● Verwijder u bij een incident of
ongeval van de auto. De uitstro‐
mende gassen zijn ontvlambaar
en kunnen brand veroorzaken.
● Vul bij een te laag koelvloeistof‐
peil koelvloeistof bij en laat de
oorzaak van het koelvloeistofver‐
lies door een werkplaats verhel‐
pen.
Dieselbrandstofsysteem
ontluchten
Na het leegrijden van de tank moet
het dieselbrandstofsysteem worden
ontlucht. De ontluchtingsprocedure
verschilt tussen de motortypen
3 367. Tank ten minste vijf liter diesel
bij voordat u de ontluchtingsproce‐
dure start.
Motoren DV5RUCd, DV5RUC
1. Contact inschakelen.
2. 1 minuut wachten en contact
uitschakelen.
3. Probeer de motor te starten.
Als de motor na korte tijd niet start,
moet u de procedure herhalen.
Motoren DW10FEU, DW10FD,
DW10FDCU, DW10F
1. Contact inschakelen.
2. 6 seconden wachten en contact
uitschakelen.
3. De stappen 1 en 2 tien keer herha‐
len.
4. Probeer de motor te starten.
Als de motor na korte tijd niet start,
moet u de procedure herhalen.
Motor DV6DU
1. Motorkap openen.
2. Zo nodig de motorstijlafdekking
losklikken om bij de opvoerpomp te
kunnen komen.
3. De opvoerpomp herhaaldelijk
bedienen totdat u weerstand voelt
(mogelijk voelt u meteen al weer‐
stand).
4. Probeer de motor te starten. Als de
motor na korte tijd niet start, zo'n 15
seconden wachten voordat u het
weer probeert. Als de motor na
enkele pogingen niet start, stap 3
herhalen en de motor opnieuw probe‐
ren te starten.
Verzorging van de auto
5. De motorstijlafdekking plaatsen en
vastklikken.
6. Sluit de motorkap.
Wisserblad vervangen
Voorruit
Schakel de ontsteking uit.
Bedien binnen 1 minuut na het
uitschakelen van het contact de
ruitenwisserhendel om de wisserbla‐
den verticaal op de voorruit te plaat‐
sen.
Til de wisserarm op totdat deze
rechtop blijft staan, maak het wisser‐
blad los en verwijder het.
319