als de Handzender verwarming uit!
  • Pagina 91: Bediening

    Klimaatregeling kant in de richting van de positieve Leer afstandsbediening in Bediening aansluitingen. Zet de afdekking weer Als de voertuigaccu opnieuw is aan‐ stevig op zijn plaats. Verwarming Y gesloten, gaat de LED in het instru‐ mentenpaneel branden en configu‐ Selecteer Y in de menubalk en be‐...
  • Pagina 92 Klimaatregeling Programmeren P Als u tijdens de procedure op X drukt, Stel de weekdag, de tijd en de duurtijd van de verwarming in Ö verlaat u het programma zonder dat U kunt maximaal 3 vooraf ingestelde de aanpassingen worden opgesla‐ vertrektijden programmeren, ofwel Als de voertuigaccu afgekoppeld is of gen.
  • Pagina 93: Luchtroosters

    Klimaatregeling Luchtroosters Door de roosters te kantelen en te 9 Waarschuwing draaien de richting van de luchttoe‐ voer instellen. Verstelbare luchtroosters Geen voorwerpen bevestigen aan de roosters van de ventilatieope‐ Zijdelingse luchtroosters Bij ingeschakelde koeling moet er mi‐ ningen. Kans op schade en letsel nimaal één ventilatieopening ge‐...
  • Pagina 94: Onderhoud

    Klimaatregeling Onderhoud Service Voor optimale verdeling wordt de meeste lucht naar uitstroomkanalen Om optimale koeling te garanderen, in het midden en rechts geleid. Luchtinlaat wordt aangeraden het klimaatregel‐ systeem jaarlijks, voor het eerst 3 jaar De luchtinlaat vóór de voorruit in de na ingebruikneming van de auto, te motorruimte schoon houden om lucht laten controleren, lettend op:...
  • Pagina 95: Starten En Bediening

    Rijden en bediening Rijden en bediening Rijtips Starten en bediening Controle over de auto Nieuwe auto inrijden De eerste paar ritten tijdens de inrij‐ Rijtips ........... 93 Nooit met afgezette motor rijden periode en ook na het aanbrengen Starten en bediening ....93 Veel systemen werken dan niet meer van nieuwe remblokken niet onnodig (bijv.
  • Pagina 96: Motor Starten

    Rijden en bediening Contactslotstanden Motor starten Het verhoogde motortoerental wordt automatisch verlaagd tot het normaal stationaire toerental naarmate de mo‐ tortemperatuur stijgt. Startpogingen niet langer dan 15 seconden laten duren. Als de mo‐ tor niet start, 15 seconden wachten alvorens de startprocedure te herha‐ len.
  • Pagina 97: Uitlaatgassen

    Rijden en bediening Uitlaatgassen Parkeren Bovendien de voorwielen naar de stoeprand toedraaien. ■ De auto niet op een licht ontvlam‐ ■ De auto vergrendelen en de anti- bare ondergrond parkeren. De on‐ 9 Gevaar diefstalvergrendeling en het anti- dergrond kan door de hoge tempe‐ diefstalalarmsysteem activeren.
  • Pagina 98: Handgeschakelde Versnellingsbak

    Rijden en bediening Handgeschakelde een hoge temperatuur te verbranden. startmotor niet onnodig lang laten Dit proces verloopt automatisch en versnellingsbak draaien, de tank niet leegrijden en enige geur- en rookontwikkeling hier‐ de motor niet door duwen of sle‐ bij is normaal. pen proberen te starten.
  • Pagina 99: Geautomatiseerde Versnellingsbak

    Rijden en bediening Geautomatiseerde Motor starten De koppeling niet onnodig laten slip‐ pen. versnellingsbak Bij het starten van de motor het rem‐ Bij bediening het koppelingspedaal pedaal bedienen. Wordt het rempe‐ helemaal intrappen. Uw voet niet op daal niet bediend, dan brandt T op Met deze versnellingsbak is zowel het pedaal laten rusten.
  • Pagina 100 Rijden en bediening De keuzehendel altijd zover mogelijk het selecteren van R wordt de keld, waarna wordt ontkoppeld. In in de gewenste richting bewegen. Als achteruitversnelling ingeschakeld. stand R blijft de achteruitversnelling de hendel wordt losgelaten, keert hij Na het loslaten van het rempedaal ingeschakeld.
  • Pagina 101: Handgeschakelde Modus

    Rijden en bediening Handgeschakelde modus Elektronische Handgeschakelde modus Om bij het afdalen van een helling op rijprogramma's Wordt bij te lage toeren een hogere de motor af te remmen, tijdig een la‐ versnelling geselecteerd of een la‐ gere versnelling selecteren. Winterprogramma V gere versnelling bij te hoge toeren, dan schakelt de auto niet.
  • Pagina 102 Rijden en bediening Deactivering Beladingsmodus kg Deactivering Het winterprogramma wordt uitge‐ De beladingsmodus wordt uitgescha‐ schakeld door: keld door: ■ het opnieuw indrukken van toets V, ■ het opnieuw indrukken van toets kg, ■ het uitschakelen van de ontsteking, ■ het uitschakelen van het contact. ■...
  • Pagina 103: Stroomonderbreking

    Rijden en bediening Remmen Oorzaak van de storing onmiddellijk verschijnt, is er een storing in het rem‐ door een werkplaats laten verhelpen. systeem. Onmiddellijk de hulp van een werkplaats inroepen. Het remsysteem omvat twee onaf‐ Stroomonderbreking Controlelamp R 3 71. hankelijke remcircuits.
  • Pagina 104: Remassistentie

    Rijden en bediening Storing Oorzaak van de storing onmiddellijk Om minder kracht te hoeven uitoefe‐ door een werkplaats laten verhelpen. nen bij het aantrekken van de hand‐ Als controlelampje u niet na enkele rem, tegelijkertijd het rempedaal be‐ seconden na het inschakelen van het Boordinformatie 3 75.
  • Pagina 105: Rijregelsystemen

    Rijden en bediening Rijregelsystemen v-toets indrukken. Controlelampje v 9 Waarschuwing brandt op de instrumentengroep en het bericht ANTISLIP-SYSTEEM Traction Control Laat u door dit speciale veilig‐ UIT verschijnt op het bestuurdersin‐ heidssysteem niet verleiden tot Traction Control (TC) is een onder‐ formatiecentrum.
  • Pagina 106 Rijden en bediening Elektronisch stabiliteits‐ v-toets indrukken. Controlelampje v 9 Waarschuwing brandt op de instrumentengroep en programma (ESP) het bericht ANTISLIP-SYSTEEM Laat u door dit speciale veilig‐ Het elektronische stabiliteitspro‐ UIT verschijnt op het bestuurdersin‐ heidssysteem niet verleiden tot formatiecentrum. gramma (ESP®...
  • Pagina 107: Cruise Control

    Rijden en bediening Cruise control Inschakelen De cruisecontrol kan snelheden van 30 km/u en hoger opslaan en hand‐ haven. Tijdens het bergop- en berg‐ afwaarts rijden kan van de opgesla‐ gen snelheden worden afgeweken. Om veiligheidsredenen kan de crui‐ secontrol pas worden ingeschakeld nadat het rempedaal eenmaal werd bediend.
  • Pagina 108: Snelheid Verhogen

    Rijden en bediening Snelheid verhogen Uitschakelen Na het activeren van de cruisecontrol kan de rijsnelheid gestaag of in kleine stapjes worden verhoogd door scha‐ kelaar < ingedrukt te houden of er steeds op te tikken. Na het loslaten van de schakelaar wordt de huidige snelheid opgesla‐...
  • Pagina 109: Opgeslagen Snelheid Hervatten

    Rijden en bediening Opgeslagen snelheid hervatten Inschakelen De auto kan normaal rijden, maar de geprogrammeerde snelheid kan be‐ Schakelaar R bij een snelheid van halve in noodgevallen niet worden meer dan 30 km/u indrukken. overschreden. Als de opgeslagen snelheid veel ho‐ Als de maximumsnelheid niet kan ger dan de huidige snelheid is, trekt worden gehandhaafd, bijv.
  • Pagina 110: Detectiesystemen

    Rijden en bediening Detectiesystemen Snelheidslimiet overschrijden Snelheidslimiet wissen In noodgevallen is het mogelijk de Schakelaar U indrukken: Gele con‐ snelheidslimiet te overschrijden door trolelamp U in de instrumentengroep Parkeerhulp het gaspedaal stevig door het weer‐ dooft. standspunt heen in te trappen. Gedu‐ rende deze periode knippert de maxi‐...
  • Pagina 111 Rijden en bediening Let op Uitschakelen Permanent uitschakelen Accessoires e.d. die in het detectie‐ Systeem permanent uitschakelen gebied van de sensoren gemon‐ door toets E op het instrumentenpa‐ teerd zijn kunnen storingen in het neel in te drukken en ca. systeem veroorzaken.
  • Pagina 112: Brandstof

    Rijden en bediening Brandstof Voorzichtig Voorzichtig Brandstof voor Bij het achteruitrijden moet het ge‐ Gebruik van brandstof die niet vol‐ benzinemotoren bied vrij zijn van obstakels die de doet aan EN 228 of E DIN 51626-1 onderkant van de auto zouden of soortgelijk, kan leiden tot neer‐...
  • Pagina 113 Rijden en bediening den (bijv. minder dan 5 liter), om ze‐ Bij het tanken de gebruiks- en vei‐ Voorzichtig ker te zijn van een nauwkeurige af‐ ligheidsvoorschriften van het tank‐ lezing. station in acht nemen. Gebruik van brandstof die niet vol‐ De tankvulopening met daarop de doet aan EN 590 of soortgelijk, dop met bajonetsluiting zit aan de lin‐...
  • Pagina 114 Rijden en bediening Om te openen ■ Ontgrendelingsdeksel terugplaat‐ Voorzichtig sen. ■ Linker voorstoel weer in oorspron‐ Gemorste brandstof onmiddellijk kelijke positie zetten. afwassen. Is een lege accu niet de oorzaak van de stroomonderbreking, dan contact Storing opnemen met een werkplaats. Bij stroomonderbreking kan de tank‐...
  • Pagina 115: Trekken

    Rijden en bediening Trekken De brandstofverbruiksmeting houdt Als de aanhanger begint te slingeren, rekening met het leeggewicht van de langzamer gaan rijden, niet tegenstu‐ auto zoals vastgesteld volgens de ren en zo nodig krachtig remmen. Algemene informatie richtlijnen. Accessoires houden mo‐ Bergafwaarts dezelfde versnelling in‐...
  • Pagina 116: Achterasbelasting

    Rijden en bediening Het maximaal toelaatbare trekge‐ De maximaal toelaatbare kogeldruk 9 Waarschuwing wicht geldt tot aan het aangegeven staat op het typeplaatje van de trek‐ hellingspercentage en tot een hoogte haak en in de autopapieren vermeld. Rijden met een aanhanger is al‐ van 1000 meter boven de zeespiegel.
  • Pagina 117: Verzorging Van De Auto

    Verzorging van de auto Verzorging van de Algemene informatie Auto stallen auto Accessoires en Langdurig stallen Wanneer u de auto meerdere maan‐ modificaties van auto den moet stallen: Het wordt geadviseerd alleen gebruik Algemene informatie ....115 ■ Auto wassen en conserveren. te maken van originele onderdelen, Controle van de auto ....
  • Pagina 118: Verwerking Van Sloopauto

    Verzorging van de auto Controle van de auto Motorkap ■ Motorkap openen, alle portieren sluiten en auto vergrendelen. Werkzaamheden Openen ■ Poolklem van de minpool van de accu loskoppelen. Erop letten dat uitvoeren geen van de systemen werkt, waar‐ onder het diefstalalarmsysteem. 9 Waarschuwing Weer in gebruik nemen Controles in de motorruimte alleen...
  • Pagina 119 Verzorging van de auto Sluiten Voorzichtig Steun vóór het sluiten van de motor‐ kap stevig in de houder duwen. De eigenaar van de auto dient Motorkap laten zakken en in het slot erop te letten dat er genoeg mo‐ laten vallen. Controleer of de motor‐ torolie van de juiste kwaliteit in de kap vergrendeld is.
  • Pagina 120 Verzorging van de auto Bij M9R-motoren de dop linksom Het motoroliepeil mag niet hoger draaien, de peilstok verwijderen, staan dan het bovenste merkteken B schoonvegen en er weer zo ver mo‐ op de peilstok. gelijk insteken. Voorzichtig Wanneer het motoroliepeil tot aan het merkteken "add oil"...
  • Pagina 121 Verzorging van de auto Inhouden 3 161, Peilsensor motor‐ Neem contact op met een werkplaats, als de rode indicator verschijnt bij een olie 3 67. draaiende motor. Dop recht terugplaatsen en vast‐ draaien. Koelvloeistof Motorluchtfilter De koelvloeistof biedt vorstbescher‐ ming tot ca. –28 °C. Indicator luchtstroom motor Voorzichtig Alleen goedgekeurde antivries ge‐...
  • Pagina 122 Verzorging van de auto Stuurbekrachtigingsvloei‐ vriesgehalte door een werkplaats la‐ ten controleren en oorzaak van het stof koelvloeistofverlies laten verhelpen. Als een aanzienlijke hoeveelheid koelvloeistof vereist is, dient het koel‐ systeem te worden ontlucht. De hulp van een werkplaats inroepen. Als de koelvloeistoftemperatuur te hoog is, brandt controlelampje W rood op de instrumentengroep, sa‐...
  • Pagina 123 Verzorging van de auto Sproeiervloeistof Remmen Piepende remmen geven aan dat de remblokken hun minimumdikte heb‐ ben bereikt. Verder rijden is mogelijk maar laat de remblokken zo spoedig mogelijk vervangen. Na de montage van nieuwe remblok‐ ken de eerste paar ritten niet onnodig hard remmen.
  • Pagina 124: Onderhoud Accu

    Verzorging van de auto Accu Accu blootleggen ■ De accu bevat zwavelzuur dat aan‐ leiding kan geven tot blindheid of De accu zit onder de vloerplaat bij de De accu van de auto is onderhouds‐ ernstige brandwonden. linker voorstoel 3 140. vrij als het rijgedrag zodanig is dat ■...
  • Pagina 125: Dieselbrandstofsysteem Ontluchten

    Verzorging van de auto Dieselbrandstofsysteem Wij raden u aan de accu door een Opvangbak onder het filterhuis plaat‐ werkplaats te laten vervangen. sen. Kartelboutjes op het filterdeksel ontluchten en aan de onderkant van het filter ca. Extra accu één slag losdraaien om het water af te tappen.
  • Pagina 126: Gloeilamp Vervangen

    Verzorging van de auto Gloeilamp vervangen Wisserbladen vervangen 3. Ontluchtingsschroef (pijl) één slag losdraaien. Wisserbladen voorruit Lampen vervangen 4. Lijnopvoerpomp langzaam en ge‐ lijkmatig met de hand bedienen, Contact uitschakelen en bijbeho‐ totdat de brandstof die langs de rende schakelaar uitzetten of deuren losgedraaide ontluchtingsschroef sluiten.
  • Pagina 127: Koplampen

    Verzorging van de auto Koplampen Richtingaanwijzers Stadslichten vooraan Grootlicht en dimlicht 1. Lamphouder uit reflectorhuis ver‐ wijderen door deze 90° te ver‐ 1. Lamphouder uit reflectorhuis ver‐ draaien. 1. Kabelboomstekker loskoppelen. wijderen door deze 90° te ver‐ 2. Lamp vervangen. 2.
  • Pagina 128: Achterlichten

    Verzorging van de auto Achterlichten Zijrichtingaanwijzers Remlichten, achterste richtingaanwijzers en achterlichten 3. Aan lamphouder draaien om deze van het lamphuis te scheiden. 1. Klemmen met een platte schroe‐ 4. Lamp vervangen. vendraaier uit het voorspatbord 5. Lamphouder bij het aanbrengen losmaken en het lamphuis uit de in het lamphuis duwen –...
  • Pagina 129: Derde Remlicht

    Verzorging van de auto Derde remlicht Mistachterlicht 4. Lamphouder bij het aanbrengen in het lamphuis duwen – vervol‐ Lampen door een werkplaats laten gens vastdraaien. vervangen. 5. Lamphuis met 2 boutjes monte‐ ren. Achteruitrijlichten Kentekenplaatverlichting 1. De 2 boutjes verwijderen (met het bijgeleverde gereedschap) en het lamphuis verwijderen.
  • Pagina 130: Verlichting Instrumentenpaneel

    Verzorging van de auto Binnenverlichting Laadruimteverlichting Verlichting handschoenenkastje Voorste binnenverlichting Lampen door een werkplaats laten vervangen. Verlichting instrumentenpaneel Lampen door een werkplaats laten vervangen. 1. Lamphuis verwijderen met een platte schroevendraaier. 1. Lens verwijderen met een platte 2. Toegang tot de lamp verkrijgen schroevendraaier.
  • Pagina 131: Elektrisch Systeem

    Verzorging van de auto Elektrisch systeem Zekeringtrekker Zekeringen Controleren of het opschrift op de ver‐ vangende zekering overeenkomt met dat op de defecte zekering. De zekeringenkast zit aan de linker‐ kant van het instrumentenpaneel, on‐ der de bekerhouder. Alvorens een zekering te vervangen, de desbetreffende schakelaar en de ontsteking uitschakelen.
  • Pagina 132: Zekeringenkast Instrumentenpaneel

    Verzorging van de auto Zekeringenkast Symbool Functie instrumentenpaneel Airconditioning Verwarmbare buitenspie‐ gels Verwarmde voorstoelen Elektrisch bediende ruiten Grootlicht links Grootlicht rechts Voorruitwissers Radio, infotainmentsys‐ Voor het vervangen van zekeringen teem bevat de zekeringendoos een zeke‐ ringtrekker. Aansteker Zit aan de linkerkant van het instru‐ Zekeringtrekker van bovenaf of van Boiler Verwarming achter in...
  • Pagina 133: Boordgereedschap

    Verzorging van de auto Boordgereedschap Velgen en banden Symbool Functie Antiblokkeersysteem Gereedschap (ABS) Conditie van banden en velgen Verwarming achterruiten Ü Zo langzaam mogelijk en onder een rechte hoek over obstakels. Het rijden Klok, interieurverlichting, over scherpe randen kan schade aan radio, infotainment- banden en velgen tot gevolg hebben.
  • Pagina 134: Aanduidingen Op Banden

    Verzorging van de auto Afhankelijk van de voorschriften die in V = maximaal 240 km/u 9 Waarschuwing uw land gelden dient er een sticker in W = maximaal 270 km/u het zicht van de bestuurder te worden Een te lage bandenspanning kan aangebracht met daarop de toelaat‐...
  • Pagina 135: Van Banden- En Velgmaat Veranderen

    Verzorging van de auto Banden verouderen ook wanneer er mee aan alle eisen voor de desbe‐ niet mee gereden wordt. Wij raden u treffende combinatie van wielen en aan de banden om de 6 jaar te ver‐ banden voldoen. vangen. Als geen wieldoppen en banden wor‐...
  • Pagina 136: Sneeuwkettingen

    Verzorging van de auto Sneeuwkettingen Wieldoppen op stalen velgen kunnen 9 Waarschuwing tegen delen van de sneeuwketting aankomen. In dit geval wieldoppen Niet sneller rijden dan 80 km/u. verwijderen. Niet langdurig gebruiken. Sneeuwkettingen mogen alleen wor‐ Stuur- en rijgedrag worden moge‐ den gebruikt bij snelheden tot lijk beïnvloed.
  • Pagina 137 Verzorging van de auto 1. Compressor uit de bandenrepara‐ tieset halen. 2. Voedingskabel en de luchtslang uit de vakken aan de onderkant van de compressor halen. 9. Zet de wipschakelaar van de com‐ 6. Schroef de vulslang op het ven‐ pressor op I.
  • Pagina 138 Verzorging van de auto reikt, dan is de band te ernstig be‐ schadigd. De hulp van een werk‐ plaats inroepen. Overmatige bandenspanning ver‐ lagen met de knop boven de druk‐ meter. Compressor niet langer dan 10 minuten achtereen laten wer‐ ken.
  • Pagina 139: Wiel Verwisselen

    Verzorging van de auto bandenspanning op de voorge‐ Let op de vervaldatum van de set. De onderstaande voorbereidingen schreven waarde brengen. Proce‐ Na deze datum is niet meer gega‐ treffen en de instructies opvolgen: dure herhalen totdat de banden‐ randeerd dat het middel nog goed ■...
  • Pagina 140 Verzorging van de auto 5. Wielbouten volledig linksom los‐ draaien en met een doek schoon‐ vegen. Wielbouten bewaren op een plek waar de draadwindingen niet ver‐ ontreinigd raken. 6. Wiel verwisselen. 7. Wielbouten indraaien. 8. Auto omlaagbrengen. 9. Wielbouten kruislings telkens een stukje verder aanhalen.
  • Pagina 141 Verzorging van de auto Reservewiel Het reservewiel zit achter onder de Bij het monteren van het wiel contro‐ vloer van de auto en kan worden be‐ leren of de reservewielhouder goed Sommige auto's hebben in plaats van vestigd met een veiligheidsbout die zit alvorens de bouten aan te halen.
  • Pagina 142: Starthulp Gebruiken

    Verzorging van de auto ■ Niet sneller rijden dan 80 km/u. ■ De aansluitklemmen van de ene contact persoonlijk letsel en kabel mogen die van de andere niet ■ Bij regen en sneeuw bijzonder schade aan de auto kan veroorza‐ raken.
  • Pagina 143 Verzorging van de auto Tijdens het vervangen op de positie Starthulpprocedure hanging. Zo ver mogelijk van de van de naar voren gerichte pijl op het ontladen accu aansluiten, op min‐ accudeksel letten. stens 60 cm afstand. De kabels zo leggen dat ze niet door de draaiende delen in de motorruimte geraakt kunnen worden.
  • Pagina 144: Trekken

    Verzorging van de auto Trekken Voorzichtig Voorzichtig Auto slepen Sleep de auto niet vanaf de ach‐ Langzaam wegrijden. Schok‐ terkant. Het sleepoog vooraan kende bewegingen vermijden. mag alleen worden gebruikt om te Buitensporige trekkrachten kun‐ slepen. Het is niet geschikt om een nen de auto beschadigen.
  • Pagina 145: Andere Auto Slepen

    Verzorging van de auto Verzorging van uiterlijk Andere auto slepen Modellen met een trekhaak zijn voor‐ zien van een voetje voor het afneem‐ bare sleepoog. Het sleepoog met het Verzorging exterieur boordgereedschap geheel in het voe‐ tje schroeven. Sloten Sleepkabel – beter is een sleepstang De sloten zijn af fabriek gesmeerd –...
  • Pagina 146: Buitenverlichting

    Verzorging van de auto Bij een bezoek aan een autowas‐ Daarna de auto grondig afspoelen en Autopolish met siliconen vormt een straat de aanwijzingen van de uitba‐ afzemen. Zeemlap vaak uitspoelen. vuilwerende laag, waardoor in de was ter opvolgen. Voorruitwissers en ach‐ Voor de carrosserie en de ruiten ver‐...
  • Pagina 147: Verzorging Interieur

    Verzorging van de auto Velgen met een pH-neutrale velgen‐ De bodemplaat vóór en ná de winter Trekhaak reiniger reinigen. schoonspuiten en daarna de be‐ Kogelstang niet met een stoom- of schermende waslaag laten controle‐ hogedrukreiniger reinigen. Velgen zijn gelakt en kunnen met de‐ ren.
  • Pagina 148 Verzorging van de auto Voorzichtig Klittenbandsluitingen sluiten om‐ dat geopende klittenbandsluitin‐ gen schade aan de stoelbekleding kunnen toebrengen. Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐ ken met scherpe voorwerpen zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐ ten. Kunststof en rubber onderdelen Kunststof en rubberen onderdelen mogen met dezelfde middelen wor‐...
  • Pagina 149: Service En Onderhoud

    Service en onderhoud Service en onderhoud Algemene informatie Europese onderhoudsintervallen - Service-informatie behalve motoren M9R 630 en M9R 692 Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ Algemene informatie ....147 Onderhoud van uw auto is nodig om veiligheid en voor het behoud van de Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐...
  • Pagina 150: Registraties

    Service en onderhoud Onderhoud van uw auto is nodig om Onderhoud van uw auto is nodig om Kosovo, Macedonië, Malta, de 30.000 km of na 1 jaar, afhankelijk de 10.000 km of na 1 jaar, afhankelijk Montenegro, Nieuw-Zeeland, Servië, van wat zich het eerst voordoet, tenzij van wat zich het eerst voordoet, tenzij Singapore, Zuid-Afrika.
  • Pagina 151: Aanbevolen Vloeistoffen, Smeermiddelen En Onderdelen

    Service en onderhoud Aanbevolen Servicedisplay oliekwaliteit blijft o.a. de motor schoon, is de slijtage minimaal en Het onderhoudsinterval is gebaseerd vloeistoffen, veroudert de olie minder snel. De vis‐ op diverse parameters afhankelijk smeermiddelen en cositeit geeft informatie over de dikte van het gebruik.
  • Pagina 152 Service en onderhoud Kies de juiste motorolie op basis van Koelvloeistof en antivries Remvloeistof moet worden opgesla‐ zijn kwaliteit en de minimale omge‐ gen in een afgesloten verpakking om Gebruik alleen voor de auto goedge‐ vingstemperatuur3 153. absorptie van vocht tegen te gaan. keurde long life coolant (LLC) anti- vries, raadpleeg een werkplaats.
  • Pagina 153: Technische Gegevens

    Technische gegevens Technische gegevens Voertuigidentificatie Voertuigidentificatienum‐ Voertuigidentificatie ....151 Autogegevens ......153 Het VIN staat ook onder een uitneem‐ bare kunststof afdekking in de dorpel‐ lijst aan de rechterzijde. Het voertuigidentificatienummer (VIN) is zichtbaar door de voorruit.
  • Pagina 154: Typeplaatje

    Technische gegevens Typeplaatje De som van de voor- en achterasbe‐ lasting mag niet groter zijn dan het maximale totaalgewicht van de auto. Als bijvoorbeeld de vooras maximaal wordt belast, mag de achteras slechts met een gewicht worden belast dat gelijk is aan het maximaal toelaatbare totaalgewicht verminderd met de voorasbelasting.
  • Pagina 155: Autogegevens

    Technische gegevens Autogegevens Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen Vereiste motoroliekwaliteit Motoroliekwaliteit dexos 2 ✔ Indien dexos-kwaliteit op overzeese markten niet voorhanden is, mag u olie van de onderstaande types gebruiken: Motoroliekwaliteit GM-LL-A-025 ✔ benzinemotoren GM-LL-B-025 ✔ dieselmotoren ACEA A3/B3 ✔ benzinemotoren ACEA A3/B4 ✔...
  • Pagina 156: Motorgegevens

    Technische gegevens Motorolieviscositeitsindexen Omgevingstemperatuur Benzine- en dieselmotoren tot -25 °C SAE 5W-30 of SAE 5W-40 onder -25 °C SAE 0W-30 of SAE 0W-40 Motorgegevens Verkoopaanduiding F4R 820 F9Q 760 M9R 630 Motoraanduiding M9R 692 Aantal cilinders 1998 1870 1995 Cilinderinhoud [cm Motorvermogen [kW] 66 / 84 bij 1/min...
  • Pagina 157 Technische gegevens Verkoopaanduiding F4R 820 F9Q 760 M9R 630 Motoraanduiding M9R 692 mogelijk mogelijk Verkoopaanduiding M9R 786 M9R 786 Motoraanduiding M9R 788 Aantal cilinders 1995 1995 Cilinderinhoud [cm Motorvermogen [kW] bij 1/min 3500 3500 Koppel [Nm] bij 1/min 1600 2100 Brandstofsoort Diesel Diesel...
  • Pagina 158: Voertuiggewicht

    Technische gegevens Voertuiggewicht Leeggewicht basismodel Model Wielbasis Nuttig laadvermogen Motor Leeggewicht 6)7) Gesloten bestelwagen Kort Standaard 1000 1660 1660 1678 Standaard 1200 1660 1669 1688 Verhoogd 1200 1695 1713 1760 Leeggewicht en toelaatbaar maximumgewicht (GVW) groter bij modellen met het optiepakket voor slechte wegen - zie VIN-plaatje.
  • Pagina 159 Technische gegevens Model Wielbasis Nuttig laadvermogen Motor Leeggewicht 6)7) Gesloten bestelwagen Lang Standaard 1200 1660 1676 1724 Verhoogd 1200 1745 1761 1810 Leeggewicht en toelaatbaar maximumgewicht (GVW) groter bij modellen met het optiepakket voor slechte wegen - zie VIN-plaatje. Minimaal voertuiggewicht volgens typegoedkeuring, alle vloeistoffen, boordgereedschappen en een 90% gevulde brandstoftank inbegrepen.
  • Pagina 160 Technische gegevens Model Wielbasis Nuttig laadvermogen Motor Leeggewicht 6)7) Combi Kort Standaard 1000 1818 1835 1883 Standaard 1200 1829 1846 1893 Lang Standaard 1200 1890 1906 1954 Model Wielbasis Nuttig laadvermogen Motor Leeggewicht 6)7) Platformcabine Lang Standaard 1200 1449 1467 1515 Leeggewicht en toelaatbaar maximumgewicht (GVW) groter bij modellen met het optiepakket voor slechte wegen - zie VIN-plaatje.
  • Pagina 161: Afmetingen Auto

    Technische gegevens Model Wielbasis Nuttig laadvermogen Motor Leeggewicht 6)7) Tour Kort Standaard 1879 1944 Afmetingen auto Type Combi/Tour Platformcabine Wielbasis Kort Lang Kort Lang Lang Lengte [mm] 4782 5182 4782 5182 5130 Breedte zonder buitenspiegels [mm] 1904 1904 1904 1904 1904 Breedte met twee buitenspiegels [mm] 2232...
  • Pagina 162: Afmetingen Laadruimte

    Technische gegevens Afmetingen laadruimte Wielbasis Kort Lang Hoogte dak Standaard Verhoogd Standaard Verhoogd Maximumhoogte achterdeuropening [mm] 1335 1818 1335 1818 Breedte achterdeuropening (op vloerhoogte) [mm] 1390 1390 1390 1390 Maximumhoogte laadruimte [mm] 1387 1913 1387 1913 Maximumbreedte laadruimte [mm] 1690 1690 1690 1690...
  • Pagina 163 Technische gegevens Inhouden Motorolie Motor Motorolie inclusief filter [l] tussen MIN en MAX [l] 1,5 - 2,0 1,5 - 2,0 1,5 - 2,0 Brandstoftank Brandstoftank, nominale inhoud [l] Bandenspanningswaarden Band Bandenspanning bij maximale belading Voor Achter [kPa/bar] (psi) [kPa/bar] (psi) 195/65 R16 C 340/3,4 (49) 370/3,7 (54)
  • Pagina 164: Klantinformatie

    Klantinformatie Klantinformatie Registratie van ■ Reacties van de auto in specifieke verkeerssituaties (bijv. ontplooien voertuigdata en privacy van een airbag, activeren van de stabiliteitsregeling) Event Data Recorders Registratie van voertuigdata en ■ Omgevingscondities (bijv. tempe‐ (EDR) privacy ........162 ratuur) Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐...
  • Pagina 165: Radiofrequentieidentificatie (Rfid)

    RFID- de auto vanuit de auto worden ver‐ technologie in Opel-voertuigen ge‐ zonden. bruikt geen persoonlijke informatie, houdt ze niet bij of koppelt deze niet aan andere Opel-systemen die per‐ soonlijke informatie bevatten.
  • Pagina 166: Trefwoordenlijst

    Trefwoordenlijst Algemene richtlijnen voor het rijden......... 93 Aanbevolen vloeistoffen en Andere auto slepen ....143 smeermiddelen ....149, 153 Antiblokkeersysteem ....101 Aanduidingen op banden ..132 Antiblokkeersysteem (ABS) ..72 Aanhangerkoppeling....113 Anti-vries........119 Aanhanger trekken ....113 Armsteun ........37 Aansteker ........
  • Pagina 167 Bekleding........145 Controles........116 Beladingsinformatie ..... 58 Cruise control ...... 74, 105 Geautomatiseerde Beslagen lampglazen ....82 versnellingsbak ......97 Beveiliging van de auto....27 Gebruik van deze handleiding ..3 Dagrijlicht........79 Bevestigingsrails en-haken..57 Geluidssignalen ......75 Dakdrager ........58 Binnenspiegels......
  • Pagina 168 Koplampinstelling in het buitenland ........ 81 Inbouwposities kinderveilig‐ Nieuwe auto inrijden ....93 Koplampreikwijdte instellen ..80 heidssystemen ......49 Indicator luchtstroom motor..119 Obstakeldetectiesystemen..108 Info-Displays......... 74 Laadsysteem ....... 71 Octaangetal........ 154 Inhouden ........161 Lampenkappen, beslagen.... 82 Olie..........117 Inklappen ........
  • Pagina 169 Portieren........25 Sleepoog........142 Top-Tether-bevestigingsogen..54 Profieldiepte ....... 132 Sleutels ........19 Traction Control ......103 Sleutels, sloten......19 Trekhaak ........114 Sneeuwkettingen ....... 134 Trekken....... 113, 142 Radiofrequentie-identificatie Snelheidsmeter ......65 Trekken van een aanhanger..113 (RFID)........163 Spiegels........29, 31 Tripcomputer .......
  • Pagina 170 Verwarmbare buitenspiegels..30 Verwarmd ........30 Zekeringen ......... 129 Verwarming ......... 37 Zekeringenkast Verwarming achterin ....86 instrumentenpaneel ....130 Verwarmings- en Zekeringhouder......130 ventilatiesysteem ...... 84 Zitplaatsen achterin...... 38 Verwerking van sloopauto ..116 Zitplaatsen tweede zitrij ....38 Verzorging........
  • Pagina 171 De gegevens in deze publicatie waren correct op de onderstaande uitgiftedatum. Wijzigingen in de techniek, uitrusting of vorm van de auto's ten opzichte van de gegevens in deze publicatie, alsmede wijzigingen van deze publicatie zelf blijven Adam Opel AG voorbehouden.

Inhoudsopgave